ECLI:NL:RBZLY:2008:BD1358

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
9 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
144103 - KG ZA 08-151
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod tot negatieve uitlatingen en gebod tot rectificatie in bruidsmodezaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 9 mei 2008 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres, eigenaresse van een bruidsmodezaak, en een gedaagde die negatieve uitlatingen over haar had gedaan op verschillende internetfora en in het tv-programma TROS Radar. De eiseres vorderde een verbod op deze negatieve uitlatingen en een rectificatie. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde onrechtmatig had gehandeld door zich op onjuiste en negatieve wijze over de eiseres uit te laten, wat de eer en goede naam van de eiseres aantastte. De rechtbank stelde vast dat de gedaagde de grenzen van de in het maatschappelijke verkeer betamelijke zorgvuldigheid had overschreden. De vorderingen van de eiseres werden grotendeels toegewezen, met uitzondering van het onderdeel dat betrekking had op de uitlatingen in het tv-programma, dat werd afgewezen. De gedaagde werd veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie op de door de rechtbank aangegeven websites en kreeg een dwangsom opgelegd voor elke overtreding van het verbod.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 144103 / KG ZA 08-151
Vonnis in kort geding van 9 mei 2008
in de zaak van
[eiseres],
h.o.d.n. [eiseres]
wonende te [woonplaats],
eiseres,
procureur mr. M.H. Doornbos,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
procureur mr. M.B. Beerentsen.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de vermeerdering van eis van [eiseres]
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van [gedaagde].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiseres] is eigenaresse van een eenmanszaak met de naam [eiseres]. [eiseres] is gevestigd aan de [adres] te [woonplaats] en is een detailhandel in gala- en bruidsmode.
2.2. [gedaagde] heeft bij [eiseres] een trouwjurk gekocht. In het eerste gesprek tussen partijen op [datum] is een overzicht gemaakt van hetgeen [gedaagde] wilde kopen. De maten van [gedaagde] zijn opgenomen en vermeld op de bon. [gedaagde] heeft een aanbetaling betaald.
2.3. [eiseres] heeft de door [gedaagde] uitgezochte jurk besteld.
2.4. Nadat [eiseres] de bestelling had binnengekregen, heeft [gedaagde] de jurk op [datum] gepast. Op dat moment heeft [gedaagde] de jurk volledig betaald en mee naar huis genomen.
2.5. Voordat de jurk van [gedaagde] binnenkwam, gaf [gedaagde] aan ook twee bruidsmeisjesjurkjes te willen kopen. Op de jurken van de bruidsmeisjes wilde [gedaagde] dezelfde roosjes als die op de jurk van haarzelf zouden worden aangebracht. Nadat de jurken voor de bruidsmeisjes binnengekomen waren, heeft [gedaagde] deze gezien en aangegeven dat bij de ene jurk de tule zacht was en bij de andere jurk hard. [eiseres] heeft vervolgens aan [gedaagde] twee bruidsmeisjesjurken met zachte tule geleverd. Daarna gaf [gedaagde] aan dat bij de ene jurk een gaatje in de tule groter was dan bij de andere jurk en dat er bij de ene jurk twee lusjes op de rug waren gemaakt en bij de andere drie. Opnieuw heeft [eiseres] twee andere jurkjes aan [gedaagde] geleverd. Op [datum] heeft [gedaagde] deze jurkjes met een vriendin bekeken. [gedaagde] heeft – na een aantal aanpassingen die door [eiseres] dezelfde middag zijn verricht - de jurkjes betaald en meegenomen naar huis.
2.6. Begin januari 2008 heeft [gedaagde] aan [eiseres] gevraagd of zij al een afspraak kan maken om de jurk aan te laten passen. Aangezien [eiseres] te kennen gaf dat zij slechts één keer en uiterlijk vier weken voor de huwelijksdatum de jurk zonder kosten aanpast, is er geen afspraak gemaakt.
2.7. Op [datum] heeft [gedaagde] op het forum van www.trosradar.nl aangegeven dat de door haar gekochte trouwjurk niet goed is. Zij riep daarbij anderen op haar te helpen “om [eiseres] op te laten houden met deze praktijken”.
