ECLI:NL:RBZLY:2009:BI2007
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitleg van een relatiebeding in een beëindigingsovereenkomst tussen werkgever en werknemer
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 15 april 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werkgever, aangeduid als [eisende partij], en een werknemer, aangeduid als [gedaagde partij]. De zaak betreft de uitleg van een relatiebeding dat is opgenomen in een beëindigingsovereenkomst tussen partijen. De gedaagde partij had na beëindiging van haar arbeidsovereenkomst werkzaamheden verricht voor de Gemeente Kampen, wat volgens de eiser in strijd was met het relatiebeding. De eiser vorderde een verbod op deze werkzaamheden en een dwangsom voor elke dag dat de gedaagde partij zich niet aan het verbod zou houden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij per 1 juli 2008 haar arbeidsovereenkomst met de eiser had beëindigd en dat in de vaststellingsovereenkomst een relatiebeding was opgenomen dat gold voor een periode van één jaar. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij, door werkzaamheden voor de Gemeente Kampen te verrichten, het relatiebeding heeft geschonden. De rechter heeft de vordering van de eiser toegewezen en de gedaagde partij verboden om deze werkzaamheden te verrichten, onder verbeurte van een dwangsom van € 450,00 per dag tot een maximum van € 30.000,00.
De rechter heeft ook geoordeeld dat de gedaagde partij als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten werd veroordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in arbeidsovereenkomsten en beëindigingsovereenkomsten, vooral met betrekking tot relatiebedingen en de gevolgen van overtredingen daarvan.