ECLI:NL:RBZLY:2009:BK7928

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
4 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
161078 - KG ZA 09-408
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen ouders en zorginstelling over de zorg en toegang tot hun zoon met niet-aangeboren hersenafwijking

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, gaat het om een geschil tussen de ouders van [eiser sub 3] en de zorginstelling La Touche. De ouders, die als wettelijk vertegenwoordigers van hun zoon optreden, hebben een overeenkomst met La Touche gesloten voor de zorg van hun zoon, die lijdt aan een niet-aangeboren hersenafwijking. De ouders vorderen in kort geding dat La Touche hen toegang verleent tot de woonvorm van hun zoon en dat de oude rookvrije gemeenschappelijke ruimte hersteld wordt. De zaak is ontstaan uit wantrouwen en miscommunicatie tussen de partijen, waarbij La Touche de overeenkomst met onmiddellijke ingang heeft opgezegd en de ouders de toegang tot de woonvorm heeft ontzegd.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de communicatie tussen partijen verstoord is en dat dit heeft geleid tot de eenzijdige opzegging van de overeenkomst door La Touche. De rechter heeft geoordeeld dat La Touche een te rigoureuze maatregel heeft genomen door de ouders de toegang te ontzeggen, en dat er mogelijkheden zijn om de zorg voor [eiser sub 3] voort te zetten. De rechter heeft de vorderingen van de ouders gedeeltelijk toegewezen, maar ook aangegeven dat La Touche het recht heeft om redelijke regels te stellen aan het bezoek van de ouders aan hun zoon.

De voorzieningenrechter heeft de ouders aangeraden om in overleg te treden met La Touche over de zorg en de programma's van vrijetijdsbesteding van [eiser sub 3]. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 4 september 2009 door mr. T.R. Hidma.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 161078 / KG ZA 09-408
Vonnis in kort geding van 4 september 2009
in de zaak van
1. [eiser sub 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser sub 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser sub 3],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. S.V.M. Stevens te Nijmegen,
tegen
de stichting
STICHTING LA TOUCHE,
gevestigd te Kampen,
gedaagde,
advocaat mr. D. Warnink te Kampen.
Eisers sub 1 en 2 respectievelijk eiser sub 3 zullen hierna [eiser] c.s. respectievelijk [eiser sub 3] worden genoemd, terwijl gedaagde La Touche genoemd zal worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser] c.s.
- de pleitnota van La Touche
- diverse faxen van beide partijen
- de voortzetting van de mondelinge behandeling, gehouden in het gebouw van La Touche te Kampen.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiser] c.s. zijn als wettelijk vertegenwoordigers en bewindvoerders van [eiser sub 3] een overeenkomst aangegaan met La Touche, uit hoofde waarvan [eiser sub 3] met ingang van 1 april 2008 in de woonvorm La Touche te Kampen woont (hierna: de overeenkomst). [eiser sub 3] is 36 jaar oud en lijdt aan een niet-aangeboren hersenafwijking (NAH) als gevolg van een virus dat hij op zijn 29e heeft opgelopen. [eiser sub 3] kan vanwege zijn hersenaandoening niet zelfstandig wonen.
2.2. In de overeenkomst is, voor zover van belang, opgenomen:
“ALGEMEEN
Voorwaarden en uitgangspunten
Uitgangspunt bij deze overeenkomst is de visie van Woonvorm Latouche: elke bewoner kan in vrijheid en zelfstandigheid zijn/haar leven naar eigen inzicht en normen/waarden inrichten. (…)
De bewoner dient een persoon te machtigen (wettelijk vertegenwoordiger) om zijn belangen te behartigen (…).
Voor de wettelijk vertegenwoordiger is de zorgondernemer het vaste aanspreekpunt, als het gaat om het meedenken en invulling geven aan een zo prettig mogelijk woon-, werk- en leefklimaat voor de bewoner.
(…)
ZORG
(…)
Programma zorg en de hierbij benodigde ondersteuning en begeleiding
Uitgangspunt is het realiseren van een zo gewoon mogelijk leven voor de bewoner. Bewoners van woonvorm Latouche geven hun leven zelf vorm en inhoud. De zorgondernemer schept voorwaarden zodat de bewoner zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen. (…)
Programma dagbesteding en de hierbij benodigde ondersteuning en begeleiding
Afhankelijk van de interesses en mogelijkheden van de klant is het de taak van de zorgondernemer om met de bewoner/wettelijk vertegenwoordiger tot een zo interessant mogelijk programma van dagbesteding of werk te komen. Dit programma wordt in samenspraak met de bewoner en de zorgondernemer besproken en samengesteld.
