RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Zwolle
zaaknr. : 440724 HA VERZ 09-61
datum : 6 maart 2009
Beschikking op een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst
de besloten vennootschap Koninklijke TNT POST B.V.,
gevestigd te Zwolle,
verzoekende partij, verder te noemen: ‘TNT’,
gemachtigde mw. mr. H. Frijlink, advocaat te Arnhem,
[WERKNEMER],
wonende te [woonplaats],
verwerende partij, verder te noemen: ‘[werknemer]’,
gemachtigde mr. A.A.M. van der Zandt, regiojurist bij AbvaKabo FNV te Deventer.
De kantonrechter heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift d.d. 23 februari 2009,
- de van de zijde van [werknemer] bij brief d.d. 23 februari 2009 verleende toestemming voor gevoegde behandeling van het ontbindingsverzoek met de door hem gevorderde voorlopige voorziening (zaaknr. 438104 VV 09-16) en
- het verweerschrift d.d. 24 februari 2009.
De mondelinge behandeling is gehouden op 26 februari 2009, waarbij eveneens is behandeld de door [werknemer] jegens TNT gevraagde voorlopige voorziening, strekkende tot wederte-werkestelling.
Verschenen zijn:
- namens TNT de heren [R], VBG-manager, en [W], adviseur arbeidszaken, en mw. [H], personeelsadviseur, vergezeld van mw. mr. Frijlink voornoemd, en
- [werknemer], vergezeld van mr. Van der Zandt voornoemd.
TNT heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [werknemer] wegens gewichtige redenen, primair op grond van een dringende reden subsidiair op grond van een veranderingen van omstandigheden, zonder toekenning van een vergoeding naar billijkheid.
[werknemer] heeft zich verzet tegen een ontbinding.
Vaststaande feiten
Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) gemotiveerd betwist, mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden, het volgende vast:
a. [werknemer], geboren op [datum], is op [datum] in dienst getreden bij (de rechtsvoorgangster van) TNT als postbode ten behoeve van de vestiging te [vestigingsplaats]. Het laatst door hem verdiende salaris bedraagt € 2.043,51 bruto per maand, exclusief emolumenten, op basis van een aanstelling voor 37 uur per week.
b. Op [datum] is [werknemer] voor de duur van één dag geschorst zonder behoud van salaris wegens het bedreigen van een collega en het beledigen van een leidinggevende.
c. Bij brief van 15 oktober 2008 is aan [werknemer] een schriftelijke waarschuwing gegeven voor het feit dat hij een persoonlijk bericht had bijgeschreven op een aan een geadresseerde gerichte envelop.
d. In de door TNT gebruikte gedragslijn en ‘Business Principles’ wordt onder meer tot uiting gebracht dat het werknemers niet is toegestaan om bedrijfsmiddelen van TNT aan te wenden voor persoonlijk gewin en het zo werknemers evenmin is toegestaan om post voor eigen doeleinden te verzenden, zonder daarvoor te betalen.
e. Begin december 2008 zijn in de door collega’s van [werknemer] te bezorgen post twee enveloppen aangetroffen, voorzien van een ‘port betaald’-stempel waarbij een door een sorteermachine aan te brengen SMK-code ontbrak, terwijl het handschrift van de adressen afkomstig werd geacht van [werknemer]. Een envelop was gericht aan ‘[geadresseerde 1]’ en de andere envelop was gericht aan ‘[geadresseerde 2]. [geadresseerde 1] is de moeder van [werknemer]. [geadresseerde 2] is een kennis van [werknemer], samen met wie hij ‘Sinterklaas & Piet’-optredens verzorgd.
f. Vanwege het vermoeden dat [werknemer] de enveloppen in het postcircuit heeft gebracht zonder daarvoor te betalen, heeft de leiding van de TNT-vestiging te Winterswijk, samen met de bedrijfsrecherche, een nader onderzoek ingesteld. In een eerste gesprek met [werknemer] op 11 december 2008 heeft deze ontkend dat de enveloppen van hem afkomstig zijn. [werknemer] is daarop vanwege het nader uit te voeren onderzoek met behoud van salaris op non-actief gesteld.
