ECLI:NL:RBZLY:2008:BG5042
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschil over geluidsoverlast tussen huurders
In deze kantonzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, heeft de kantonrechter op 12 november 2008 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een huurder, aangeduid als [eisende partij], en de verhuurder, [woningbouw]. De eiser vorderde een voorlopige voorziening wegens geluidsoverlast die hij ondervond van de buren, die ook huurders zijn van [woningbouw]. De mondelinge behandeling vond plaats op 29 oktober 2008. De eiser stelde dat hij al geruime tijd hinder ondervond van geluiden die voortkwamen uit een uitgiftedepot voor kranten dat door zijn buurman, [A], werd geëxploiteerd. De geluidsoverlast bestond uit het laden en lossen van kranten, blaffen van honden en andere geluiden die de nachtrust van de eiser verstoorden.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de overlast ernstig genoeg was om de verhuurder te verplichten tot het nemen van verstrekkende maatregelen, zoals ontbinding van de huurovereenkomst. De rechter oordeelde dat eerst minnelijk overleg tussen de huurders diende plaats te vinden voordat juridische stappen konden worden overwogen. De kantonrechter wees de vorderingen van de eiser af, omdat er onvoldoende aannemelijk was gemaakt dat de overlast onaanvaardbaar was en dat de verhuurder niet adequaat had gehandeld. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.
De uitspraak benadrukt het belang van eerst proberen tot een oplossing te komen via overleg tussen huurders voordat juridische stappen worden ondernomen. De rechter stelde dat de verhuurder niet verplicht kan worden tot het nemen van maatregelen zonder dat de huurders zelf eerst hebben geprobeerd het probleem op te lossen. Dit vonnis biedt inzicht in de juridische kaders rondom huurrecht en de verantwoordelijkheden van zowel huurders als verhuurders in gevallen van overlast.