Vanuit de visie van de Woonvorm Latouche onderschrijven we de volgende uitgangspunten:
• De wettelijk vertegenwoordiger/bewoner kan zelf kiezen welke vorm van dagbesteding hem/haar het meeste aanspreekt en het beste bij zijn/haar mogelijkheden past. (…)
Programma vrijetijdsbesteding en de hierbij benodigde ondersteuning en begeleiding
Elke bewoner/wettelijk vertegenwoordiger kan zelf bepalen op welke wijze hij invulling wil geven aan zijn/haar vrijetijdsbesteding. Het is aan de zorgondernemer om samen met de bewoner tot een gevarieerd en interessant programma te komen.”
2.3. Op 9 april 2009 heeft tussen [eiser] c.s. en de heer [A], namens La Touche, een bespreking plaatsgevonden. [A] heeft in dat gesprek aangegeven de overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen.
2.4. [A] heeft [eiser] c.s. op 23 april 2009 een aangetekende brief gezonden met de volgende inhoud:
“Naar aanleiding van de gesprekken die wij onlangs met elkaar hebben gehad, heeft u ons duidelijke gemaakt dat er van uw zijde wantrouwen bestaat omtrent onze werkwijze t.a.v. [eiser sub 3].
Na herhaalde pogingen om dit wantrouwen bij u weg te nemen, hebben wij moeten constateren dat wij het bij u bestaande wantrouwen niet hebben kunnen wegnemen.
De ontstane situatie biedt voor ons onvoldoende basis om de zorg voor [eiser sub 3] nog langer op ons te nemen.
Wij betreuren het dat [eiser sub 3] de dupe is geworden van de ontstane situatie.
Het weerhoudt ons echter niet het zorg-wooncontract van [eiser sub 3] per 1-5-2009 op te zeggen met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn van 6 maanden.
Dit impliceert dat wij de overeenkomst met uw zoon per 01-11-2009 als beëindigd beschouwen.”
2.5. Bij brief van 4 mei 2009 hebben [eiser] c.s. hierop gereageerd en verzocht de overeenkomst niet te ontbinden. Daarop heeft [A] bij schrijven van 18 mei 2009 meegedeeld het door hem genomen besluit niet meer te herzien.
2.6. [A] heeft bij brief van 29 mei 2009 aan [eiser] c.s. het volgende geschreven:
“Om verdere escalatie van de reeds bestaande spanningen te vermijden, ontzeg ik u hierbij met ingang van heden de toegang tot de openbare ruimten van de begane grond. Dit betekent voor u dat alles na de klapdeuren voor u vanaf nu verboden terrein voor u is. Indien u zich niet aan deze door mij persoonlijk opgelegde maatregel houdt, zie ik mij genoodzaakt om deze maatregelen aan te scherpen en indien ik dat nodig acht, uit te breiden.
Ik verzoek u eventuele gedupliceerde sleutels te retourneren.
Indien u [eiser sub 3] wenst te bezoeken wordt u verzocht dit minstens een uur van tevoren mede te delen.”
2.7. Vervolgens heeft [A] bij aangetekende brief van 3 juli 2009 aan [eiser] c.s. meegedeeld:
“Uw niet mis te verstane mededelingen die u onlangs aan mijn hoofdverpleegkundige kenbaar heeft gemaakt, heeft mij doen besluiten u en uw dochter met ingang van maandag 6 juli de toegang tot de woonvorm geheel te ontzeggen.
Dit betekent voor u dat indien u [eiser sub 3] wilt bezoeken dit schriftelijk of per e-mail informatie@woonvorm-latouche.nl 1 dag van tevoren aan ondergetekende medegedeeld dient te worden.
Om te voorkomen dat u lang aan de voordeur moet wachten is het voor u raadzaam om aan te geven hoe laat u arriveert, wij op onze beurt zullen ons best doen om de eventuele wachttijd zoveel mogelijk voor u te bekorten en als zodanig kunt u [eiser sub 3] dan te uwer keuze naar een door u te bepalen plaats mee nemen.
Wij verwachten van u dat [eiser sub 3] 21.00 uur en uiterlijk 21.30 uur weer binnen is.
Voor de duidelijkheid zij uitdrukkelijk vermeld dat deze maatregel niet geldt voor de zwager van [eiser sub 3] en zijn ooms en tantes en eventuele vrienden of vriendinnen.”
