ECLI:NL:RBZLY:2009:BJ0434
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.F. Roelink
- M.C.P. de Ridder
- M.A.A. ter Meer-Siebers
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van primair ten laste gelegde en bewezenverklaring van mishandeling met werkstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf
Op 22 juni 2009 heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een persoon genaamd [slachtoffer] op 27 september 2008 in Almere. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meermalen de aangeefster heeft geslagen en getrapt, maar oordeelt dat deze handelingen niet kunnen worden gekwalificeerd als zware mishandeling. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen bewijs is voor voorwaardelijk opzet op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, en spreekt de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit.
Wel heeft de rechtbank het subsidiair ten laste gelegde feit, namelijk mishandeling, wettig en overtuigend bewezen geacht. De verdachte is veroordeeld tot een werkstraf van 75 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bewezen verklaarde en heeft de reclassering opgedragen om de verdachte te begeleiden tijdens de proeftijd. De rechtbank heeft ook het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een passende sanctie die de ernst van de feiten onderstreept en de verdachte ervan weerhoudt nieuwe strafbare feiten te plegen. De rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en heeft de verdachte vrijgesproken van wat meer of anders is ten laste gelegd.