ECLI:NL:RBZLY:2009:BH8953
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.P. Nieuwenhuis
- H. Heins
- A.J. Louter
- Rechtspraak.nl
Zedenzaak met onvoldoende bewijs en schending van cautieplicht
In deze zedenzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, stond de verdachte terecht op beschuldiging van ontuchtige handelingen met twee minderjarige slachtoffers, [naam 1] en [naam 2]. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van drie jaar en tbs, evenals schadevergoeding voor de benadeelde partijen. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte beoordeeld, waarbij de raadsvrouw aanvoerde dat de processen-verbaal van verhoor gebreken vertoonden en dat de verdachte niet correct was geïnformeerd over zijn rechten, waaronder het recht op een advocaat en de cautie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cautie niet was gegeven tijdens de tweede en derde verhoren, wat een ernstige schending van de rechten van de verdachte betekende. Hierdoor kon de rechtbank de verklaringen van de verdachte in deze verhoren niet als bewijs gebruiken. De rechtbank oordeelde dat de overige bewijsmiddelen onvoldoende waren om tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten te komen. Uiteindelijk werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen, en werden de benadeelde partijen in hun vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak vond plaats op 26 maart 2009.