2.8. Hierop hebben [eiser] c.s. gereageerd bij aangetekende brief van 16 juli 2009:
“Naar aanleiding van uw schrijven d.d. 23 april 2009 delen wij u hierbij mede dat wij het door u onrechtmatig aangezegde ontslag van onze zoon [eiser sub 3] niet aanvaarden. Uiteraard zult u dat met sterke steekhoudende argumenten moeten onderbouwen. Zoals u meerdere malen gezegd hebt geeft onze zoon hier geen enkele aanleiding voor. Dat u met ons als ouders geen fatsoenlijke communicatie wenst o.a. over een evaluatiegesprek is geen aanleiding voor dit besluit.
Wij zullen ook de onrechtmatige beperkingen die u ons oplegt in uw brieven d.d. 29 mei en 3 juli 2009, die volstrekt niet met argumenten zijn onderbouwd, niet accepteren.
Wij wensen met respect behandeld te worden.
Contractverplichtingen zoals hierna genoemd worden door u niet nagekomen o.a:
1 Evaluatiegesprek per 3 maand.
2 Evaluatiegesprek na 1 jaar.
3 Bespreking en herziening zorgplan.
4 Eigenhandig tegen het verzoek van ouders en advies van de arts medicijnen te onthouden.
(…)
Gezien [eiser sub 3] zijn kwetsbare situatie blijven wij opkomen voor zijn belangen.
Bovendien hebt u de zorgplicht om voor [eiser sub 3] eenzelfde of nog betere woonvorm aan te bieden. U weet als geen ander hoe belangrijk het is een passende leefvorm te vinden. En tevens hoe zeldzaam die in Nederland helaas nog zijn.
Om die reden bent u voor uzelf de instelling begonnen. U weet dat wij met onze zoon tegen de muur staan en onze zoon mag nooit de dupe worden van het conflict dat met name van u naar ons is gerezen.
Het belang van continuering betreffende zorg en passende woonsituatie voor onze kwetsbare zoon dient centraal te blijven staan in de voortgang van dit proces.
U hebt als directeur verantwoording genomen voor deze kwetsbare doelgroep en daar houden wij u aan.
Aan onze kant blijven wij uiteraard tot het uiterste bereid met u hier samen uit te komen. Waarbij we denken aan mediation.
En in de uiterste situatie zullen we ons genoodzaakt zien juridische stappen te ondernemen.”
2.9. Nadien is door middel van uitgebreid faxverkeer door de respectievelijke advocaten van partijen op een en ander nader ingegaan.
2.10. Sinds 16 augustus 2009 verblijft één van de bewoners tijdelijk in de rookvrije gemeenschappelijke kamer op de begane grond. Deze bewoner heeft een gebarsten aneurysma, waardoor hij verschijnselen van onbalans heeft en moeilijk de trap op en af kan lopen. Hij zal 7 september 2009 worden geopereerd.
3. Het geschil
3.1. [eiser] c.s. vorderen – na eiswijziging en uitvoerbaar bij voorraad:
1. La Touche te veroordelen uiterlijk één week na dit vonnis de oude rookvrije gemeenschappelijke ruimte (partijen genoegzaam bekend) te herstellen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 1.000,00 per overtreding c.q. per dag dat deze voortduurt;
2. La Touche te veroordelen te gehengen en te gedogen dat [eiser] c.s. zonder nader daaraan door La Touche te stellen voorwaarden en/of beperkingen, althans – voor zover vereist – onder de voorwaarde door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, kunnen begeven in, van en naar de kamer van [eiser sub 3], via de voordeur, de entree en de hal en het trappenhuis, alsmede van en naar de onder 1 bedoelde gemeenschappelijke ruimte, alsmede de binnenplaats, en hen daartoe alle noodzakelijke sleutels te verschaffen, één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 1.000,00 per overtreding c.q. per dag dat deze voortduurt;
3. La Touche te gebieden, ter uitvoering van haar verplichting jegens [eiser sub 3] en [eiser] c.s. uit hoofde van het hoofdstuk ‘Zorg’ van de overeenkomst, maandelijks, althans periodiek, althans op door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen tijdstippen, de dagprogramma’s en programma’s van vrijetijdsbesteding van [eiser sub 3] in overleg met [eiser] c.s. te bepalen en vast te leggen tot het daarop volgende overlegmoment, één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 1.000,00 per overtreding c.q. per dag dat deze voortduurt;
4. Indien en voor zover de voorzieningenrechter van oordeel is dat enig gebod niet geëigend is voor een dwangsom, de gevraagde voorzieningen niettemin toe te wijzen, doch zonder dwangsom, althans per onderdeel aan te geven of daarop een dwangsom rust;
5. Indien de voorzieningenrechter van oordeel is dat enig gebod te ver reikt of zonder nadere voorwaarden niet kan worden toegewezen, daaraan in goede justitie nadere voorwaarden te stellen;
6. La Touche te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2. La Touche voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. De voorzieningenrechter stelt voorop dat deze zaak in de kern niet zozeer een als juridisch conflict te duiden geschil is als wel een geschil ontstaan uit miscommunicatie tussen partijen met wantrouwen over en weer als gevolg.
