ECLI:NL:RBZLY:2009:BK3328
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. van der Hulst
- Rechtspraak.nl
Geschil over advocatendeclaratie en samenloop met Wtbz-procedure
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, ging het om een geschil tussen de maatschap Plasbossinade Advocaten en Notarissen en een gedaagde over een advocatendeclaratie. De eiseres, Plasbossinade, vorderde betaling van een bedrag van EUR 5.951,93, vermeerderd met rente en kosten, voor werkzaamheden die zij in opdracht van de gedaagde had verricht. De gedaagde betwistte het bestaan van de vordering en stelde dat er geen opdracht was gegeven voor de werkzaamheden die Plasbossinade had gedeclareerd. De rechtbank diende te oordelen over de vraag of de gedaagde daadwerkelijk opdracht had gegeven voor de werkzaamheden en of de declaratie redelijk was.
De rechtbank overwoog dat de gedaagde in juli 2005 contact had opgenomen met Plasbossinade met het verzoek om over zijn vordering op de Friesland Bank te overleggen. Gedurende de procedure werd duidelijk dat er meerdere advocatenkantoren betrokken waren geweest bij de lopende zaken van de gedaagde, en dat er gesprekken waren gevoerd over de mogelijkheden van rechtsbijstand. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde wel degelijk opdracht had gegeven voor werkzaamheden in de zaken tegen notaris [C] en tegen [D], maar dat dit niet het geval was voor de zaak tegen de Friesland Bank, waar Plasbossinade in afwachting was van een duidelijke opdracht.
Uiteindelijk wees de rechtbank de vorderingen van Plasbossinade af en compenseerde de proceskosten, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De rechtbank benadrukte dat de bijzondere rechtsgang van de Wet tarieven in burgerlijke zaken (WTBZ) gevolgd diende te worden voor geschillen over de hoogte van advocatendeclaraties, en dat de rechtbank in dat opzicht onbevoegd was. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. J. van der Hulst op 2 september 2009.