ECLI:NL:RBZLY:2010:BL4496
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- A. Oosterveld
- Y. van der Zaan-van Arnhem
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor telecommunicatiemast in Noordoostpolder
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 19 februari 2010 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een lichte bouwvergunning voor de plaatsing van een telecommunicatiemast door KPN Mobile. Verzoekers, bestaande uit B en 18 anderen, hebben bezwaar gemaakt tegen de ontheffing die door het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder was verleend op grond van artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De verzoekers vorderden een voorlopige voorziening omdat de bouwactiviteiten reeds waren gestart. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang aanwezig was, aangezien de bouw al was begonnen.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de verzoekers tegen de bouwvergunning beoordeeld, waaronder de stelling dat de telecommunicatiemast in strijd zou zijn met het bestemmingsplan en dat de gezondheidsrisico's van de UMTS-straling niet voldoende waren onderzocht. De rechter oordeelde dat de ontheffing die was verleend niet in strijd was met het bestemmingsplan, omdat de mast op een industrieterrein werd geplaatst en de bouwhoogte niet in strijd was met de geldende voorschriften. Bovendien werd gesteld dat KPN de apparatuur zou gebruiken die voldeed aan de normen van het Nationaal Antennebeleid.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangenafweging in dit geval niet in het voordeel van de verzoekers uitviel. De rechter oordeelde dat de bouwvergunning terecht was verleend en dat er geen reden was om de voorlopige voorziening toe te wijzen. De verzoeken van de verzoekers werden afgewezen, en de voorzieningenrechter heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken. Deze uitspraak bevestigt de mogelijkheid voor gemeenten om ontheffingen te verlenen voor bouwplannen die in strijd zijn met bestemmingsplannen, mits dit binnen de kaders van de wet gebeurt.