ECLI:NL:RBZLY:2008:BD6846
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over ongerechtvaardigd onderscheid in CAO Huisarts naar arbeidsduur
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 9 juli 2008, stond de vraag centraal of een bepaling in de CAO Huisarts in dienst bij een huisarts, die een maximum budget voor scholingskosten toekent op basis van arbeidsduur, in strijd is met de wetgeving omtrent gelijke behandeling. Werkneemster, die als huisarts in dienst was, verzocht om toekenning van het volledige budget voor de jaren 2006 en 2007, terwijl de werkgever een pro rato vergoeding aanbood op basis van de arbeidsduur. De kantonrechter oordeelde dat de bepaling in de CAO ongerechtvaardigd onderscheid maakte op basis van arbeidsduur, wat in strijd is met de artikelen 7:646 en 7:648 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter stelde vast dat de CAO indirect onderscheid naar geslacht maakte, aangezien een significant aantal vrouwelijke huisartsen minder dan 20 uur per week werkte en daardoor een lager budget ontving. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever niet kon aantonen dat het onderscheid objectief gerechtvaardigd was. De rechter veroordeelde de werkgever om aan de werkneemster een budget van € 3.665 per jaar toe te kennen voor zowel 2006 als 2007. Tevens werd bepaald dat de kosten van de procedure door beide partijen zelf gedragen moesten worden, gezien de goede verstandhouding tussen hen.