ECLI:NL:RBZLY:2008:BH1255
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- F. Koster
- L.J.C. Hangx
- E.M. de Veij Mestdagh
- Rechtspraak.nl
Noodweer en mishandeling in strafzaak tegen verdachte
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in [geboortejaar] en wonende te [adres], heeft de rechtbank Zwolle-Lelystad op 30 december 2008 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht. De tenlastelegging betrof het opzettelijk toebrengen van letsel aan een persoon, te weten [naam], door deze in het gezicht te stompen op 6 oktober 2008 in Deventer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer een vuistslag heeft gegeven terwijl deze op de grond lag, en oordeelde dat er geen sprake was van een onmiddellijk dreigend gevaar voor de verdachte, waardoor het beroep op noodweer werd verworpen.
Tijdens de zitting op 16 december 2008 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat mr. K. Kok. De officier van justitie, mr. D. van den Berg, vorderde een gevangenisstraf van drie maanden, met aftrek van het voorarrest, voor de mishandeling en een andere zaak. De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het slachtoffer had mishandeld, maar sprak hem vrij van andere tenlastegelegde feiten. De rechtbank overwoog dat de verdachte strafbaar was, aangezien er geen feiten of omstandigheden waren die zijn strafbaarheid zouden uitsluiten.
Bij het bepalen van de straf hield de rechtbank rekening met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit was begaan, en de persoon van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat, gezien de eerdere veroordeling van de verdachte en de omstandigheden van de zaak, volstaan kon worden met een schuldigverklaring zonder strafoplegging. De beslissing werd genomen op basis van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank verklaarde dat het ten laste gelegde bewezen was, maar dat er geen straf of maatregel opgelegd zou worden.