ECLI:NL:RBZLY:2008:BD9604
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- J. van der Hulst
- Rechtspraak.nl
Nietige dagvaarding en weigering verstek te verlenen in kort geding tussen zorgverzekeraars en apotheken
In deze zaak, die op 29 juli 2008 door de Rechtbank Zwolle-Lelystad is behandeld, gaat het om een kort geding waarin de onderlinge waarborgmaatschappijen Menzis Zorgverzekeraar U.A. en andere zorgverzekeraars (hierna: Menzis c.s.) eiseressen zijn tegen verschillende apotheken (hierna: Apotheek [gedaagde sub 1 c.s.]). De eiseressen hebben een kort geding aangespannen, maar de gedaagden zijn niet verschenen. De rechtbank heeft zich in deze procedure gebogen over de vraag of er verstek verleend kan worden tegen de niet verschenen gedaagden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding nietig is, omdat de termijn voor betekening van de dagvaarding niet in acht is genomen. Volgens artikel 114 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) moet er minimaal een week tussen de betekening van de dagvaarding en de zitting zitten. In dit geval waren er slechts zes dagen verstreken, waardoor de dagvaarding nietig werd verklaard. De rechtbank heeft geoordeeld dat, ondanks het verzoek van Menzis c.s. om een zittingsdatum, zij zelf verantwoordelijk zijn voor het niet tijdig betekenen van de dagvaarding. De rechtbank heeft daarom besloten om verstek te weigeren en een nieuwe zittingsdatum te bepalen. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de wettelijke termijnen in kort geding procedures en de gevolgen van het niet naleven daarvan. De voorzieningenrechter heeft de zaak aangehouden voor een nieuwe zitting, waarbij Menzis c.s. de gedaagden opnieuw op de hoogte moeten stellen van de zitting.