ECLI:NL:RBZLY:2010:BL3727

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
6 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
161267 - HA ZA 09-1178
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepasselijkheid van algemene voorwaarden in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, is de vraag aan de orde of de algemene voorwaarden van eiseres [A.] van toepassing zijn op de overeenkomst met gedaagde [B.]. Eiseres vordert betaling van EUR 8.925,-- op basis van artikel 14 lid 8 van haar algemene voorwaarden, die betrekking hebben op een vergoeding voor het aangaan van een arbeidsverhouding met een kandidaat die door tussenkomst van eiseres met gedaagde in contact is gekomen. Gedaagde betwist echter dat er een overeenkomst is gesloten en stelt dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren, omdat er geen algemene voorwaarden zijn aanvaard.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat eiseres niet voldoende heeft aangetoond dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard bij het sluiten van de overeenkomst. Het enkele toezenden van de voorwaarden en het ondertekenen van een ontvangstbevestiging door gedaagde is niet voldoende om aan te nemen dat deze voorwaarden zijn aanvaard. De rechtbank concludeert dat de voorwaarden niet zijn besproken en dat er geen bewijs is dat gedaagde de voorwaarden heeft aanvaard.

Daarom verklaart de rechtbank zich onbevoegd om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen en verwijst de zaak naar de rechtbank Leeuwarden, waar gedaagde zijn woonplaats heeft. De beslissing over de kosten van het incident wordt aangehouden tot de hoofdzaak is behandeld. Dit vonnis is uitgesproken op 6 januari 2010 door mr. M.H.S. Lebens-de Mug.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 161267 / HA ZA 09-1178
Vonnis in incident van 6 januari 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A.],
gevestigd te [woonplaats],
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. L.M. Ravestijn te Amstelveen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B.],
gevestigd te [woonplaats],
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. E.H. de Vries te Wolvega.
Partijen zullen hierna [A.] en [B.] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring
- de incidentele conclusie van antwoord
- de akte in incident van de zijde van [B.]
- de antwoordakte in incident van de zijde van [A.].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling in het incident
2.1. In de hoofdzaak vordert [A.] [B.] te veroordelen tot betaling van EUR 8.925,--, te vermeerderen met rente en kosten. De vordering is door [A.] gebaseerd op artikel 14 lid 8 van haar Algemene Voorwaarden, en is een vergoeding te betalen door [B.] vanwege het aangaan van een rechtstreekse arbeidsverhouding met een kandidaat die door tussenkomst van [A.] met [B.] in contact is gekomen.
2.2. In het incident vordert [B.] dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart. [B.] stelt zich op het standpunt dat zij geen overeenkomst met [A.] heeft gesloten, zodat er ook geen algemene voorwaarden van toepassing kunnen zijn. Het forumkeuzebeding, waarbij deze rechtbank als bevoegde rechtbank is aangewezen, geldt dan ook niet tussen partijen. De door [B.] ondertekende brief die als productie 1 door [A.] is overgelegd houdt niet in dat zij de algemene voorwaarden heeft aanvaard. Zij heeft slechts voor de ontvangst daarvan getekend.
Niet deze rechtbank maar de rechtbank Leeuwarden is in deze procedure relatief bevoegd.
2.3. [A.], wier hoofdvestiging in Almere is gelegen, heeft de bevoegdheid van deze rechtbank gegrond op artikel 31 van haar algemene voorwaarden.
[A.] stelt zich op het standpunt dat [B.] heeft erkend dat de algemene voorwaarden tijdens het kennismakingsgesprek tussen partijen ter hand zijn gesteld. Dat deze algemene voorwaarden vervolgens ook door [B.] zijn aanvaard blijkt uit de brief die door haar voor akkoord is getekend. Hiermee zijn de algemene voorwaarden van toepassing verklaard op de onderhavige kwestie tussen partijen, aldus [A.].
2.4. Tussen partijen is in geschil of tussen hen een overeenkomst tot stand is gekomen, en, indien er wel sprake is van een overeenkomst, of hierop de algemene voorwaarden van [A.] van toepassing zijn.
De rechtbank zal allereerst beoordelen of aan de voorwaarden voor toepasselijkheid van die algemene voorwaarden is voldaan. Immers, indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord kan beoordeling van de vraag of al dan niet een overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen in dit incident buiten beschouwing blijven.
2.5. De vraag of algemene voorwaarden van toepassing zijn dient te worden beantwoord door middel van de bepalingen van aanbod en aanvaarding en de totstandkoming van rechtshandelingen in het algemeen.
In dit incident dient als eerste te worden beoordeeld of de algemene voorwaarden van [A.] ten tijde van het sluiten van de overeenkomst door haar van toepassing zijn verklaard. Hiervan is in deze zaak niet gebleken. [A.] heeft gesteld, en dit is overigens door [B.] gemotiveerd betwist, dat de algemene voorwaarden tussen partijen (inhoudelijk) zijn besproken, dat [B.] voor akkoord heeft getekend en dat daarmee de voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Het enkele afgeven van de algemene voorwaarden, met genoemde brief die voor ontvangst en niet voor akkoord is ondertekend - zoals blijkt uit de tekst van die brief -, is echter niet voldoende voor het aanvaarden van algemene voorwaarden bij het sluiten van een overeenkomst. De ondertekening van de brief kan slechts van belang zijn bij de vraag of aan de wederpartij een redelijke mogelijkheid is geboden van de algemene voorwaarden kennis te nemen.
2.6. De conclusie is dan ook dat [A.] niet (voldoende onderbouwd) heeft gesteld dat de algemene voorwaarden – en daarmee de daarin opgenomen forumkeuze – op de door [A.] gestelde en door [B.] betwiste overeenkomst van toepassing zijn. Nu het forumbeding toepassing mist dient artikel 99 Rv te worden gevolgd, zodat gezien de woonplaats van [B.] niet deze rechtbank maar de rechtbank Leeuwarden in de hoofdzaak bevoegd is.
2.7. In verband met het hiervoor gemelde oordeel van de rechtbank kunnen de overige standpunten van partijen onbesproken blijven.
2.8. De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
3. De beslissing
De rechtbank
in het incident
3.1. verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen,
3.2. houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
3.3. verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de rechtbank Leeuwarden, sector civiel.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug en in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2010.