2.8. Op www.trouwshop.com heeft [gedaagde] zich in diverse bijdragen negatief over [eiseres] uitgelaten. De gebruikersnaam van [gedaagde] is [gebruikersnaam]. Ook op deze internetsite heeft [gedaagde] anderen opgeroepen om een bericht te plaatsen over [eiseres].
2.9. Op Hyves heeft [gedaagde] een bijdrage geplaatst waarin ze iedereen waarschuwt om niet naar [eiseres] te gaan. [gedaagde] stelt daarin dat veel bruidjes door [eiseres] zijn opgelicht en dat al veel meiden de dupe zijn geworden.
2.10. [gedaagde] heeft op verzoek van een aantal andere personen een bericht over [eiseres] naar www.marktplaats.nl gestuurd. Dit bericht heeft mede tot gevolg gehad dat [eiseres] als adverteerder enige tijd geblokkeerd is van deze internetsite, omdat haar advertenties misleidend zouden zijn.
2.11. Bij deurwaardersexploot van [datum] heeft de advocaat van [eiseres] [gedaagde] verzocht en voor zover nodig gesommeerd om omgaand haar onrechtmatig handelen te staken en gestaakt te houden alsmede om een rectificatie van de onjuiste uitlatingen op de betreffende internetfora te plaatsen.
2.12. [gedaagde] heeft geen rectificatie op de betreffende internetfora geplaatst.
2.13. [gedaagde] heeft zich in de tv-uitzending van TROS RADAR op maandag 17 maart 2008 in negatieve bewoordingen over [eiseres] uitgelaten.
2.14. De voorgenomen huwelijksdatum van [gedaagde] is [datum].
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert na vermeerdering van eis uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] met onmiddellijke ingang te verbieden zich op welke wijze dan ook zowel onder eigen naam als onder een andere naam op onjuiste en negatieve wijze uit te laten over [eiseres] of [eiseres] zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 25.000,00 per overtreding van dit verbod;
II. [gedaagde] met onmiddellijke ingang te verbieden op welke wijze dan ook zowel onder eigen naam als onder een andere naam derden op te roepen niet naar [eiseres] te gaan op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,00 per overtreding van dit verbod;
III. [gedaagde] te gebieden om binnen twee dagen na betekening van het vonnis een rectificatie te (doen) plaatsen en geplaatst te houden op www.trouwshop.com alsmede www.trosradar.nl met de navolgende inhoud, althans met zodanige inhoud als de voorzieningenrechter in goede justitie zal bepalen:
“RECTIFICATIE M.B.T. [eiseres]
Ten onrechte heb ik mij in de periode [periode] tot en met heden op diverse internetfora en in het tv-programma TROS Radar feitelijk onjuist en negatief over [eiseres] te [woonplaats] en [eiseres] in persoon uitgelaten. Ten onrechte heb ik [eiseres] en [eiseres] beticht van oplichting. Ik neem de door mij gedane beschuldigingen en uitlatingen terug.
Ten onrechte heb ik derden opgeroepen niet naar [eiseres] te [woonplaats] te gaan.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft geoordeeld dat de door mij gedane uitlatingen, beschuldigingen en oproep onrechtmatig zijn jegens [eiseres] en [eiseres] in persoon.
[gedaagde] [gedaagde]/[gebruikersnaam].”,
zulks op straffe van een dwangsom van EUR 15.000,00 voor elke dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] nalaat om aan dit gebod te voldoen;
IV. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
[eiseres] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [gedaagde] onrechtmatig handelt jegens [eiseres] ten gevolge waarvan [gedaagde] aan [eiseres] schade toebrengt. [gedaagde] tast met haar onjuiste en negatieve uitlatingen de eer en de goede naam van [eiseres] en [eiseres] in persoon aan. Ten onrechte eerbiedigt [gedaagde] niet de persoonlijke levenssfeer van [eiseres].
Het recht van [gedaagde] om zich vrij te kunnen uiten is niet onbeperkt maar vindt zijn grenzen in de zorgvuldigheid en betamelijkheid die in het maatschappelijk leven jegens anderen, in casu [eiseres] in persoon en haar zaak [eiseres], in acht genomen dient te worden. [gedaagde] heeft deze grenzen fors overschreden.
Door de uitlatingen en beschuldigingen op internet alsmede in het tv-programma TROS Radar heeft [gedaagde] zich gericht tot een breed publiek.
