ECLI:NL:RBZLY:2009:BK1611
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- W.J.B. Cornelissen
- Y. van der Zaan-van Arnhem
- Rechtspraak.nl
Geen onmiddellijke openbaarmaking van documenten op grond van de Wob in kader vaccinatie Mexicaanse griep
Op 30 oktober 2009 heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoekers, vertegenwoordigd door L. van Dinter, hebben de voorzieningenrechter verzocht om opschorting van alle werkzaamheden en plannen voor de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep, totdat burgers in staat worden gesteld om zich adequaat te informeren. Dit verzoek werd ingediend na een eerder verzoek op 23 juli 2009 om documenten openbaar te maken op grond van de Wet openbaarheid van Bestuur (Wob), met betrekking tot de gesprekken tussen het Ministerie van Volksgezondheid en farmaceutische bedrijven over het vaccin. De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage heeft het verzoek doorgezonden naar de rechtbank Zwolle-Lelystad, omdat deze rechtbank bevoegd was.
Tijdens de zitting op 22 oktober 2009 zijn verzoekers en hun deskundige J. Koetsier verschenen, terwijl de verweerder, vertegenwoordigd door mr. M.F. van der Mersch, ook aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen spoedeisend belang was dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigde. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoekers niet aannemelijk hadden gemaakt dat het belang bij onmiddellijke openbaarmaking van de documenten zo zwaarwegend was dat het besluit van 29 september 2009, waarin de openbaarmaking was geweigerd, ernstig betwijfeld moest worden. De informatie over het vaccin was inmiddels beschikbaar op de website van de European Medicines Agency (EMEA).
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en ook het verzoek om een dwangsom wegens te late beslissing op de aanvraag niet toegewezen, omdat de aanvraag vóór de inwerkingtreding van de Wet dwangsom was ingediend. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 30 oktober 2009.