ECLI:NL:RBZLY:2009:BK1254
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en billijke vergoeding in arbeidszaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 25 september 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de gezamenlijke erven van de verzoekende partij en de verwerende partij. De verzoekende partij heeft aangevoerd dat door de recente verdeling en verkoop van een landgoed de werkzaamheden voor de verwerende partij aanzienlijk zijn verminderd, waardoor er voor hem geen serieuze taak meer resteert. De verwerende partij heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter, maar verzocht om een billijke vergoeding bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat beide partijen het erover eens zijn dat de gewijzigde omstandigheden aanleiding geven tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft vervolgens de verzoeken van de verwerende partij om rekening te houden met een fictieve opzegtermijn en om een hogere vergoeding toe te kennen, verworpen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de billijke vergoeding, berekend volgens de kantonrechtersformule met correctiefactor C = 1, een bedrag van € 21.500,- bruto bedraagt. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst is per 1 oktober 2009 ingegaan.
Daarnaast heeft de kantonrechter besloten dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze uitspraak is gedaan door kantonrechter A.H. Canté en is openbaar uitgesproken in de zitting van 25 september 2009.