ECLI:NL:RBZLY:2009:BI8177
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J. Louter
- C.A.M. Heeregrave
- G.P. Nieuwenhuis
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 7 mei 2009 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van de officier van justitie in zijn vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De veroordeelde was in eerste instantie aangemeld bij de forensische polikliniek De Tender, maar deze instelling heeft aangegeven dat de problematiek van de veroordeelde te complex was voor een ambulante behandeling. Hierna is de veroordeelde aangemeld bij een Forensische Psychiatrische Afdeling, waar zij aanvankelijk niet aan wilde meewerken, omdat het vonnis een poliklinische behandeling voorschreef. De officier van justitie heeft vervolgens druk uitgeoefend op de veroordeelde, met de mededeling dat als zij niet zou meewerken aan de opname, het toezicht retour gezonden moest worden. De rechtbank oordeelt dat de voorwaardelijke straf onder de geschetste omstandigheden als drukmiddel is gebruikt om de veroordeelde te dwingen tot opname in de Forensische Psychiatrische Afdeling, wat in strijd is met het vonnis dat een ambulante behandeling voorschreef. De rechtbank concludeert dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering, omdat hij verantwoordelijk is voor een juiste tenuitvoerlegging van het vonnis en betrokken was bij het uitoefenen van druk. De beslissing is genomen na een openbare terechtzitting op 23 april 2009, waarbij de officier van justitie, de veroordeelde en haar raadsman, mr. A.C. Huisman, zijn gehoord. De rechtbank heeft bij haar beslissing gelet op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.