ECLI:NL:RBZLY:2009:BI1941
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in geschil over betaling van advocaat declaraties onder WTBZ
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 14 januari 2009, betreft het een geschil tussen de naamloze vennootschap Nysingh Advocaten-Notarissen N.V. en [A]. Nysingh vordert betaling van een declaratie van EUR 33.681,18, terwijl [A] zich beroept op onbevoegdheid van de rechtbank op grond van de Wet tarieven in burgerlijke zaken (WTBZ). De rechtbank heeft de procedure in twee delen behandeld: het incident en de hoofdzaak. In het incident heeft [A] aangevoerd dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren, omdat de WTBZ van toepassing zou zijn. Hij stelt dat de gedeclareerde bedragen niet in verhouding staan tot de verrichte werkzaamheden en dat hij niet als contractspartij kan worden beschouwd. Nysingh heeft echter betoogd dat de WTBZ niet van toepassing is, omdat [A] voorafgaand aan de dagvaarding niet heeft gereclameerd over de hoogte van de declaraties.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de vordering van Nysingh voldoende onderbouwd is en dat de WTBZ niet van toepassing is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de declaraties voldoende gespecificeerd zijn en dat [A] als opdrachtgever kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft de vordering van [A] tot onbevoegdheid afgewezen en de zaak in de hoofdzaak aangehouden voor beraad over een comparitie. De beslissing over de kosten van het incident is aangehouden tot de hoofdzaak. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.H.S. Lebens-de Mug.