ECLI:NL:RBZLY:2008:BG8715
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. van der Hulst
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van verzoek tot tussenkomst in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, heeft eiser een vordering ingesteld tegen gedaagde tot betaling van een bedrag van EUR 150.000,- op basis van een overeenkomst van geldlening. In het incident heeft [C] verzocht om tussenkomst in de hoofdzaak, met de bedoeling zich te voegen aan de zijde van gedaagde. [C] stelt dat haar belang meebrengt dat zij zich kan scharen aan de zijde van gedaagde om verweer te voeren tegen de toewijzing van de vordering van eiser. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder de dagvaarding en de incidentele conclusies van partijen.
De rechtbank overweegt dat voor tussenkomst vereist is dat er een belang van de derde is om benadeling of verlies van een recht te voorkomen. Voor voeging is nodig dat een beslissing ten nadele van de partij aan wier zijde de derde zich wil voegen, tot gevolg dreigt te hebben dat de rechten of rechtspositie van de derde zelf wordt benadeeld. De rechtbank concludeert dat [C] voldoende belang heeft bij haar verzoek tot tussenkomst, omdat zij wil voorkomen dat de vordering van eiser kan worden verhaald op de goederen van de gemeenschap.
De rechtbank staat [C] toe om in de hoofdzaak tussen te komen en bepaalt dat de zaak op de rol zal komen voor het nemen van de conclusie van eis in de tussenkomst door [C]. De beslissing omtrent de kosten van het incident wordt aangehouden totdat in de hoofdzaak zal worden beslist. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar op 13 augustus 2008.