ECLI:NL:RBZLY:2009:BH7640

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
17 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
42391
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fraude bij schadeclaim na aanrijding met bestaande schade aan auto

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 17 maart 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eisende partij en de naamloze vennootschap N.V. Univé Schade. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. R.F. Vogel, claimde schadevergoeding van Univé na een aanrijding op 5 mei 2008. De eisende partij stelde dat de schade aan zijn auto, een Opel Astra, was ontstaan door deze aanrijding, terwijl Univé betwistte dat de schade niet nieuw was en dat de eisende partij een bestaande schade had geclaimd. Univé voerde aan dat de eisende partij bij de aankoop van de auto al op de hoogte was van de schade aan het rechterachterscherm en dat hij dit had verzwegen, wat volgens Univé een vorm van fraude opleverde.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij in zijn verklaringen inconsistent was en dat er overtuigend bewijs was dat de schade aan de auto al bestond voordat de aanrijding plaatsvond. Dit bewijs werd geleverd door een onderzoeksbureau dat in opdracht van Univé het onderzoek had uitgevoerd. De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet naar waarheid had verklaard over de staat van de auto en dat dit een zware schending van zijn verplichtingen jegens Univé opleverde. Hierdoor werd de vordering van de eisende partij afgewezen en werd hij veroordeeld in de kosten van de procedure.

De uitspraak benadrukt het belang van waarheidsgetrouwe informatie bij het indienen van schadeclaims en de gevolgen van het verzwijgen van relevante informatie. De kantonrechter concludeerde dat de eisende partij niet kon bewijzen dat de schade aan de auto was ontstaan door de aanrijding en dat hij in feite een oude schade had geclaimd als nieuw.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Zwolle
zaaknr.: 423912 CV 08-7140
datum : 17 maart 2009
Vonnis in de zaak van:
[EISENDE PARTIJ],
wonende te [woonplaats],
eisende partij, verder te noemen: ‘[eisende partij]’,
gemachtigde mr. R.F. Vogel, advocaat te Leusden,
toegevoegd d.d. 19 augustus 2008 onder nr. 2DI1912,
tegen
de naamloze vennootschap N.V. UNIVÉ SCHADE,
gevestigd te Zwolle, kantoorhoudende te Assen,
gedaagde partij, verder te noemen: ‘Univé’,
procederend bij haar bedrijfsjurist mr. J.G. Hoekstra.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- de dagvaarding d.d. 25 september 2008 en het daarop uitgebrachte herstelexploot d.d. 10 oktober 2008,
- het antwoord van Univé,
- de repliek van [eisende partij] en
- de dupliek van Univé.
Het geschil
De vordering van [eisende partij] strekt ertoe dat Univé wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.042,34, te vermeerderen met rente en kosten.
Univé heeft de vordering bestreden en de afwijzing daarvan bepleit.
De vaststaande feiten
Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist, mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden, het volgende vast.
a. Tussen partijen is op of omstreeks 23 april 2008 een verzekeringsovereenkomst tot stand gekomen waarbij Univé in ‘volledig casco’-dekking heeft genomen een aan [eisende partij] toebehorende auto, een Opel Astra met kenteken [kenteken].
b. Op 5 mei 2008 heeft op de snelweg A6 nabij de Hollandschebrug / Almere een aanrijding plaatsgevonden tussen de door [eisende partij] bestuurde Opel Astra en de elders verzekerde auto, een BMW 320 met het kenteken [kenteken], van zijn vader [naam vader]. De aanrijding bestond daaruit dat [eisende partij] zijn auto niet tijdig tot stilstand heeft weten te brengen voor de in de file stilstaande auto van zijn vader.
c. Bij de aanrijding is de politie niet ter plaatse gekomen, zodat er geen ongevalregistratie-formulier is ingevuld. Er zijn evenmin over de aanrijding getuigenverklaringen van derden beschikbaar.
d. Univé heeft de schade ad € 1.009,96 aan de auto van [naam vader]’ vader vergoed.
e. [eisende partij] heeft na de aanrijding schade aan zijn auto, te weten schade aan de voorzijde en aan het rechterachterscherm, laten herstellen door de onderneming Care Schadeservice te Almere, waarvoor bij factuur van 26 mei 2008 een bedrag van € 2.042,34 incl. BTW in rekening heeft gebracht. Deze schade heeft [eisende partij] bij Univé geclaimd.