Door deze negatieve en onjuiste uitlatingen van [gedaagde] die door vele (potentiële) klanten van [eiseres] zijn gelezen en gehoord, heeft [eiseres] omzet gederfd. Sommige klanten die een jurk hebben gekocht en een aanbetaling hebben gedaan, vorderen deze aanbetaling terug zonder dat zij de jurk hebben gezien. Sommige klanten verschijnen niet op een afspraak zonder afmelding en zonder opgave van reden. Er zijn minder nieuwe klanten gekomen. [eiseres] lijdt hierdoor schade.
3.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. In dit geding is in voldoende mate gebleken van het spoedeisend belang van [eiseres] bij de vordering.
4.2. Voor toewijzing van het gevorderde is vereist dat sprake is van onrechtmatigheid van de betreffende uitlatingen jegens [eiseres]. Daarbij dient vooropgesteld te worden dat een ieder het recht heeft zich vrijelijk te uiten. Deze vrijheid is echter niet onbeperkt. De te beschermen belangen van derden (in casu het recht op bescherming van de eer en goede naam van [eiseres]) kunnen een omstandigheid zijn die de uitingsvrijheid beperkt. Of en in welke mate daarvan sprake is, dient te worden beoordeeld aan de hand van alle feiten en omstandigheden van het geval, waarbij de wederzijdse belangen dienen te worden afgewogen. Daartoe wordt het volgende overwogen.
4.3. [eiseres] heeft aangevoerd dat [gedaagde] onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld doordat zij door het doen van onjuiste en negatieve uitlatingen de grenzen van zorgvuldigheid en betamelijkheid fors heeft overschreden. Onder meer door overlegging van diverse internetpagina’s heeft [gedaagde] voldoende aannemelijk gemaakt dat [gedaagde] zich in het openbaar negatief heeft uitgelaten over de door [eiseres] geleverde diensten. Op een grote meerderheid van deze internetpagina’s worden door [gedaagde] immers in meer of mindere mate dergelijke negatieve uitlatingen gedaan, evenals oproepen waarin [gedaagde] derden verzoekt om niet meer naar [eiseres] te gaan en om negatieve ervaringen met haar te delen.
4.4. Tussen partijen is echter niet in geschil de vraag of een ontevreden klant al dan niet in het openbaar mag klagen en zich aldus negatief over die ander mag uitlaten. De vraag is evenwel wanneer de desbetreffende uitlatingen de grens van de in het maatschappelijke verkeer betamelijke zorgvuldigheid overschrijden en mitsdien als onrechtmatig gekwalificeerd moeten worden. Deze grens wordt naar het oordeel van de voorzieningenrechter overschreden met door [gedaagde] geuite opmerkingen als “ik ben echt in staat om haar helemaal kapot maken”, “ik heb liever dat ze failliet gaat”, “iedereen moet voor haar gewaarschuwd worden”, “ze moet aangepakt worden”, “gaan jullie me helpen haar op te houden met deze praktijken”, evenals de uitlating dat “ze een viese oplichter is”.
Deze uitlatingen zijn als onrechtmatig te kwalificeren en ten aanzien van deze uitlatingen acht de voorzieningenrechter het gevorderde onder I. dan ook toewijsbaar, zowel als dat gebeurt onder eigen naam als onder een andere naam. De toewijzing van deze vordering zal in het dictum worden beperkt tot uitlatingen in het openbaar - waaronder begrepen het gedeelte van het internetforum waarvoor een aanmeldingsprocedure geldt -, aangezien met name de openbaarheid van de uitlatingen de onrechtmatigheid daarvan bepaalt.
4.5. De ter zitting terloops gedane suggestie van de zijde van de raadsman van [gedaagde] dat sprake zou kunnen zijn van “plak en knipwerk in e-mails, hetgeen zoals iedereen weet vrij gemakkelijk te bewerkstelligen is” acht de voorzieningenrechter onvoldoende onderbouwd. Door [gedaagde] is overigens niet betwist dat zij [eiseres] op diverse internetfora heeft beticht van oplichting: daarmee heeft zij erkend dat zij dergelijke uitlatingen heeft gedaan. Dergelijke uitlatingen van [gedaagde] zijn als onrechtmatig te kwalificeren, zodat [gedaagde] zich daarvan dient te onthouden.