g. Op 11 december 2008 is het adres ‘[adres]’ door TNT bezocht. Daarop is door [X] de haar getoonde kopie van de envelop herkend als zijnde gericht aan haar zoon. Zij heeft vervolgens telefonisch contact met haar zoon gezocht die daarop heeft verklaard dat hij op 2 december 2008 een brief heeft ontvangen van [werknemer].
h. Op 11 december 2008 is door postbode [Q] onder meer verklaard dat hij met regelmaat privé-enveloppen van [werknemer] tussen de door hem te bezorgen post heeft aangetroffen, telkens voorzien van een ‘port betaald’-stempel doch zonder SMK-code, dat hij weet dat [werknemer] ook hovenierswerkzaamheden verricht, dat hij met regelmaat daarvan rekeningen ziet, dat hij het handschrift telkens heeft herkend als van [werknemer], dat hij niet weet hoe [werknemer] die enveloppen tussen de post krijgt en dat [werknemer] dat al langere tijd doet.
i. Op 11 december 2008 is door postbode [Z] verklaard dat hij nooit heeft gezien dat [werknemer] heeft gefraudeerd met enveloppen met een ‘port betaald’-stempel, dat hij dat wel heeft gehoord van collega’s en dat collega [W] hem wel eens heeft laten zien dat er post van [werknemer] tussen zijn bestelling zat.
j. Op 11 december 2008 is door postbode [C] verklaard dat zij [werknemer] twee keer wat heeft zien doen wat zij vreemd vond, te weten het stoppen van post tussen de herstel-post die al klaar stond voor afvoer richting het sorteercentrum en het pakken van de business balie stempel van die balie, het stempelen van een aantal enveloppen met die stempel en het vervolgens weglopen met die gestempelde enveloppen, wat opviel omdat het stiekem ging.
k. Op 12 december 2008 is [werknemer] geconfronteerd met voormelde verklaringen en met een drietal anoniem afgelegde verklaringen. [werknemer] heeft daarop volhard de twee in sub e. bedoelde enveloppen niet te herkennen en ontkend dat het handschrift van hem is. Hij heeft voorts ontkend dat hij privé-post met een ‘port betaald’-stempel tussen de te bestellen post van collega’s stopt of gebruik maakt van zo’n stempel.
l. Op 19 december 2008 is [werknemer] voor de derde maal door TNT gehoord. Hij heeft volhard in zijn ontkenningen. Desgevraagd heeft hij ook ontkend [E] te kennen.
m. Na het derde verhoor van [werknemer] is TNT door een werknemer, die anoniem wenst te blijven, ervan op de hoogte gesteld dat een zekere [H] aan de balie kwam en met een verhaal zat dat hij kwijt wilde, te weten dat [werknemer] had toegegeven dat hij privé enveloppen met een ‘port betaald’-stempel had verstuurd en dat [werknemer] hem had gevraagd om daarvoor de schuld op zich te nemen.
n. Vervolgens heeft [H] op 19 december 2008 het volgende aan TNT verklaard:
‘Ik ben een kennis van [werknemer]. Ik speel tijdens het Sinterklaasfeest zwarte Piet en hij speelt dan Sinterklaas. Hij heeft nog een kennis genaamd [W], die ook zwarte Piet speelt samen met hem. Afgelopen week kwam [werknemer] bij mij thuis en hij was erg zenuwachtig. (…) Hij vertelde dat hij op non-actief was gesteld bij TNT. Ik pakte toen een kaart en een brief, die ik van hem had gekregen. Op de brief stond een port betaald stempel. Deze brief was aan mij gericht en naar mij gestuurd en afkomstig van [werknemer]. Het telefoonnummer van [werknemer] staat zelfs op de kaart in de envelop. Hij zei tegen mij dat ik die envelop moest verscheuren anders stond zijn baan op het spel (…). Ik vroeg aan hem wat ik nu verder moest. Ik voelde mij namelijk bezwaard door dit alles (…). Hij vroeg aan mij of ik de schuld van de port betaald enveloppen op mij wilde nemen. Het zou verder geen consequenties hebben voor mijn baan. Ik kom ook regelmatig op de vestiging van TNT in Winterswijk en ik breng en haal daar de post op van [HP]. Ik denk dat [werknemer] gedacht heeft dat ik zou verklaren dat ik die post tussen de post van [HP] zou hebben gedaan. Ik vond dit idee erg vervelend. Ik lieg namelijk nooit. Ik vond het heel erg dat hij dit aan mij vroeg. Ik vertelde hem dat hij mij overdonderde en dat mogelijk ook mijn baan dan op het spel kwam te staan. Hij bleef echter aandringen dat het geen consequenties voor mij zou hebben. Kort daarna is hij weggegaan. Ik was hierna ontzettend boos hierover. Ik heb dit verhaal verteld aan een collega van u op de vestiging in Winterswijk omdat [ik] er erg mee zat. Zo bent u bij mij gekomen.’