f. In opdracht van Univé heeft de heer [M], verbonden aan onderzoeksbureau [X]. te Assen een onderzoek ingesteld naar de door [eisende partij] ingediende schadeclaim. In het van dat onderzoek opgemaakte rapport d.d. 3 juli 2008 is onder meer weergegeven:
- dat het kenteken van de Opel Astra op 21 april 2008 op naam van [eisende partij] is gesteld,
- dat deze auto via Marktplaats.nl door [V], autohandelaar te [gemeente] aan [eisende partij] is verkocht,
- dat op de foto’s van de auto, zoals destijds geplaatst op Marktplaats.nl al blijkt van de schade op het rechterachterscherm,
- dat de verkoper op 10 juni 2008 die foto’s heeft herkend en heeft bevestigd dat de auto met schade aan het rechter achterspatbord te koop heeft gestaan en ook met die schade is verkocht en
- dat [eisende partij], nadat hij met een en ander op 25 juni 2008 is geconfronteerd, zijn eerdere verklaring d.d. 4 juni 2008 dat hij de auto geheel schadevrij heeft gekocht, heeft herroepen en heeft verklaard dat er tijdens de aankoop een kleine deuk/kras op het rechterachterscherm zat ter grootte van maximaal 20 centimeter en dat hij dat niet eerder heeft verteld heeft omdat hij bang was dat men zou denken dat hij een oude schade zou claimen terwijl door de aanrijding veel meer schade aan de rechterkant van zijn auto is ontstaan.
g. Bij brief van 15 juli 2008 heeft Univé aan [eisende partij] onder meer bericht dat onderzoek naar de geclaimde autoschade heeft uitgewezen dat [eisende partij] een onwaarachtige opgave heeft gedaan als het gaat om de geclaimde schade aan de rechterachterzijde van zijn auto nu tijdens het onderzoek is gebleken dat [eisende partij] de auto met die schade aan de rechterachterzijde heeft gekocht. [eisende partij] heeft daardoor volgens Univé fraude gepleegd, als gevolg waarvan de door hem geclaimde autoschade niet wordt vergoed, alle verzekeringsovereenkomsten met hem door Univé worden beëindigd en de fraude en zijn gegevens zullen worden opgenomen in diverse registers en waarschuwingssystemen.
h. [eisende partij] heeft tegen de inhoud van voormelde brief van Univé vergeefs doen protesteren.
De vordering
[eisende partij] vordert van Univé de vergoeding van de schade van de aanrijding van 5 mei 2008. Door een moment van onoplettendheid heeft hij niet alleen de voor hem stil staande auto geraakt doch ook de vangrail, waardoor de schade aan het rechterachterscherm van de auto is ontstaan. Onjuist is dat bij het claimen van die schade frauduleus is gehandeld door daarin een al ten tijde van de aankoop van die auto bestaande schade te betrekken. De auto was toen schadevrij, met uitzondering van een kleine kras op de rechterwielkastrand en een kras op het rechterachter-scherm. Dat betroffen slechts zeer lichte beschadigingen. Die schade is door toedoen van de aanrijding veel groter geworden. Het bedrijf Care Schadeservice heeft dat ook vastgesteld, waarna zij over de gehele rechterkant van de auto reparatiewerkzaamheden heeft verricht. Dat [eisende partij] eerst niet over die al bestaande zeer lichte beschadigingen jegens Univé heeft gesproken, is een onbewuste vergissing geweest en niet een bewust plegen van fraude. Univé is dan ook gehouden om de reparatienota te voldoen.
Het verweer
Uit het door onderzoeksbureau [X] verrichte technische en tactische onderzoek is genoegzaam gebleken dat de geclaimde schade aan de rechterachterscherm gelijk is aan de schade die bij aankoop van de auto aanwezig was. Dit blijkt uit vergelijking van de foto’s, genomen van de auto bij Care Schadeservice, met de foto’s van de auto zoals die op Marktplaats.nl hebben gestaan. Daarnaast heeft de verkoper de schade aan de auto, zoals die blijkt uit de foto’s genomen bij Care Schadeservice, herkend als de schade waarmee de auto te koop stond. Bij de heer [B] van Care Schadeservice bestond ook twijfel of de schade aan de voorzijde én aan de rechterzijde van de auto van één en hetzelfde evenement was. Vanwege zijn twijfel heeft hij een afzonderlijk rapport van de zijschade opgemaakt. [eisende partij] heeft daarnaast twee volledig tegengestelde verklaringen afgelegd. In zijn eerste verklaring heeft hij aangegeven dat hij de auto heeft gekocht zonder zijschade, daar waar hij in zijn tweede verklaring spreekt over het kopen met schade aan de rechterachterzijde. Er is dan ook geen sprake van een verergering van schade en/of meerschade. [eisende partij] heeft een oude schade bij Univé geclaimd. Univé heeft dan ook op juiste gronden de schadeclaim afgewezen.
