ECLI:NL:RBZLY:2010:BN0524
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.N. Bartels
- G.A. Versteeg
- M.A. Wijnands-Veninga
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens onvoldoende bewijs van betrokkenheid bij gewapende overval
Op 24 juni 2010 heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van diefstal met geweld en afpersing. De zaak betreft een gewapende overval op een supermarkt in Deventer op 9 februari 2010. De verdachte werd ervan beschuldigd samen met anderen een overval te hebben gepleegd, waarbij geweld en bedreiging met een vuurwapen zouden zijn gebruikt. Tijdens de rechtszitting heeft de rechtbank vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd, omdat de beschikbare bewijsmiddelen niet voldoende waren om de verdachte wettig en overtuigend schuldig te verklaren.
De rechtbank heeft in haar overwegingen gekeken naar de verklaringen van getuigen en het bewijs dat tijdens het onderzoek was verzameld. Een belangrijke getuige verklaarde dat hij de verdachte had horen zeggen dat hij geld had gezien vallen, wat leidde tot de aanhouding van de verdachte. Bij de doorzoeking van de woning van de verdachte werd een gasalarmpistool en een geldbedrag aangetroffen. Echter, de verdachte ontkende betrokken te zijn geweest bij de overval en stelde dat twee andere personen, die later ook zijn aangehouden, verantwoordelijk waren voor de overval.
De rechtbank concludeerde dat het scenario van de verdachte niet kon worden uitgesloten door de beschikbare bewijsmiddelen. Hierdoor was er onvoldoende bewijs om de verdachte schuldig te verklaren aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van alle beschuldigingen. Tevens werd de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag van € 5,- aan een getuige gelast, en werden de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte van het feit was vrijgesproken.