ECLI:NL:RBZLY:2009:BK0531
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W. Miltenburg
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van een minderjarige door haperende gezagsinvulling van ouders
In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming op 21 september 2009 een verzoekschrift ingediend tot ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 1992, die bij zijn broer en zus verblijft. De ouders, die belast zijn met het gezag, zijn vertegenwoordigd door hun advocaat. Tijdens de zitting op 12 oktober 2009 zijn de ouders en de gezinsvoogdijinstelling aanwezig. De Raad verzoekt om de minderjarige voor een jaar onder toezicht te stellen, omdat de ouders niet in staat zijn om adequaat invulling te geven aan hun gezag. De kinderrechter heeft kennisgenomen van een rapport van de Raad van 24 augustus 2009 en constateert dat er een ernstige bedreiging is voor de zedelijke en geestelijke belangen van de minderjarige.
De ouders maken bezwaar tegen de ondertoezichtstelling en stellen dat er geen ernstige bedreiging is voor hun kind. Ze beweren dat ze hun kinderen altijd naar eer en geweten hebben verzorgd en dat de minderjarige bij hen kan terugkeren als hij dat wil. De kinderrechter wijst op de wettelijke verplichtingen van ouders en concludeert dat de communicatie tussen de ouders en de minderjarige ernstig verstoord is. De ouders leggen de verantwoordelijkheid voor contactherstel bij de minderjarige, wat volgens de kinderrechter niet juist is.
De kinderrechter oordeelt dat de haperende invulling van het gezag door de ouders leidt tot een ernstige bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen van de minderjarige. De ouders zijn niet in staat om de nodige ondersteuning te bieden voor de ontwikkeling van de minderjarige, die op het punt staat meerderjarig te worden. Daarom wordt het verzoek tot ondertoezichtstelling toegewezen, met benoeming van Bureau Jeugdzorg Overijssel als gezinsvoogdijinstelling. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders verzochte wordt afgewezen.