ECLI:NL:RBZLY:2009:BK1255
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing loonvordering en ontslagname in arbeidszaak
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 17 september 2009 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werkneemster, aangeduid als [eisende partij], en haar werkgever, de stichting [gedaagde partij]. De werkneemster vorderde een voorlopige voorziening tot doorbetaling van haar salaris vanaf 15 juni 2009, tot wedertewerkstelling bij volledige arbeidsgeschiktheid, en betaling van wettelijke verhoging en rente. De werkgever betwistte de vordering en stelde dat de werkneemster op 15 juni 2009 zelf ontslag op staande voet had genomen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkneemster op 8 juni 2009 aan haar leidinggevende heeft meegedeeld dat zij de organisatie wilde verlaten, en dit schriftelijk heeft bevestigd in een brief van 9 juni 2009. De werkgever heeft deze opzegging aanvaard, maar de werkneemster heeft later geprobeerd om haar vertrek te vervroegen naar 2 juli 2009, wat door de werkgever niet werd geaccepteerd. De werkneemster heeft vervolgens op 15 juni 2009 het kantoor verlaten en is ziek gemeld, maar de werkgever heeft deze ziekmelding niet erkend.
De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stelling dat zij arbeidsongeschikt was, en dat de werkgever redelijkerwijs kon aannemen dat de werkneemster haar ontslag daadwerkelijk wilde. De rechter concludeerde dat de vordering van de werkneemster in een bodemprocedure waarschijnlijk niet zou worden gehonoreerd, en heeft de gevraagde voorlopige voorziening geweigerd. De werkneemster werd veroordeeld in de proceskosten van de werkgever.