ECLI:NL:RBZLY:2009:BL8541

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
18 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105825 - HA ZA 05-194
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Letselschadezaak tussen eiseres en Achmea Schadeverzekeringen N.V. over schadeberekening en wettelijke rente

In deze letselschadezaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 18 november 2009 uitspraak gedaan in de procedure tussen eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.K.E. Buysrogge, en gedaagde, Achmea Schadeverzekeringen N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. R.R. Schuldink. De zaak betreft een geschil over de schadeberekening en de vraag of wettelijke rente verschuldigd is over een afgesproken bedrag van EUR 30.000,00 voor mantelzorg verleend door de ouders van eiseres.

De procedure begon met een tussenvonnis op 1 april 2009, waarin eiseres werd uitgenodigd om zich uit te laten over drie aspecten van de schadeberekening. Eiseres heeft haar eis vermeerderd met EUR 619,79, de kosten van de reactie van een deskundige, en heeft betoogd dat de woonsituatie terecht buiten beschouwing is gelaten. Achmea heeft deze zienswijze gedeeld, waardoor dit onderdeel van de schadeberekening niet langer in geschil was.

Echter, de discussie over de wettelijke rente bleef bestaan. Eiseres stelde dat wettelijke rente verschuldigd was over het bedrag van EUR 30.000,00, terwijl Achmea aanvoerde dat dit bedrag inclusief wettelijke rente was vastgesteld en reeds vergoed. De rechtbank oordeelde dat eiseres geen bewijs had geleverd voor haar stelling dat partijen waren overeengekomen dat het bedrag exclusief wettelijke rente was. Hierdoor werd de vordering tot wettelijke rente afgewezen.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de fiscale component van de schadeberekening correct was en dat voorschotbetalingen geen invloed hadden op de hoogte van deze component. De zaak werd verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van eiseres, waarbij verdere beslissingen werden aangehouden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de drie rechters op de zitting.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 105825 / HA ZA 05-194
Vonnis van 18 november 2009
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. R.K.E. Buysrogge,
tegen
de naamloze vennootschap
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde,
advocaat mr. R.R. Schuldink.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Achmea genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 april 2009
- de akte na tussenvonnis, tevens vermeerdering van eis
- de antwoordakte.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. Bij voormeld tussenvonnis is [eiseres] in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over drie aspecten van de door haar reeds eerder in het geding gebrachte schadeberekening opgemaakt door [A.] (hierna: [A.]). [eiseres] heeft daartoe een akte genomen en tevens haar eis vermeerderd met een bedrag van EUR 619,79, zijnde de kosten van de reactie van [A.] op de kritiek van Achmea.
Achmea heeft in haar antwoordakte gereageerd op de inhoud van de akte van [eiseres]. Zij heeft geen bezwaar gemaakt tegen de eisvermeerdering.
2.2. Het eerste punt van geschil betreft de vraag of bij de berekening van de schade de woonsituatie van [eiseres] terecht buiten beschouwing is gelaten.
[eiseres] heeft onder verwijzing naar een schriftelijke reactie van [A.] betoogd dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. Achmea heeft bij antwoordakte verklaard deze zienswijze te delen, zodat dit onderdeel van de schadeberekening niet langer in geschil is.
2.3. Het tweede onderdeel van de berekening dat door Achmea is betwist, bestaat uit de berekening van de fiscale component. De kritiek van Achmea bestond eruit dat [A.] de fiscale component heeft begroot met de aanname dat op 1 januari 2009 het volledige berekende verlies aan arbeidsvermogen (EUR 377.666,86) door Achmea aan [eiseres] wordt betaald, terwijl een groot deel van deze schade reeds door Achmea was vergoed.
