RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector Bestuursrecht, Meervoudige Kamer
Registratienummer: Awb 09/2003
Uitspraak
in het geding tussen:
Algemene Vereniging voor de Rietcultuur in Nederland afd Oldemarkt e.o.,
gevestigd te IJsselham (O), eiseres I,
Vereniging voor Rietlandbeheer De Weerribben, gevestigd te IJsselham (O), eiseres II,
Gedeputeerde Staten van Overijssel,
verweerder.
Bij besluit van 22 september 2009 heeft verweerder het Natuurbeheerplan Overijssel vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben eiseressen bij brief van 10 november 2009 beroep ingesteld.
Bij schrijven van 14 december 2009 heeft verweerder de op de zaak betrekking hebbende stukken ingediend en verweer gevoerd.
De zaak is op 27 april 2010 ter zitting behandeld gevoegd met de zaken met procedurenummers 09/2001, 09/2002, 09/2004 en 09/2023. Namens eiseressen zijn verschenen F. Bron, voorzitter van eiseres II, K. de Lange, bestuurslid van eiseres II, en J. de Ruiter, secretaris van eiseres I. Namens verweerder zijn verschenen W. Wolbers en mr. P.W.M. de Laat.
Na sluiting van het onderzoek ter zitting zijn de gevoegde zaken weer gesplitst.
Bij besluit van eveneens 22 september 2009 hebben provinciale staten van Overijssel
de Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer (hierna: SNL) vastgesteld.
Ingevolge artikel 2.1, eerste lid, van de SNL stellen gedeputeerde staten een natuurbeheerplan vast (het thans bestreden besluit).
Ingevolge het tweede artikellid is in het natuurbeheerplan in elk geval een kaart met een topografische ondergrond van ten hoogste 1:10.000 opgenomen, waarop is aangeduid:
a.voor welke natuurterreinen een subsidie natuurbeheer kan worden verstrekt en welk natuurbeheertype op deze natuurterreinen in stand kan worden gehouden;
b.voor welke landbouwgronden een subsidie agrarisch natuurbeheer kan worden verstrekt en tot welke agrarische beheertypen het op die landbouwgrond uit te voeren agrarisch beheerpakket dient te behoren;
c.voor welke landschapsbeheertypen, landschapselementen of beheerpakketten landschap binnen welke gebieden of op welke lokatie een subsidie landschapsbeheer kan worden verstrekt;
d.voor welke landbouwgronden een probleemgebiedensubsidie kan worden verstrekt.
Verweerder heeft bij vaststelling van het Natuurbeheerplan aangegeven dat het nieuwe subsidiestelsel gefaseerd wordt ingevoerd en dat het onderdeel natuurbeheer op natuurterreinen uit de SNL per 1 januari 2010 nog niet in werking is getreden vanwege het ontbreken van de benodigde goedkeuring van de Europese Commissie voor staatssteun. Naar verwachting zal dit onderdeel uit de SNL per 1 januari 2011 in werking treden. Tot die tijd blijft de provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer (pSN) van kracht, waarbij het huidige Natuurbeheerplan geldt als gebiedsplan als genoemd in hoofdstuk 2 van de pSN.
Voor zover het beroep van eiseressen ziet op de gronden die haar leden pachten van Staatsbosbeheer geldt dat ingevolge artikel 2, eerste lid, van de pSN pachters die niet beschikken over een overeenkomst als bedoeld in artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, van de pSN ingevolge artikel 2, eerste lid, van de pSN niet in aanmerking komen voor subsidie voor natuurbeheer. Gesteld noch gebleken is dat de leden van eiseressen over dergelijke overeenkomsten beschikken.
Eiseressen hebben er dan ook geen belang bij dat deze percelen op de bij het Natuurbeheerplan behorende kaart worden ingekleurd met de door eiseressen gewenste beheertypen.
Ook de in het Natuurbeheerplan opgenomen verwervingsplicht voor het Bureau Beheer Landbouwgronden raakt de leden van eiseressen als pachter niet rechtstreeks.
Het beroep van eiseressen voor zover betrekking hebbende op de onderdelen van het Natuurbeheerplan die zien op de percelen die hun leden pachten van Staatsbosbeheer, is derhalve niet-ontvankelijk.
De rechtbank stelt vast dat er geen zekerheid bestaat dat verweerder voor 2011 een nieuwe kaart vaststelt met een beheertype voor de percelen die leden van eiseressen in eigendom hebben. Dit hangt samen met de voor invoering van het onderdeel natuurbeheer van de SNL benodigde goedkeuring van de Europese Commissie, die ten tijde van de behandeling ter zitting nog niet was verleend.
Weliswaar is namens verweerder ter zitting aangegeven dat goedkeuring met enige maanden wordt verwacht, maar zekerheid bestaat er op dat punt niet. Ook is gebleken dat verweerder de in de kennisgeving van vaststelling van het Natuurbeheerplan aan eiseressen gedane toezegging dat voorafgaande aan de vaststelling van het nieuwe Natuurbeheerplan een overleg met beheerders zal worden georganiseerd om van gedachten te wisselen over het beheertype voor hun terreinen, niet is nagekomen. Namens verweerder is aangegeven dat tot het moment van vaststelling van een nieuwe kaart de bij het Natuurbeheerplan behorende kaart blijft gelden.
De rechtbank is van oordeel dat het in strijd is met de rechtszekerheid om percelen blanco in te tekenen ervan uitgaande dat tijdig, dat wil zeggen voor 1 januari 2011, het betreffende deel van de SNL in werking zal treden en op grond daarvan voor genoemde datum een nieuw Natuurbeheerplan met kaart zal worden vastgesteld.
Het bestreden besluit is op dit punt in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Het beroep is gegrond voor zover dat ziet op de onderdelen van het Natuurbeheerplan die zien op de percelen die leden van eiseressen in het betrokken gebied in eigendom hadden, zowel ten tijde van het vaststellen van het Natuurbeheerplan op 22 september 2009 als ten tijde van het instellen van beroep op 10 november 2009. Het bestreden besluit zal in zoverre worden vernietigd.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
-verklaart het beroep ter zake de percelen die leden van eiseressen in het betrokken gebied pachten niet-ontvankelijk;
-verklaart het beroep ter zake de percelen die leden van eiseressen in het betrokken gebied in eigendom hadden, zowel ten tijde van het vaststellen van het Natuurbeheerplan op 22 september 2009 als ten tijde van het instellen van beroep op 10 november 2009, gegrond en vernietigt de delen van het Natuurbeheerplan die daarop zien;
-bepaalt dat verweerder ten aanzien van de vernietigde delen van het Natuurbeheerplan opnieuw over de vaststelling moet beslissen;
-bepaalt dat verweerder aan eiseressen het door hen betaalde griffierecht van € 297,-- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.J.B. Cornelissen, voorzitter, mr. A. Oosterveld en mr. L.E.C. van Rijckevorsel-Besier, rechters, en door de voorzitter en mr. A. Landstra als griffier ondertekend.
Uitgesproken in het openbaar op