ECLI:NL:RBZLY:2009:BH7745
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van werknemer in arbeidszaak door onjuiste naamsvermelding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 17 maart 2009 uitspraak gedaan in een arbeidszaak waarbij een werknemer zijn ex-werkgever heeft gedagvaard onder diens handelsnaam in plaats van de statutaire naam. De werknemer, aangeduid als '[eisende partij]', heeft de gedaagde partij, een besloten vennootschap die onder de naam '[GEDAAGDE PARTIJ]' opereert, gedagvaard. De gedaagde partij is echter niet verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer had beoogd de vennootschap '[T] Detacheringen B.V.' te dagvaarden, die de voormalige werkgever van de werknemer was. De gedaagde partij heeft primair de niet-ontvankelijkheid van de werknemer bepleit, en subsidiair de afwijzing van diens vordering, met veroordeling in de proceskosten.
De kantonrechter heeft uiteengezet dat de werknemer niet op de juiste wijze om rectificatie van de naam heeft verzocht, maar om doorhaling van de procedure. Dit verzoek werd ingewilligd, omdat de gedaagde partij niet op de juiste wijze was aangeduid. De kantonrechter heeft verder opgemerkt dat de wettelijke regeling omtrent doorhaling ter rolle geen voorwaarde stelt dat er overeenstemming moet zijn over de proceskosten. De kantonrechter heeft ook vastgesteld dat de gedaagde partij, '[T]', niet-ontvankelijk is in haar eis in reconventie, omdat zij als derde in de procedure is aangemerkt en niet heeft tussengekomen.
De beslissing van de kantonrechter was derhalve om de procedure tussen de werknemer en de gedaagde partij door te halen en de gedaagde partij niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen jegens de werknemer. Deze uitspraak benadrukt het belang van correcte naamsvermelding in juridische procedures en de gevolgen van het niet naleven van deze vereisten.