o. Het handschrift op de beide enveloppen is door de bedrijfsrecherche vergeleken met het handschrift van [werknemer] op een klachtformulier.
p. Bij brief van 22 december 2008 is [werknemer] door TNT meegedeeld dat zij, ondanks zijn ontkennende verklaringen, op grond van de onderzoeksresultaten er vanuit gaat dat hij privé-post heeft verzonden onder gebruikmaking van de ‘port betaald’-stempel en dat zulks voor haar ontoelaatbaar is. Door die handelwijze heeft hij het vertrouwen van TNT ernstig en onherstelbaar aangetast, zodat TNT besloten heeft de beëindiging van de arbeidsrelatie na te streven, onder continuering van de op non-actiefstelling.
q. Bij brief van 6 januari 2009 heeft [werknemer] tegen een en ander geprotesteerd.
TNT verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair op grond van een dringende reden en subsidiair op grond van veranderingen in de omstandigheden. Ter toelichting heeft TNT samengevat het volgende aangevoerd. Uit het verrichte onderzoek is duidelijk gebleken dat [werknemer] misbruik heeft gemaakt van een ‘port betaald’-stempel, wat onvergeeflijk is. [werknemer] wist ook dat TNT aan zulk misbruik zwaar zou tillen en dat zou bestraffen met een ontslag. Er zijn geen omstandigheden aanwezig om dit misbruik minder ernstig te nemen, zodat een dringende reden bestaat die tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst moet leiden. Overigens bestaat door de niet te verontschuldigen handelwijze van [werknemer] een volledig en onherstelbaar verlies aan vertrouwen wat TNT in werknemers als [werknemer] moet kunnen stellen, zodat ook dat verlies aan vertrouwen tot toewijzing van het verzoek moet leiden.
[werknemer] heeft de afwijzing van het verzoek bepleit. Ter toelichting heeft hij samengevat het volgende aangevoerd. TNT beschuldigt hem ten onrechte van ongeoorloofd gebruik van een ‘port betaald’-stempel ten behoeve van privé-post. Het bewijs waarop TNT zich meent te baseren, is poreus. Het aan hem geweten handschrift is niet van hem. Het is onjuist dat hij aan [D] een brief heeft gezonden, zoals deze verklaart. Hij heeft die naam in eerste instantie niet kunnen plaatsen; pas later werd duidelijk op wie werd gedoeld. De afgelegde verklaringen vormen geen bewijs, nu die deels anoniem, deels van horen zeggen en deels insinuerend zijn. Voor een aantal andere opmerkingen zijn goede verklaringen, die TNT echter niet wil horen. Met [H] heeft hij alleen de mogelijkheid besproken dat deze zou aangeven dat hij de brieven verstuurd had, niets meer. Daarvan heeft hij ook spijt. Het is echter onjuist dat TNT een werknemer na bijna 25 jaar trouwe dienst en van wie het functioneren voor het overige niet ter discussie staat, bloot stelt aan vage beschuldigingen en grote stress. TNT heeft zich eerder weinig gelegen laten liggen aan zijn medische situatie. Nu TNT kennelijk in zwaar economisch weer verkeert, grijpt zij alles aan om van werknemers af te komen. Aangezien hij onschuldig is en kostwinner is in zijn gezin, zodat een ontbinding onevenredig zwaar zal uitpakken, is er geen reden voor een ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
1.
De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.
2.
Het verzoek tot ontbinding is gegrond op de beschuldiging dat [werknemer] misbruik heeft gemaakt van een ‘port betaald’-stempel, door ten minste in twee gevallen een envelop met privé-post af te stempelen zonder daarvoor te betalen, wat volgens de interne regels van TNT een ernstige overtreding is, die tot ontslag moet leiden.