De beoordeling
1.
Tussen partijen staat vast dat de door Univé verzekerde auto van [eisende partij] op 5 mei 2008 een beschadiging had aan het rechterachterscherm en rechterwielkastrand.
2.
In geschil is het antwoord op de vraag of die schade op 5 mei 2008 is ontstaan althans is verergerd dan wel dat sprake is van een bestaande, oude schade aan de auto.
3.
Indien komt vast te staan dat [eisende partij] een bestaande, oude schade bij Univé heeft geclaimd, is dat zodanig zwaarwichtig te nemen dat Univé in alle redelijkheid iedere vergoeding van de geclaimde herstelkosten heeft kunnen weigeren.
4.
De kantonrechter stelt voorop dat [eisende partij] als verzekerde voldoende onderbouwd dient te stellen, en bij voldoende gemotiveerde betwisting door Univé als verzekeraar ingevolge het bepaalde in artikel 150 Rv ook dient te bewijzen dat de verzekerde auto, in het bijzonder het rechterachter-scherm en de rechterwielkastrand, in de periode waarin Univé dekking heeft verleend, is beschadigd.
5.
[eisende partij] heeft gesteld dat hij, rijdende op de A6, te laat een file heeft opgemerkt, dat hij vergeefs
heeft getracht een aanrijding te voorkomen door naar rechts uit te wijken en dat hij daarbij de vangrail en/of een daarop bevestigde reflector heeft geraakt. Hij heeft ter bevestiging van zijn lezing zich beroepen op een schriftelijke verklaring van zijn vader, die bij de aanrijding betrokken was, en op de verklaringen van een buurman en kennis die ieder schriftelijk hebben verklaard dat een aanwezige beschadiging na de aanrijding op 5 mei 2008 is verergerd. Die enkele verklaringen zijn in het licht van wat hierna wordt overwogen onvoldoende om aan te nemen dat [eisende partij]’ auto op 5 mei 2008 op de door hem gestelde wijze nader is beschadigd.
6.
Vast staat dat [eisende partij] bij het claimen van de schade tegenover Univé niet heeft gesproken over een verergering van bestaande schade aan de rechterzijde van de auto.
7.
Door [C] is tijdens het aan haar door Univé opgedragen onderzoek aan [eisende partij] op 4 juni 2008 onder meer expliciet gevraagd naar de staat van de auto. Daarop is door [eisende partij] onder meer geantwoord: ‘(…) Ik kocht deze Opel op 21 april 2008 bij een autohandelaar in de provincie Groningen. Ik kwam hierbij via Internet, de site van Marktplaats.nl. De auto was toen in keurige staat en was geheel schadevrij. Er zat alleen wat steenslag op de voorkant van de auto. (…) Ik zag toen de schade aan de voorbumper en motorkap en tevens de schade aan het rechter achterscherm. U heeft mij zojuist de foto’s van de schade getoond. Ik heb die schade herkend als de schade die ik heb opgelopen door deze aanrijding. Ik zal deze foto’s ook ondertekenen. De schade zat er niet op toen ik de auto kocht en wel na de aanrijding. Daar ben ik heel zeker van. (…) De schade aan mijn auto is al gemaakt bij Care in Almere (…). [X] is daar de contactpersoon. Hij kan ook aangeven dat de schade aan het achterscherm verse schade was. Hij heeft mij dat zelf gezegd. (…)’ [eisende partij] heeft deze verklaring vervolgens ondertekend.
8.
