ECLI:NL:RBZLY:2009:BI2311

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
25 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
117820 / HA ZA 06-247
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Zomer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitstel van wijzen vonnis in schadestaatprocedure wegens hoger beroep

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad, is op 25 februari 2009 een vonnis gewezen in een schadestaatprocedure. De eiseres, E+E Nederland B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. M.F.H.M. van Haastert, heeft een procedure aangespannen tegen de gedaagde, Hanskamp B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. F. Klemann. De rechtbank heeft in deze procedure besloten om het wijzen van het vonnis uit te stellen. Dit besluit is genomen omdat er een hoger beroep aanhangig is tegen een eerder eindvonnis van 7 september 2005, waar de schadestaatprocedure op voortbouwt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het hoger beroep zich in een vergevorderd stadium bevindt, en dat het niet zinvol is om nu een eindvonnis te wijzen, gezien de mogelijkheid dat het Gerechtshof tot een andere beslissing kan komen.

De rechtbank heeft het verzoek van Hanskamp om de procedure aan te houden of te verwijzen naar de parkeerrol opgevat als een verzoek op basis van het Landelijk rolreglement. De zaak is vervolgens verwezen naar de parkeerrol van 7 oktober 2009. De rechtbank heeft aangegeven dat indien een partij het geding wil voortzetten, dit tijdig moet worden aangevraagd. Bij stilzwijgen van beide partijen zal de rechtbank aannemen dat zij het geding niet wensen voort te zetten, en zal de zaak ambtshalve worden doorgehaald. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. M. Zomer op de datum van het vonnis.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 117820 / HA ZA 06-247
Rolbeslissing van 25 februari 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
E+E NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Kerk Avezaath, gemeente Buren,
eiseres,
advocaat mr. M.F.H.M. van Haastert,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HANSKAMP B.V.,
gevestigd te Deventer,
gedaagde,
advocaat mr. F. Klemann.
Partijen zullen hierna E+E en Hanskamp genoemd worden.
1. Het verdere verloop van de procedure
Het laatste tussenvonnis in deze procedure is gewezen op 1 oktober 2008.
Vervolgens hebben partijen zich bij akte(s) van 29 oktober 2008 uitgelaten als door de rechtbank verzocht in rechtsoverweging 2.6 van het voormelde tussenvonnis.
2. De verdere beoordeling
2.1 Partijen hebben de in het tussenvonnis van 1 oktober 2008 gevraagde informatie over de huidige stand van de procedure in het hoger beroep tegen het eindvonnis van 7 september 2005 verstrekt, voorzien van de nodige stukken.
2.2 Uit deze informatie volgt dat het hoger beroep inmiddels in een vergevorderd stadium is. Na het tussenarrest van het Gerechtshof van 16 oktober 2007, waarbij aan E+E een bewijsopdracht is verstrekt, zijn in enquête en contra enquête getuigen gehoord en hebben partijen over en weer een memorie na enquête ingediend. Omdat de kans niet denkbeeldig is dat het Gerechtshof bij eindvonnis een andere beslissing zal geven dan vervat in het eindvonnis van 7 september 2005 van de rechtbank, is het naar het oordeel van de rechtbank weinig zinvol om in de onderhavige schadestaat procedure, die voortborduurt op het eindvonnis van 7 september 2005, thans een eindvonnis te wijzen.
Het herhaalde verzoek van Hanskamp om de onderhavige procedure in overeenstemming met een goede procesorde aan te houden of te verwijzen naar de parkeerrol, vat de rechtbank daarom op als een tweede verzoek van Hanskamp op basis van het bepaalde in artikel 6.5 jo 2.8 van het Landelijk rolreglement tot uitstel van het wijzen van vonnis wegens klemmende redenen, bestaande uit een goede procesorde.
(Het Landelijk rolreglement is, behalve in de Staatscourant, te vinden op de website www.rechtspraak.nl onder Naar de rechter/Landelijke regelingen/Sector civiel recht).
2.3 De zaak zal gelet op het vorenstaande en met inachtneming van artikel 9.4 van het Landelijk rolreglement naar de parkeerrol van woensdag 7 oktober 2009 worden verwezen.
2.4 Indien een partij een op de parkeerrol geplaatst geding wenst voort te zetten of een nieuwe verwijzing naar een volgende parkeerrol wenst, dient zij dit aan de rechtbank te verzoeken. Het verzoek wordt gedaan conform bijlage B van het Landelijk rolreglement en dient de rechtbank uiterlijk vier dagen voor de parkeerroldatum te hebben bereikt.
2.5 Uit stilzwijgen van beide partijen over de voortzetting van het geding zal de rechtbank afleiden dat partijen het geding niet wensen voort te zetten. De zaak zal dan op de parkeerrol ambtshalve worden doorgehaald.
3. De beslissing
De rechtbank:
3.1. verwijst het geding naar de parkeerrol van woensdag 7 oktober 2009;
3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beslissing is gegeven door mr. M. Zomer en in het openbaar uitgesproken op 25 februari 2009.