ECLI:NL:RBZLY:2010:BM1998
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Geldigheid van inschrijving en beoordeling gunningscriteria bij aanbesteding hoofdzwembad Zwolle
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een aanbesteding voor de bouw van een hoofdzwembad in Zwolle, heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 22 april 2010 uitspraak gedaan in een kort geding. De eiseres, [A] Vastgoedontwikkeling B.V., heeft zich verzet tegen de gunning van de opdracht aan Pellikaan Bouwbedrijf B.V. door de Gemeente Zwolle. De procedure begon met een Europese niet-openbare aanbesteding, waarbij de inschrijvingen beoordeeld werden op basis van gunningscriteria die de economisch meest voordelige inschrijving moesten waarborgen. De eiseres stelde dat de inschrijving van Pellikaan ongeldig was op basis van verschillende punten die niet voldeden aan de eisen van het programma van eisen (PVE) en de stedenbouwkundige randvoorwaarden (SR).
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van [A] afgewezen, waarbij hij oordeelde dat de inschrijving van Pellikaan niet ongeldig was. De rechter benadrukte dat de aanbestedingsstukken bedoeld zijn om de rechtspositie van derden te beïnvloeden, en dat de uitleg van de bepalingen in de gunningsleidraad van groot belang is. De rechter concludeerde dat afwijkingen van het PVE en de SR in het voorlopig ontwerp niet automatisch leiden tot ongeldigverklaring van de inschrijving.
De rechter heeft ook de vorderingen van Pellikaan tot tussenkomst in de procedure afgewezen, omdat deze in strijd waren met de beginselen van een behoorlijke procesorde. Uiteindelijk werd [A] veroordeeld in de proceskosten van zowel de Gemeente Zwolle als Pellikaan, die elk op € 1.167,00 werden begroot. Deze uitspraak bevestigt de noodzaak voor inschrijvers om hun inschrijvingen zorgvuldig af te stemmen op de gestelde eisen en de beoordelingscriteria.