Deze verstoring in de communicatie zag in eerste instantie op de evaluaties en de dagprogramma’s en programma’s van vrijetijdsbesteding, waarvan [eiser] c.s. van mening zijn dat hierover geen dan wel onvoldoende besprekingen hebben plaatsgevonden, terwijl La Touche zich op het standpunt stelt dat het overleg op een informele manier, voornamelijk in de wandelgangen, heeft plaatsgevonden. Dit breidde zich uit met de “9-uurs-kwestie”, te weten de onduidelijkheid over het tijdstip (al dan niet om 21.00 uur) waarop [eiser sub 3] naar bed moest.
Uiteindelijk heeft dit geleid tot de eenzijdig door La Touche gedane opzegging van de overeenkomst en de opgelegde maatregel [eiser] c.s. de toegang tot het pand van La Touche te ontzeggen en daarmee [eiser] c.s. te verbieden [eiser sub 3] te bezoeken in zijn eigen woonomgeving.
Nadat beide partijen zich hadden voorzien van juridische bijstand heeft La Touche toegegeven dat het “toetredingsverbod” te rigoureus is geweest en dat een minder beperkende maatregel toereikend zou zijn geweest. Verder heeft zij aangegeven dat er mogelijkheden zijn de zorg van [eiser sub 3] ook na 1 november 2009 te continueren.
[eiser] c.s. hebben ten aanzien van dit laatste punt ter zitting aangegeven geen gebruik te maken van de mogelijkheid de overeenkomst ook na 1 november 2009 te doen voortlopen.
Nu het partijen, ook gedurende de behandeling van dit kort geding, niet is gelukt onderling tot overeenstemming te komen is de voorzieningenrechter gehouden op de voorliggende vorderingen te beslissen.
4.2. De eerste vordering ziet op het herstellen van de oude rookvrije gemeenschappelijke ruimte. Bij de beoordeling hiervan staat voorop dat deze ruimte thans tijdelijk wordt gebruikt door een bewoner die op grond van zijn medische situatie niet in staat is van en naar zijn kamer op de zolderverdieping te gaan. Dit laatste wordt ook niet door [eiser] c.s. betwist. Gezien deze situatie heeft La Touche een te respecteren belang bij het tijdelijk gebruik van de ruimte door deze ene bewoner, welk belang dient te gaan vóór dat van [eiser] c.s., die immers [eiser sub 3] kunnen bezoeken, zij het niet in de ruimte die zij gewend waren.
Daarbij komt dat er een andere rookvrije ruimte is, te weten de eetkamer, waar bezoek kan plaatsvinden. Deze eetkamer kan wellicht door [eiser] c.s., in overleg met La Touche, gebruikt worden indien zij [eiser sub 3] ook in een andere ruimte dan zijn kamer wensen te zien.
4.3. Ten aanzien van de tweede vordering stelt de voorzieningenrechter vast dat [eiser] c.s. ter zitting het gedeelte “en hen daartoe alle noodzakelijke sleutels te verschaffen” hebben ingetrokken.
[eiser] c.s. vorderen toegang tot bepaalde ruimtes in het pand, zonder dat La Touche daaraan nadere voorwaarden en/of beperkingen kan stellen. De voorzieningenrechter is evenwel van oordeel dat in een instelling als La Touche het primaat ten aanzien van het stellen van regels, voorwaarden en beperkingen bij die instelling ligt, die daarbij uiteraard rekening dient te houden met de belangen van zowel de bewoners als de wettelijke vertegenwoordigers. Het kan daarom niet zo zijn dat [eiser] c.s. recht hebben op onbeperkte toegang tot de instelling. Dat [eiser] c.s. in het verleden geen beperkingen hebben ondervonden, vanwege de toenmalige omstandigheid dat er slechts twee bewoners waren, maakt niet dat zij daaraan rechten als door hen thans bepleit kunnen ontlenen. Het is aan La Touche om redelijke regels te stellen aan het bezoeken van bewoners, daarbij uitgaande van de beginselen en uitgangspunten van de bewonersovereenkomst, zoals hiervoor onder 2.2 van de feiten opgenomen. Uiteraard dient La Touche de bewoners en/of de wettelijke vertegenwoordigers zorgvuldig te informeren over de regels die zij gaat stellen, danwel de wijzigingen daarvan.