3.
Onbestreden is gebleven dat de door TNT gebruikte gedragslijn en ‘Business Principles’ een verbod inhouden van gebruik van bedrijfsmiddelen voor eigen gewin, waaronder begrepen het verzenden van privé-post zonder het betalen van de verzendkosten daarvan. Evenmin is weersproken dat TNT grote waarde hecht aan naleving van ook die laatste regel, waarbij zij - zo spreekt voor zich - ook een financieel belang heeft. Van een postbode mag dan ook worden verwacht dat (ook) deze regel zonder uitzondering wordt nagekomen, wat TNT ook in haar regelgeving heeft benadrukt.
4.
[werknemer] heeft ontkend dat hij voormelde regel heeft geschonden. Die ontkenning kan naar het oordeel van de kantonrechter echter geen stand houden.
4.1
Een ‘port betaald’-stempel wordt alleen gebruikt voor zakelijke post, in die zin dat zo’n stempel alleen wordt geplaatst op post die - bundelgewijs - door zakelijke relaties van TNT aan (de zakelijke balie van) TNT wordt aangeboden, welke post vervolgens achteraf op factuurbasis wordt afgerekend.
4.2
De twee enveloppen met daarop geplaatst de ‘port betaald’ stempel zijn geadresseerd aan de moeder van [werknemer] respectievelijk aan een kennis van hem. De laatste heeft tegenover TNT verklaard dat die envelop met inhoud afkomstig was van [werknemer]. [werknemer] heeft die verklaring ter zitting afgezwakt met de stelling dat [O] later tegen hem heeft gezegd dat hij zich vergist heeft, doch daar blijkt niets van. Opvallend is voorts dat ontbreekt een verklaring van [werknemer]’s moeder dat de aan haar gerichte envelop niet afkomstig is geweest van haar zoon, terwijl [werknemer] wel die stelling betrekt.
4.3
Hoewel de kantonrechter zich geen deskundigheid aanmeet van die van een handschrift-deskundige kan niet worden ontkend dat het handschrift op de twee enveloppen, zeker als het gaat om de letters a, k, n, r, t en u, in hoge mate gelijkenis heeft met het handschrift op een klachtenformulier, waarvan vaststaat dat het afkomstig is van [werknemer].
4.4
Op 19 december 2008 heeft [werknemer] tegenover TNT ontkend [P] te kennen, terwijl hij thans die bekendheid erkent. Die ontkenning is gedaan nadat [werknemer] voor de derde maal (eerder al op 11 en 12 december 2008) (ook) een kopie van de aan [P] gerichte envelop is voorgehouden. Die ontkenning is voorts gedaan luttele weken nadat hij - zo staat vast - samen met onder meer [P] ‘Sinterklaas & Piet’-optredens heeft verzorgd. Als ongeloofwaardig moet dan worden beschouwd [werknemer]’s verklaring voor de eerdere ontkenning, te weten dat hij zo veel mensen kent en dat hij ‘daardoor [P] niet direct heeft kunnen plaatsen’.
4.5
Tevens staat vast dat [werknemer] na zijn op non-actiefstelling per 11 december 2008 zich heeft gewend tot [V], die niet bij TNT werkzaam is doch daar voor zijn werkgever wel met regelmaat komt, en dat hij met hem heeft gesproken over TNT’s beschuldiging. [werknemer] heeft met [V] besproken of deze de schuld op zich wilde nemen betreffende het verzenden van privé-post onder gebruikmaking van een ‘port betaald’-stempel. Dat [werknemer] alleen maar tot dat verzoek aan [V] is gekomen omdat hij door TNT zo in het nauw was gebracht, zonder dat daarvoor enige grond zou zijn, zoals [werknemer] betoogt, laat zich moeilijk inzien, te minder nu [V] ook verklaart over een verzoek van [werknemer] om een aan [V] gerichte, van hem afkomstige envelop met ‘port betaald’- stempel te verscheuren ‘omdat anders zijn baan op het spel stond’.
