ECLI:NL:RBZLY:2010:BN6838
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- W.J.B. Cornelissen
- A. Landstra
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige kapvergunning verleend zonder toestemming gemeente
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 13 september 2010 uitspraak gedaan in een geschil over een kapvergunning. Verzoekster, A, had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg, waarbij aan belanghebbende een kapvergunning was verleend voor het kappen van een berk op gemeentegrond. Verzoekster stelde dat de kapvergunning onterecht was verleend, omdat de aanvraag niet was ingediend met toestemming van de gemeente, zoals vereist door de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Hardenberg.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de boom niet op grond staat waarvan belanghebbende eigenaar of zakelijk gerechtigde is, maar op gemeentegrond. De aanvraag was niet ingediend met toestemming van de gemeente, wat in strijd is met artikel 4.3.3 van de APV. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de belangenafweging die aan het bestreden besluit ten grondslag ligt, niet correct was uitgevoerd, omdat de beleidsregels die verweerder hanteerde niet waren genoemd in het bestreden besluit en niet aan verzoekster waren kenbaar gemaakt.
De voorzieningenrechter heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat verweerder opnieuw op de aanvraag moet beslissen. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, en verweerder is veroordeeld tot vergoeding van het door verzoekster betaalde griffierecht van € 300,-. Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen bij het aanvragen van een kapvergunning en de noodzaak voor transparantie in de besluitvorming van de gemeente.