In deze procedure is komen vast te staan dat La Touche is teruggekomen op de volledige ontzegging van de toegang van het pand voor de ouders van [eiser sub 3]. Verder heeft zij diverse malen aangegeven dat [eiser] c.s. [eiser sub 3] kunnen bezoeken indien zij van en naar de kamer van [eiser sub 3] gaan via de voordeur, de entree, de hal en de trap. [eiser] c.s. maken inmiddels ook gebruik van deze bezoekmogelijkheid, waarmee het belang aan de vordering, voor zover deze ziet op het zich kunnen begeven in, van en naar de kamer van [eiser sub 3], via de voordeur, de entree en de hal en het trappenhuis, is komen te ontvallen.
De vordering ten aanzien van de oude rookvrije gemeenschappelijke ruimte wordt, gezien het hiervoor onder 4.2 overwogene, tevens afgewezen. Ook de vordering ten aanzien van de binnenplaats wordt afgewezen, nu het aan La Touche is om te bepalen of bezoekers gebruik mogen maken van de binnenplaats, die voornamelijk wordt gebruikt door bewoners als rookruimte.
4.4. Verder vorderen [eiser] c.s. dat maandelijks de dagprogramma’s en programma’s van vrijetijdsbesteding van [eiser sub 3] in overleg met hen worden bepaald.
Bij de afdoening van deze vordering wordt ervan uitgegaan dat [eiser sub 3] per 1 november 2009 de instelling zal verlaten. Hiermee is het belang aan deze vordering goeddeels komen te ontvallen, waar het immers dan nog enkel het overleg voor de maand oktober betreft.
Dat neemt niet weg dat de voorzieningenrechter [eiser] c.s. volgt in hun standpunt dat zij als wettelijk vertegenwoordigers van [eiser sub 3], en zoals volgt uit de bewonersovereenkomst, betrokken dienen te worden bij de invulling van het dagelijkse leven van [eiser sub 3], voor zover het de grote lijnen betreft. Uiteraard is het aan La Touche om deze grote lijnen te vertalen naar de invulling van de dagelijkse zorg. De voorzieningenrechter zal ten aanzien van dit overleg de onderhavige vordering, mede indachtig het sub 5 gevorderde, als na te melden in afgezwakte vorm en zonder dwangsommen toewijzen.
4.5. Gezien het vorenstaande behoeft het sub 4 en 5 gevorderde geen nadere behandeling.
4.6. De voorzieningenrechter raadt tenslotte in ieders belang, en met name dat van [eiser sub 3], partijen met klem aan in deze laatste periode toch in overleg met elkaar te treden over alle voorgaande punten en daarbij open te staan voor de standpunten van de andere partij.
4.7. Ten aanzien van de kostenveroordeling overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat het ongebruikelijk is indien aan een bezoekregeling als de onderhavige geen voorwaarden worden gesteld. Voor [eiser] c.s. was er echter sprake van een bijzondere situatie, waarbij er in eerste instantie geen beperkingen aan de bezoekregeling werden gesteld en [eiser] c.s. zelfs de beschikking hadden over eigen sleutels. Het had daarom op de weg van La Touche gelegen de ouders van [eiser sub 3] zorgvuldig te informeren dat, waarom en hoe de uitgebreide bezoekregeling werd beperkt. Dit heeft La Touche echter nagelaten.
Verder is er een gebrek aan vertrouwen ontstaan doordat La Touche de door haar erkende veel te rigoureuze maatregel om [eiser] c.s. de toegang te weigeren heeft genomen. Dit heeft mede aan de oorsprong van dit kort geding gelegen.
Het vorenstaande leidt ertoe, hoewel [eiser] c.s. goeddeels in het ongelijk worden gesteld, dat niettemin een compensatie van kosten in de rede ligt.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. verstaat dat overleg tussen [eiser] c.s. en La Touche ten aanzien van de dagprogramma’s en programma’s van vrijetijdsbesteding van [eiser sub 3] geëigend is,
5.2. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.3. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.R. Hidma en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2009.