ECLI:NL:RBZLY:2010:BM0104

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
10 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105825 / HA ZA 05-194
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Letselschadezaak tegen Achmea Schadeverzekeringen N.V. met betrekking tot schadevergoeding en proceskosten

In deze letselschadezaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 10 februari 2010 uitspraak gedaan in de procedure tussen eiseres, wonende te Harderwijk, en gedaagde, de naamloze vennootschap Achmea Schadeverzekeringen N.V., gevestigd te Leeuwarden. Eiseres werd vertegenwoordigd door advocaat mr. R.K.E. Buysrogge, terwijl Achmea werd bijgestaan door advocaat mr. R.R. Schuldink. De zaak betreft een vordering tot schadevergoeding die voortvloeit uit een eerder vonnis van 18 november 2009, waarin eiseres werd opgedragen een gecorrigeerde renteberekening te overleggen. Achmea heeft deze renteberekening niet inhoudelijk bestreden, waardoor de rechtbank de juistheid ervan heeft aangenomen.

De rechtbank heeft de vordering van eiseres gedeeltelijk toegewezen, waarbij een totaalbedrag van EUR 197.956,37 aan schadevergoeding is vastgesteld. Dit bedrag omvat onder andere smartengeld, kosten voor ondersteuning van ouders, aanpassingen aan de woning, en schade conform rapportage van Laumen Expertise. Daarnaast is er wettelijke rente toewijsbaar over een bedrag van EUR 197.956,37 vanaf 1 januari 2009 tot de dag van volledige betaling.

Achmea is als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op EUR 16.669,60. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 februari 2010 door de rechters M.H.S. Lebens-de Mug, W.F. Boele en A.A.A.M. Schreuder.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 105825 / HA ZA 05-194
Vonnis van 10 februari 2010
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Harderwijk,
eiseres,
advocaat mr. R.K.E. Buysrogge,
tegen
de naamloze vennootschap ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
gedaagde,
advocaat mr. R.R. Schuldink,
Partijen zullen hierna [eiseres] en Achmea genoemd worden.
Het verdere verloop van de procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 november 2009
- de akte overlegging productie van [eiseres] en
- de antwoordakte van Achmea.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De verdere beoordeling van het geschil
2.1 Bij vonnis van 18 november 2009 is de zaak naar de rol verwezen opdat [eiseres] een gecorrigeerde renteberekening zou kunnen laten maken onder inachtneming van wat in dat vonnis is overwogen.
2.2 Bij akte van 2 december 2009 heeft [eiseres] een nadere renteberekening overgelegd, op basis waarvan zij haar vordering ten aanzien van de tot 1 januari 2009 berekende wettelijke rente heeft verminderd tot een bedrag van EUR 42.643,31.
2.3 Bij antwoordakte heeft Achmea zich op het standpunt gesteld dat de gecorrigeerde renteberekening is uitgevoerd overeenkomstig met wat in voormeld vonnis is overwogen.
2.4 Nu Achmea de door [eiseres] gecorrigeerde renteberekening niet inhoudelijk heeft bestreden, zal de rechtbank van de juistheid daarvan uitgaan.
2.5 Gelet op het voorgaande en op wat in voorgaande vonnissen is overwogen, is van de vordering van [eiseres] het volgende voor toewijzing vatbaar:
a. smartengeld EUR 40.000,00
b. kosten ondersteuning ouders EUR 30.000,00
c. kosten aanpassing woning EUR 4.580,15
d. tot 1 januari 2004 verschenen schade EUR 18.894,92
e. schade conform rapportage Laumen Expertise EUR 436.837,99
f. tot 1 januari 2009 berekende wettelijke rente EUR 42.643,31
subtotaal EUR 572.956,37
minus al betaalde voorschotten EUR 375.000,00
totaal EUR 197.956,37.
2.6 Over voormeld bedrag is vanaf 1 januari 2009 wettelijke rente toewijsbaar.
2.7 Aan vergoeding voor rekenkosten heeft [eiseres] onder overlegging van twee facturen dienaangaande (in totaal) een bedrag van EUR 2.816,53 gevorderd. Nu Achmea deze vordering niet heeft bestreden, is ook dit deel van [eiseres]s vordering toewijsbaar.
2.8 Achmea zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden verwezen, wat meebrengt dat Achmea belast blijft met het door haar voorgeschoten bedrag aan kosten en loon van de deskundige ad EUR 5.497,99 (incl. BTW). De kosten aan de zijde van [eiseres] worden op basis van het toewijsbaar gebleken bedrag begroot op:
- dagvaarding EUR 85,60
- vast recht 4.584,00
- salaris advocaat 12.000,00 (6,0 punten × tarief EUR 2.000,00)
totaal EUR 16.669,60.
De beslissing
De rechtbank
veroordeelt Achmea om aan [eiseres] te betalen een bedrag van EUR 200.772,90, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over een bedrag van EUR 197.956,37 vanaf 1 januari 2009 tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt Achmea in de proceskosten aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op EUR 16.669,60;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug, mr. W.F. Boele en mr. A.A.A.M. Schreuder en in het openbaar uitgesproken 10 februari 2010.