[eisende partij] is tijdens voormeld onderzoek op 25 juni 2008 nogmaals door [C] gehoord over de staat van de auto voorafgaande aan de aanrijding. Aan hem zijn toen onder meer de verklaring van de verkoper en de door deze bij de verkoop gebruikte foto’s voorgehouden. Daarop is door [eisende partij] onder meer geantwoord: ‘U deelt mij mede dat ik op 4 juni 2008 (…) heb verklaard dat ik de Opel (…) geheel schadevrij heb gekocht (…). U vraagt mij of dat correct is. Dat is niet correct. Toen ik de auto kocht zat er op het rechter achterscherm een kleine deuk/kras. De grootte was toen maximaal 20 cm. Op de rechterachter wielkastrand zat ook een kleine beschadiging. Ik heb dit niet (…) verteld. De reden daarvan is dat ik bang was dat men zou denken dat ik oude schade zou claimen. Door die aanrijding is er namelijk veel meer schade aan de rechterkant van de Opel ontstaan. Niet alleen de deuk/kras en de kleine beschadiging waren erger geworden, maar ook bijna het complete rechterachterscherm is beschadigd. (…) De schade die aan de auto zat toen ik de auto kocht is erger geworden. De foto’s die onderaan de verklaring van de verkoper staan zijn gemaakt bij Care in Almere. Op die foto’s is alleen de schade te zien toen ik de auto kocht. De schade die door de aanrijding is ontstaan is niet te zien. (…) Ik geef toe dat ik (…) niet de volledige waarheid heb verteld. Ik had (…) moeten vertellen dat er al schade aan de auto zat toen ik deze kocht. De reden daarvan heb ik hierboven al genoemd. (…).’ [eisende partij] heeft ook deze verklaring ondertekend.
9.
In het kader van het onderzoek door [C] is door de verkoper van de Opel – [verkoper] te [gemeente] - verklaard dat hij de auto met een beschadiging aan de rechterachterspatbord aan [eisende partij] heeft verkocht. Daarbij zijn aan hem, zo blijkt uit de door [verkoper] ondertekende verklaring d.d. 10 juni 2008, twee foto’s getoond, die door [C] zijn gemaakt van de bij Care Schadeservice aanwezige Opel. [verkoper] heeft daarop zonder voorbehoud verklaard dat de schade op die foto’s de schade is waarmee hij de auto aan [eisende partij] heeft verkocht.
10.
Uit het door Univé overgelegde onderzoeksrapport van [C] blijkt voorts - wat [eisende partij] niet heeft bestreden - dat schaderegelaar [X] van Care Schadeservice te Almere tegenover [eisende partij] zijn twijfels heeft geuit over de ‘versheid’ van de schade aan de rechterzijkant, waarna [eisende partij] heeft verklaard dat hij tegen een betonnen afscheiding en tegen de voorligger was gereden. Ook op dat moment heeft [eisende partij] niet gesproken over een bestaande schade die verergerd zou zijn, zelfs niet nadat hem daaromtrent twijfels zijn voorgehouden. Als onweersproken staat vast dat [X] voormeld in zijn twijfel of de schade aan de rechterzijde van de auto van hetzelfde evenement afkomstig was als de schade aan de voorzijde aanleiding heeft gezien om een afzonderlijk rapport op te maken.
11.
Van het door Univé overgelegde onderzoeksrapport van [C] maken deel uit een aantal foto’s van de rechterzijkant van de auto.
11.1
Dit betreffen enerzijds foto’s die van de auto gemaakt zijn terwijl die bij Care aanwezig was voor herstel en anderzijds foto’s waarmee de auto te koop heeft gestaan op de website marktplaats.nl. De op die foto’s zichtbare beschadiging is gelijk, zoals [eisende partij] ook in zijn ondertekende verklaring van 25 juni 2008 heeft erkend.
11.2
[eisende partij] heeft daarnaast op 4 juni 2008 op de foto, die door [verkoper] voor de advertentie op Marktplaats.nl is gebruikt, de schade aangewezen als zijnde de schade opgelopen door de aanrijding van 5 mei 2008, welke foto vervolgens door [eisende partij] van een handtekening is voorzien.
11.3
Dat het gaat om een foto die [verkoper] bij de verkoop heeft gebruikt, blijkt uit de door Univé overgelegde print van de advertentie waarmee de auto op Marktplaats.nl te koop heeft gestaan. In die advertentie wordt gemeld dat de auto een kleine beschadiging heeft op het rechter achterspatbord, waarna naar foto nr. 6 wordt verwezen. Onderaan die advertentie staan zes verkleinde foto’s, waarvan de meest rechtse foto (ofwel nr. 6) een verkleind exemplaar is van de foto die op 4 juni 2008 door [eisende partij] van een handtekening is voorzien.
12.