2.3.1. [eiseres] heeft bij akte aangevoerd dat voorschotbetalingen geen invloed dienen te hebben op de berekening van de fiscale component. Zij heeft ter ondersteuning van haar stellingen verwezen naar de uitvoerige reactie van [A.] van 27 mei 2009. Hierin heeft [A.] - op pagina 4 in de één na laatste alinea - uiteengezet dat de fiscale component is berekend over de toekomstige schade (vanaf kapitalisatiedatum 1 januari 2009). Hij heeft daarbij verwezen naar pagina 69 van de schadeberekening waarin is aangegeven welk kapitaal in een jaar uitstaat, wat de vrijstelling is en welk bedrag per jaar de vermogenrendementsheffing is (kolom: Bel./premie).
2.3.2. Achmea heeft in reactie daarop aangevoerd dat [eiseres] niet heeft weersproken dat de fiscale component is berekend aan de hand van de verschenen schade en de contante waarde van de toekomstige schade. Doordat Achmea een groot deel van de schade reeds heeft vergoed is, naar zij heeft gesteld, de fiscale schade berekend over een te hoog bedrag.
2.3.3. De rechtbank kan Achmea hierin niet volgen. Zoals hiervoor is weergegeven heeft [A.] uitdrukkelijk en gemotiveerd betoogd dat de fiscale schade is berekend over het bedrag aan toekomstige schade, dat wil zeggen de schade die is ontstaan en zal ontstaan vanaf 1 januari 2009 (EUR 265.682,69). Nu deze uiteenzetting door Achmea niet inhoudelijk is betwist, dient hiervan in rechte te worden uitgegaan. Het voorgaande leidt ertoe dat eventuele voorschotbetalingen geen invloed hebben op de hoogte van de fiscale component. De voorschotbetalingen zijn immers gedaan ter vergoeding van verschenen schade. Het verweer van Achmea faalt, zodat dienaangaande aan de door [eiseres] overgelegde schadeberekening zal worden vastgehouden.
2.4. Partijen twisten ten slotte over de vraag of over het bedrag van EUR 30.000,00, dat partijen overeengekomen zijn voor de door de ouders verleende mantelzorg, ook wettelijke rente verschuldigd is.
[eiseres] heeft in haar berekening wettelijke rente berekend over voormeld bedrag, terwijl Achmea zich op het standpunt heeft gesteld dat partijen deze schadepost hebben vastgesteld op EUR 30.000,00 inclusief wettelijke rente, alsmede dat Achmea deze schade reeds heeft vergoed.
2.4.1. Bij tussenvonnis van 1 april 2009 is [eiseres] uitdrukkelijk in de gelegenheid gesteld om op het verweer van Achmea terzake de wettelijke rente over voormeld bedrag te reageren. Daarbij is haar verzocht de datum te vermelden waarop zij dit bedrag van Achmea heeft ontvangen.
Vastgesteld moet worden dat [eiseres] bij akte geen datum van betaling heeft genoemd en evenmin haar standpunt nader heeft onderbouwd. Hoewel dit van haar in het licht van het verweer van Achmea verwacht mocht worden heeft [eiseres] geen nadere feiten en omstandigheden genoemd waaruit kan worden afgeleid dat partijen overeengekomen zijn dat over het bedrag van EUR 30.000,00 ook nog wettelijke rente vergoed zou worden. De enkele ongemotiveerde stelling dat “partijen nimmer overeengekomen zijn dat voormeld bedrag inclusief wettelijke rente was” en de opmerking dat Achmea de door haar gestelde afspraak dan maar moet bewijzen, volstaan daartoe niet. Dit betekent dat de gevorderde wettelijke rente over voormeld bedrag dient te worden afgewezen. [eiseres] zal een nieuwe berekening van de wettelijke rente in het geding moeten brengen waarin dit aspect is gecorrigeerd. De zaak zal daartoe worden verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van [eiseres] en vervolgens voor antwoordakte aan de zijde van Achmea.
2.5. Verder wordt iedere beslissing aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. verwijst de zaak naar de rol van 2 december 2009 voor akte aan de zijde van [eiseres],
3.2. houdt verder iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug, mr. W.F. Boele en mr. J.N. Bartels en in het openbaar uitgesproken op 18 november 2009.