4.6
Tot slot blijkt uit de verklaringen van drie andere postbodes – [B] voorop - dat [werknemer] onoorbaar heeft gehandeld, als het gaat om het verzenden van privé-post met een ‘port betaald’-stempel. [B] heeft immers verklaard dat hij al langere tijd enveloppen moet bestellen, waarvan hij het handschrift herkent als van [werknemer] en die telkens zijn voorzien van de bewuste stempel. [B] heeft ook één van de twee in het geding zijnde enveloppen uit zijn bestelling gehaald. Collega [L] heeft de andere envelop uit haar bestelling gehaald en daarin aanleiding gezien dat te bespreken met [B] en te melden bij de leiding van TNT. De verklaring van [B] vindt steun in die van [R], die verklaart dat hij van collega’s heeft gehoord dat [werknemer] zou frauderen met enveloppen met een ‘port betaald’-stempel en dat [B] hem in dat kader eerder heeft laten zien dat er post van [werknemer] tussen zijn bestelling zat. De verklaring van [B] wordt verder ondersteund door die van [G], die verklaart dat zij [werknemer] ‘stiekem’ heeft zien doen als het gaat om gebruik van een stempel van de zakelijke balie en om het stoppen van enveloppen tussen post die al gereed stond voor afvoer. Anders dan [werknemer] aanvoert, is er onvoldoende reden om aan de juistheid van deze verklaringen te twijfelen. Zoals overwogen, worden die verklaringen onderling op meerdere aspecten bevestigd, terwijl die verklaringen, gelet op wat daarvoor is overwogen, niet op zichzelf staan.
5.
Gelet op het voorgaande moet al met al de conclusie zijn dat de ontkenning van [werknemer] er één is tegen beter weten in en dat moet worden aangenomen dat hij het door TNT gegeven verbod (ten minste) in twee gevallen heeft overtreden. De te laken handelwijze van [werknemer] moet gelijk worden gesteld met fraude en/of diefstal, wat niet door TNT geaccepteerd hoeft te worden. [werknemer] heeft daardoor aan TNT een dringende reden gegeven voor ontslag, van welke consequentie hij zich ook bewust was.
6.
Dat de financiële benadeling van TNT in dit geval slechts betrekkelijk gering is, zoals [werknemer] met een beroep op zijn belang bij behoud van zijn dienstbetrekking lijkt te betogen, maakt het voorgaande niet anders. Zoals hiervoor in overweging 3. is overwogen, mag immers van een postbode worden verwacht dat die zich zonder uitzondering houdt aan de regel dat geen eigen post mag worden verzonden zonder daarvoor te betalen.
7.
De leeftijd van [werknemer] noch zijn persoonlijke omstandigheden als door hem geschetst, kunnen tot een ander oordeel leiden. [werknemer] heeft immers een essentieel onderdeel van zijn verantwoordelijkheid tegenover TNT geschonden, zodanig dat dit voldoende is voor een dringende reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, ook indien die omstandigheden worden meegewogen. Anders dan [werknemer] betoogt, kan hij overigens niet bogen op een smetteloze staat van dienst. In het recente arbeidsverleden heeft hij nog in oktober 2008 een schriftelijke waarschuwing ontvangen voor het bijschrijven van een persoonlijk bericht op een envelop. Voorts is [werknemer] in april 2007 geschorst geweest voor het bedreigen van een collega en het beledigen van een leidinggevende. In dat besproken verleden schuilt derhalve evenmin aanleiding voor een milder oordeel, zoals [werknemer] heeft bepleit.
8.
De kantonrechter heeft tot slot geen reden om aan te nemen dat de door [werknemer] gestelde ‘medische situatie’ - hij was immers tot zijn op non-actiefstelling volledige arbeidsgeschikt - in enigerlei zin een rol speelt bij het door TNT aan hem gemaakte verwijt, welk verwijt, zoals overwogen, op zichzelf de dringende reden kan dragen. Om dezelfde reden wordt voorbij gegaan aan de hypothese van [werknemer] dat de bedrijfseconomische situatie van TNT in dezen een rol zou spelen.
9.
De arbeidsovereenkomst zal dan ook worden ontbonden met ingang van morgen, 7 maart 2009.
10.
De kosten van partijen zullen worden gecompenseerd als nader in het dictum te melden.
- ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst en bepaalt dat deze eindigt per morgen, 7 maart 2009;
- compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
Aldus gegeven door mr. W.F. Boele, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 6 maart 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.