ECLI:NL:RBZLY:2009:BH9376
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Zomer
- Rechtspraak.nl
Veroordeling in de werkelijke advocaatkosten in plaats van op basis van het liquidatietarief in verband met onredelijk procesgedrag
In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, vorderde eiser [C] betaling van een bedrag van EUR 4.581,50 van gedaagde [D], vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering was gebaseerd op de stelling dat [D] onrechtmatig had gehandeld door de kosten van een spuitgietmatrijs, die door [C] was aangeschaft en aan [D] was doorbelast, niet te betalen. De rechtbank oordeelde dat [C] niet voldoende had aangetoond dat hij [D] meerdere keren om betaling had verzocht, en dat hij niet had geprobeerd om in overleg met [D] tot een oplossing te komen voordat hij de procedure startte. Dit leidde tot de conclusie dat [D] niet in verzuim was met betrekking tot de betaling van de factuur.
De rechtbank oordeelde verder dat [C] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moest worden veroordeeld. [D] had verzocht om vergoeding van de werkelijk gemaakte advocaatkosten, en de rechtbank concludeerde dat [C] onredelijk procesgedrag had vertoond door een kansloze procedure te starten. Dit onredelijke procesgedrag rechtvaardigde de veroordeling van [C] in de werkelijke advocaatkosten van [D]. De rechtbank hield de beslissing over de kosten aan en stelde beide partijen in de gelegenheid om hun standpunten over de kosten te verduidelijken in een vervolgprocedure.
Het vonnis werd uitgesproken op 21 januari 2009 door mr. M. Zomer, en de zaak betreft de rolnummers 143258 / HA ZA 08-360. De uitspraak benadrukt het belang van redelijkheid en billijkheid in civiele procedures, vooral in gevallen waar onredelijk procesgedrag aan de orde is.