ECLI:NL:RBZLY:2010:BM8586
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurzaak met vordering tot vernietiging uitspraak Huurcommissie en discussie over all-in huurprijs
In deze huurzaak vorderde de eisende partij de vernietiging van een uitspraak van de Huurcommissie. De eisende partij stelde dat de huurovereenkomst niet naar zijn aard slechts van korte duur was en dat er sprake was van een all-inprijs. De gedaagde partij, die de woning verhuurde, betwistte dit en voerde aan dat de huurprijs van € 1.100,- per maand enkel betrekking had op het gebruik van de woonruimte en niet op de stoffering en meubilering. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst was aangegaan voor een periode van 36 maanden, waarvan 12 maanden vast en 24 maanden variabel, en dat de gedaagde partij niet kon stellen dat de huur naar zijn aard van korte duur was. De kantonrechter verwierp het verweer van de gedaagde partij en concludeerde dat de eisende partij recht had op huurprijsbescherming. De rechter oordeelde dat de gedaagde partij de bewijslast droeg om aan te tonen dat de huurprijs uitsluitend strekte tot vergoeding van het woongenot. De zaak werd verwezen naar een rolzitting voor het opgeven van verhinderdata voor getuigen, waarbij de gedaagde partij werd toegelaten tot het leveren van bewijs.