ECLI:NL:RBZLY:2010:BM1826

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
31 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
161578 / HA ZA 09-1236
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een zes jaar oude keuken met loslatend folie

In deze zaak vorderde eiser, een particulier, schadevergoeding van gedaagde, een keukenleverancier, wegens non-conformiteit van een zes jaar oude keuken. Eiser had in 2001 een keuken aangeschaft, die in februari/mart 2002 werd geleverd en geïnstalleerd. Na zes jaar constateerde eiser dat het folie op de fronten van de keuken begon los te laten. Eiser verzocht gedaagde om een oplossing, maar het aanbod van gedaagde om de fronten te vervangen werd door eiser afgewezen, omdat de gekozen kleur niet meer leverbaar was. Eiser vorderde een schadevergoeding van EUR 10.220,-- en EUR 654,50 aan deskundigenkosten, vermeerderd met buitengerechtelijke kosten en proceskosten.

De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van non-conformiteit. Hoewel het folie op de fronten losliet, was dit niet onacceptabel voor een keuken van zes jaar oud. De rechtbank stelde vast dat de onvolkomenheid geen belemmering vormde voor normaal gebruik van de keuken. Eiser had niet voldoende onderbouwd dat de keuken als kwaliteitskeuken moest worden beschouwd, en de rechtbank concludeerde dat de verwachtingen van eiser niet in overeenstemming waren met de werkelijkheid. De vordering van eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op EUR 1.217,00 werden begroot.

