ECLI:NL:RBZLY:2009:BM0101

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
1 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105825 / HA ZA 05-194
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Letselschadezaak tussen eiseres en Achmea Schadeverzekeringen N.V.

In deze letselschadezaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 1 april 2009 vonnis gewezen in de zaak tussen eiseres, wonende te Harderwijk, en Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Leeuwarden. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.K.E. Buysrogge, vorderde een schadevergoeding van EUR 217.184,30, te vermeerderen met wettelijke rente en proceskosten. Deze vordering was gebaseerd op een schadeberekening die eiseres had overgelegd na een tussenvonnis van 10 september 2008, waarin de rechtbank had bepaald dat eiseres een schadeberekening moest maken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Achmea zich niet heeft verzet tegen de gewijzigde eis van eiseres, die voortvloeide uit een akte van 5 november 2008. Eiseres heeft haar schade, inclusief wettelijke rente, becijferd op EUR 592.184,30, waarbij rekening is gehouden met eerder ontvangen voorschotten van EUR 375.000,00. Achmea heeft echter kritiek geuit op verschillende onderdelen van de schadeberekening en heeft verzocht om een nieuwe berekening van eiseres.

De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres de gelegenheid moet krijgen om te reageren op de kritiek van Achmea en om haar schadeberekening aan te passen. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere uitlatingen van partijen. De rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden en bepaald dat de zaak op 13 mei 2009 opnieuw op de rol komt voor een akte van eiseres, gevolgd door een antwoord van Achmea op 24 juni 2009.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 105825 / HA ZA 05-194
Vonnis van 1 april 2009
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Harderwijk,
eiseres,
advocaat mr. R.K.E. Buysrogge,
tegen
de naamloze vennootschap ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde,
advocaat mr. R.R. Schuldink,
Partijen zullen hierna [eiseres] en Achmea genoemd worden.
Het verdere verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 september 2008
- de akte overlegging producties tevens houdende vermeerdering van eis van [eiseres] en
- de antwoordakte van Achmea.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De verdere beoordeling van het geschil
Bij vonnis van 10 september 2008 is de zaak naar de rol verwezen opdat [eiseres] een schadeberekening zou kunnen laten maken onder inachtneming van wat in dat vonnis is overwogen.
2.2 Bij akte van 5 november 2008 heeft [eiseres] een schadeberekening overgelegd, op basis waarvan zij haar vordering heeft vermeerderd, in die zin dat zij thans vordert de veroordeling van Achmea tot betaling van een bedrag van EUR 217.184,30, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2009 en met de proceskosten.
2.3 Aangezien Achmea zich niet heeft verzet tegen de gewijzigde eis en deze eiswijziging evenmin in strijd komt met de eisen van een goede procesorde, zal op basis van de gewijzigde eis recht worden gedaan.
2.4 [eiseres] heeft, onder verwijzing naar de door haar overgelegde schadeberekening, nader betoogd dat de door haar geleden schade, inclusief wettelijke rente, kan worden becijferd op een som van EUR 592.184,30, zodat rekening houdend met de al ontvangen voorschotten ad EUR 375.000,00, nog een door Achmea te betalen bedrag van EUR 217.184,30 resteert.
2.5 Achmea heeft op drie onderdelen van de schadeberekening kritiek geuit en daaraan de conclusie verbonden dat [eiseres] een nieuwe berekening in het geding moet brengen.
2.5.1 Bij de schadeberekening is, zo blijkt uit de overgelegde rapportage van [bedrijf A], zowel in de situatie zonder ongeval als in de situatie met ongeval, er vanuit gegaan dat [eiseres] geen huurwaardeforfait bij haar inkomen hoeft te tellen omdat inmiddels op haar woning geen hypothecaire schuld meer rust. Deze hypotheekschuld is afgelost uit de door Achmea betaalde voorschotten op de schadevergoeding. Aangenomen moet echter worden dat [eiseres] deze schuld zonder die voorschotten niet had kunnen aflossen, zodat daaruit voortvloeit dat bij de schadeberekening met betrekking tot de situatie zonder ongeval van onjuiste gegevens is uitgegaan. Nu voorts de opmerking van [bedrijf A] op pagina 18 van de schadeberekening over ‘een meer zuivere benadering’ nadere toelichting behoeft, zal [eiseres], nu zij die gelegenheid nog niet heeft gehad, op de door Achmea uitgeoefende kritiek ter zake nader mogen reageren.
2.5.2 Volgens Achmea is in de schadeberekening de fiscale en consumptieve component van de schade berekend op een bedrag van EUR 59.171,13 en is dit bedrag te hoog omdat er ten onrechte vanuit wordt gegaan dat het volledige berekende verlies aan verdienvermogen ad EUR 377.666,86 pas op 1 januari 2009 wordt betaald, terwijl zij via de voorschotten al een groot deel van de schade heeft vergoed. Omdat de berekening van deze component in de schadeberekening niet nader is toegelicht, zal [eiseres] op deze opmerking van Achmea mogen reageren, al dan niet met hulp van [bedrijf A].
2.5.3 Ook op het bezwaar van Achmea betreffende het berekenen van wettelijke rente over het tussen partijen overeengekomen bedrag van EUR 30.000,00 voor de jaarlijkse kosten voor ondersteuning door haar ouders, zal [eiseres] nog mogen ingaan. Daarbij heeft [eiseres] te betrekken de datum waarop zij voormeld bedrag van Achmea heeft ontvangen.
2.6 Gelet op het voorgaande zal de zaak naar de rol worden verwezen voor uitlating door [eiseres]. Achmea zal mogen reageren. Zonodig kunnen de bepaalde termijnen worden verlengd.
2.7 Afhankelijk van de uitlatingen van partijen zal [eiseres] nog door de rechtbank in de gelegenheid worden gesteld om de door haar overgelegde schadeberekening aan te (laten) passen. Daartoe zal de zaak naar de rol worden verwezen.
2.8 Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
De beslissing
De rechtbank
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 13 mei 2009 voor een akte aan de zijde van [eiseres] als bedoeld in r.o. 2.6.;
bepaalt dat Achmea mag antwoorden op de rol van woensdag 24 juni 2009;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug, mr. W.F. Boele en mr. J.N. Bartels en in het openbaar uitgesproken 1 april 2009.