4.6. Ten aanzien van het onder II. gevorderde oordeelt de voorzieningenrechter dat [gedaagde] ook met het oproepen van derden om niet naar [eiseres] te gaan de grens van de in het maatschappelijke verkeer betamelijke zorgvuldigheid overschrijdt. Het onder II. gevorderde komt dan ook voor toewijzing in aanmerking, maar zal eveneens beperkt worden tot uitlatingen in het openbaar.
4.7. Nu [gedaagde] zich op onrechtmatige wijze in het openbaar op internetfora heeft uitgelaten over [eiseres] zal de gevorderde rectificatie worden toegewezen. De rectificatie wordt beperkt tot de onder 4.4. genoemde uitlatingen en de tekst van de rectificatie zal daarom op de wijze worden aangepast als in het dictum aan te geven.
De stelling van [eiseres] dat [gedaagde] in het tv-programma van TROS Radar [eiseres] heeft beticht van oplichting heeft [gedaagde] voldoende gemotiveerd betwist, zodat het onderdeel van de vordering onder III. dat op het tv-programma TROS Radar ziet, zal worden afgewezen.
4.8. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als in het dictum aan te geven.
4.9. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 71,80
- vast recht 254,00
- salaris procureur 904,00 (factor 2,0 x tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.229,80
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. verbiedt [gedaagde] met onmiddellijke ingang zich in het openbaar op welke wijze dan ook zowel onder eigen naam als onder een andere naam op onjuiste en negatieve wijze uit te laten over [eiseres] of [eiseres], in het bijzonder door opmerkingen zoals “ik ben echt in staat om haar helemaal kapot maken”, “ik heb liever dat ze failliet gaat”, “iedereen moet voor haar gewaarschuwd worden”, “ze moet aangepakt worden”, “gaan jullie me helpen haar op te houden met deze praktijken”, en “ze een viese oplichter is”;
5.2. bepaalt dat [gedaagde] voor iedere keer dat zij in strijd handelt met het onder 5.1. bepaalde, aan [eiseres] een dwangsom verbeurt van EUR 500,00, tot een maximum van EUR 10.000,00,
5.3. verbiedt [gedaagde] met onmiddellijke ingang in het openbaar op welke wijze dan ook zowel onder eigen naam als onder een andere naam derden op te roepen niet naar [eiseres] te gaan;
5.4. bepaalt dat [gedaagde] voor iedere keer dat zij in strijd handelt met het onder 5.3. bepaalde, aan [eiseres] een dwangsom verbeurt van EUR 500,00, tot een maximum van EUR 10.000,00,
5.5. gebiedt [gedaagde] om binnen twee dagen na betekening van het vonnis een rectificatie te (doen) plaatsen en geplaatst te houden op www.trouwshop.com met de navolgende inhoud:
“RECTIFICATIE M.B.T. [eiseres]
Ten onrechte heb ik in de periode [periode] tot en met heden op diverse internetfora over [eiseres] te [woonplaats] en [eiseres] in persoon opmerkingen geplaatst zoals “ik ben echt in staat om haar helemaal kapot maken”, “ik heb liever dat ze failliet gaat”, “iedereen moet voor haar gewaarschuwd worden”, “ze moet aangepakt worden”, “gaan jullie me helpen haar op te houden met deze praktijken” en de uitlating dat “ze een viese oplichter is”. Ik neem voormelde door mij gedane beschuldigingen en uitlatingen terug.
Ten onrechte heb ik derden opgeroepen niet naar [eiseres] te [woonplaats] te gaan.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft geoordeeld dat die voormelde door mij gedane uitlatingen, beschuldigingen en oproep onrechtmatig zijn jegens [eiseres] en [eiseres] in persoon.
[gedaagde] [gedaagde]/[gebruikersnaam].”,
5.6. bepaalt dat [gedaagde] voor iedere dag dat zij in strijd handelt met het onder 5.5. bepaalde, aan [eiseres] een dwangsom verbeurt van EUR 500,00, tot een maximum van EUR 10.000,00,
5.7. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op EUR 1.229,80,
5.8. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.9. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug en in het openbaar uitgesproken op 9 mei 2008.