Dit vonnis, gewezen door mr. I.F. Clement, werd op 31 maart 2010 in het openbaar uitgesproken. De zaak benadrukt het belang van de verwachtingen die consumenten mogen hebben van de kwaliteit van producten, en hoe deze verwachtingen moeten worden onderbouwd in juridische geschillen over non-conformiteit.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 161578 / HA ZA 09-1236
Vonnis van 31 maart 2010
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. L.T. den Hollander,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
statutair gevestigd te [woonplaats], kantoorhoudende te Waalwijk,
gedaagde,
advocaat mr. T.J. van Veen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 november 2009
- het proces-verbaal van comparitie van 28 januari 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. In 2001 heeft [eiser] een keuken gekocht van [gedaagde]. De aflevering en installatie van de keuken vond plaats in februari / maart 2002. De koopprijs voor de keuken bedroeg inclusief montage daarvan fl. 23.205,-- (EUR 10.529,97). De koopprijs is door [eiser] voldaan.
2.2. Circa zes jaar na de levering en installatie van de keuken heeft [eiser] geconstateerd dat het folie op de deuren- en ladenfronten op meerdere plaatsen begon los te laten. [eiser] heeft zich daarop gewend tot [gedaagde].
2.3. [gedaagde] heeft [eiser] aangeboden om de fronten te vervangen. De destijds door [eiser] uitgekozen kleur van de keuken bleek niet meer leverbaar.
2.4. Bij brief d.d. 17 maart 2002 heeft [eiser] [gedaagde] verzocht om met een passende oplossing voor het probleem te komen.
2.5. [gedaagde] heeft [eiser] uiteindelijk een nieuwe keuken aangeboden tegen bijbetaling door [eiser] van een bedrag van EUR 6.500,--, waarbij [eiser] ook de kosten van de aannemer en de vervanging van de schouw voor zijn rekening diende te nemen. [eiser] heeft dit aanbod niet geaccepteerd.
3. Het geschil
3.1. [eiser] vordert – samengevat – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van EUR 10.220,-- aan schadevergoeding en EUR 654,50 aan deskundigenkosten, vermeerderd met de buitengerechtelijke kosten en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2. [eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat de geleverde keuken niet die kwaliteiten en eigenschappen bezit die [eiser] op grond van de overeenkomst bij normaal gebruik mocht verwachten. Ter onderbouwing hiervan is door [eiser] aangevoerd dat het folie op de fronten van de keuken loslaat als gevolg van een fout in het productieproces. Het loslaten van het folie op de fronten behoefde [eiser] bij normaal gebruik van de keuken niet te verwachten, zeker niet bij een kwaliteitskeuken als de onderhavige. In de keuken kan weliswaar gekookt worden, maar esthetische aspecten spelen ook een rol bij de vraag of er sprake is van non-conformiteit. [eiser] heeft, op grond van artikel 7 lid 2 van de algemene voorwaarden van de Algemene Nederlandse Vereniging van Keukenspecialisten, hierna de algemene voorwaarden, recht op schadevergoeding. De in artikel 7 lid 3 van de algemene voorwaarden genoemde garantietermijn van 5 jaar laat het recht op schadevergoeding onverlet. Dit volgt ook uit artikel 7:17 BW.
3.3. Door [gedaagde] is hiertegen aangevoerd dat [eiser] geen beroep toekomt op de garantietermijn van artikel 7 lid 3 van de algemene voorwaarden, nu de termijn van 5 jaar is verstreken. Van non-conformiteit is geen sprake, aangezien het loslaten van het folie op de deuren- en ladenfronten een normaal gebruik van de keuken niet in de weg staat. Uit het door [eiser] overgelegde deskundigenrapport blijkt slechts het ontstaansmoment van de schade en niet de concrete oorzaak daarvan. De door [eiser] gevorderde schade wordt betwist. Bovendien staat de hoogte van de gevorderde schade in geen enkele verhouding tot het door [eiser] gestelde gebrek en is een afschrijftermijn van 20 jaar voor een keuken veel te lang.
4. De beoordeling
4.1. Tussen partijen is niet in dispuut dat het folie op de fronten van de keuken van [eiser] loslaat. Tussen partijen is evenmin in dispuut dat de algemene voorwaarden op de tussen [eiser] en [gedaagde] gesloten overeenkomst van toepassing zijn en dat de garantietermijn als bedoeld in artikel 7 lid 3 van de algemene voorwaarden inmiddels is verstreken, doch dat dit een beroep op non-conformiteit onverlet laat.
4.2. Gelet hierop zal de rechtbank thans beoordelen of er sprake is van non-conformiteit. Voor de vraag of er sprake is van conformiteit is van belang wat [eiser] op grond van de overeenkomst van de keuken mocht verwachten. Op grond van artikel 7:17 lid 2 BW mag [eiser] verwachten dat de keuken de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik nodig zijn en waarvan [eiser] de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen.
4.3. Door [eiser] is aangevoerd dat het gaat om een kwaliteitskeuken. Op grond waarvan [eiser] mocht verwachten dat er sprake is van een kwaliteitskeuken en wat hij dan van een kwaliteitskeuken mocht verwachten, is niet nader onderbouwd door [eiser]. Gelet hierop gaat de rechtbank voorbij aan deze stelling van [eiser] en houdt de rechtbank het ervoor dat aan de kwaliteit van de keuken geen bijzondere eisen mogen worden gesteld. Uitgangspunt is dan ook dat [eiser] mocht verwachten dat de keuken de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik van de keuken nodig zijn. Tussen partijen staat vast dat aan de keuken een onvolkomenheid kleeft. Tussen partijen staat ook vast dat deze onvolkomenheid geen belemmering oplevert voor een normaal gebruik van de keuken, maar ook andere dan gebruiksbepalende eigenschappen kunnen tot non-conformiteit leiden. Het gaat hier echter om een zes jaar oude keuken, waaraan geen bijzondere eisen gesteld mogen worden, waarvan het folie op de fronten loslaat, hetgeen evenwel – zoals bleek uit het ter zitting door [eiser] getoonde deurfront – niet duidelijk zichtbaar is. In een dergelijke situatie is geen sprake van non-conformiteit. Dat het ontstaansmoment van de oorzaak van het loslaten van het folie op de fronten is gelegen voor de levering en installatie van de keuken, maakt het vorenstaande niet anders.
4.4. Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het loslaten van het folie op de fronten niet is aan te merken als een gebrek in de zin van artikel 7:17 lid 1 BW, zodat de vordering van [eiser] zal worden afgewezen.
4.5. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] Keukens worden begroot op:
- vast recht 313,00
- salaris advocaat 904,00 (2,0 punt × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.217,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] Keukens tot op heden begroot op EUR 1.217,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.F. Clement en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2010.