[eisende partij] ontkent thans wel dat hem op 4 juni 2008 foto’s zijn getoond doch dat staat wel vermeld in de door hem ondertekende verklaring van 4 juni 2008, als hiervoor in overweging 7. weergegeven. Hij ontkent voorts dat hij die foto van een handtekening heeft voorzien doch hij licht niet toe hoe die foto dan van zijn handtekening is voorzien, terwijl in de door hem ondertekende verklaring eveneens is vermeld dat hij die foto’s zal ondertekenen. Aan [eisende partij]’ betwisting dienaangaande kan dan ook geen geloof worden gehecht.
13.
[eisende partij] heeft voorts in de stukken de stelling ingenomen dat door de aanrijding op 5 mei 2008 de schade aan de rechterzijkant groter en dieper is geworden doch die stelling verdraagt zich niet met zijn op 25 juni 2008 afgelegde verklaring als hiervoor in overweging 8. weergegeven. Toen heeft [eisende partij] verklaard dat de schade die op de bij Care genomen foto’s is te zien, de schade is waarmee hij de auto van [verkoper] heeft gekocht en dat de door de aanrijding verergerde schade niet op die foto’s is te zien. Voor zover [eisende partij] betoogt dat de schade, die volgens hem dieper en groter zou zijn geworden, genoegzaam blijkt uit de foto waarop de geplamuurde rechterachterzijkant van de auto is te zien, kan hij daarin niet worden gevolgd. Bij een herstel van een kras / deuk van een lengte van zeker 20 centimeter en een breedte van circa 10 centimeter zal, zoals Univé ook heeft aangevoerd, het oppervlak van het plaatwerk waaraan het benodigde herstelwerk wordt uitgevoerd ook groter zijn dan alleen het beschadigde oppervlak.
14.
Uit het voorgaande volgt dat [eisende partij] in eerste instantie tegenover Univé, [X] van Care Schadeservice en [C] heeft voorgewend dat de auto, wat betreft het rechterachterscherm en de rechterachterwielkastrand, voorafgaande aan de aanrijding van 5 mei 2008 geheel schadevrij was en dat de door Care Schadeservice herstelde beschadiging enkel en alleen het gevolg was van die aanrijding. [eisende partij] heeft daarmee verzwegen respectievelijk desgevraagd gelogen, zoals hij ook erkent, dat de auto voorafgaande aan de aanrijding al op genoemde punten was beschadigd. Dat [eisende partij] zich aangaande die beschadiging ‘onbewust heeft vergist’, zoals hij nu ingang wil doen vinden, is niet geloofwaardig nu [eisende partij] daarvoor in zijn verklaring van 25 juni 2008 een specifieke verklaring heeft gegeven, te weten de vrees dat ‘men zou denken dat hij een oude schade zou claimen’. [eisende partij] heeft tot slot de zichtbare schade op een foto van voor de aankoop van de auto aangewezen als de schade die is ontstaan als gevolg van de aanrijding. [eisende partij]’ stellingen zijn dan ook als deels onjuist, deels onbegrijpelijk en deels innerlijk tegenstrijdig niet geloofwaardig.
15.
Het voorgaande wordt niet anders indien in aanmerking worden genomen de door hem overgelegde verklaringen van zijn vader [naam vader], buurman [naam buurman] en kennis [naam kennis]. De inhoud van al deze verklaringen komt er op neer dat de beschadiging aan de rechterzijde van de auto na de aanrijding ‘veel meer’ en ‘veel erger’ was dan daarvoor. De juistheid van verklaringen wordt genoegzaam weerlegd door voormelde foto’s en wat [eisende partij] daarover en voor het overige heeft verklaard.
16.
Op grond van hiervoor weergegeven overwegingen komt de kantonrechter tot het oordeel dat sprake is van een oude, bestaande schade die als nieuw is geclaimd. Dat feit vormt op zichzelf voldoende grond om tot de conclusie te komen dat [eisende partij] niet naar waarheid opgave heeft gedaan van de schade, wat een zodanige zwaarwichtige schending oplevert van zijn verplichting ter zake, dat dit leidt tot een verval van zijn aanspraak op schade-uitkering. De vordering van [eisende partij] dient dan ook te worden afgewezen.
17.
[eisende partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden verwezen als nader in het dictum te melden.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering van [eisende partij] af;
- veroordeelt [eisende partij] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Univé begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. W.F. Boele, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 17 maart 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.