ECLI:NL:RBZLY:2010:BO0971

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
7 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/653089-10
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontoerekeningsvatbaarheid en plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis na belaging

In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 7 oktober 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van belaging en het opzettelijk vernielen van eigendommen van een slachtoffer. De officier van justitie, mr. G.C. Pol, vorderde dat het ten laste gelegde bewezen zou worden verklaard, maar ook dat de verdachte wegens ontoerekeningsvatbaarheid van alle rechtsvervolging zou worden ontslagen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 10 tot en met 19 maart 2010 in Deventer herhaaldelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer door zich in de nabijheid van diens woning op te houden en diverse voorwerpen tegen de woning te gooien, wat leidde tot schade aan eigendommen van het slachtoffer.

De rechtbank heeft rapportages van deskundigen in overweging genomen, waarin werd geconcludeerd dat de verdachte leed aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, specifiek schizofrenie. De deskundigen adviseerden om de verdachte te plaatsen in een psychiatrisch ziekenhuis, omdat hij als ontoerekeningsvatbaar werd beschouwd. De rechtbank heeft deze conclusies overgenomen en geoordeeld dat de verdachte niet strafbaar was voor de bewezen verklaarde feiten. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging en gelast dat hij voor de duur van één jaar in een psychiatrisch ziekenhuis wordt geplaatst, om de kans op herhaling van delictgedrag te minimaliseren.

De beslissing van de rechtbank is genomen na zorgvuldige afweging van de ernst van de feiten, de psychische toestand van de verdachte en de risico's die hij voor anderen en zichzelf met zich meebrengt. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met eerdere rapportages en het justitiële verleden van de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van behandeling en observatie in een veilige omgeving voor zowel de verdachte als de maatschappij.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE - LELYSTAD
Sector Strafrecht - Meervoudige Strafkamer
Parketnr. : 07.653089-10
Uitspraak: 7 oktober 2010
Vonnis in de zaak van:
het openbaar ministerie
tegen
(verdachte),
geboren op (geboortejaar)
verblijvende te (verblijfplaats)
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 23 september 2010. De verdachte is niet in persoon verschenen en is ter terechtzitting verdedigd door mr. J.A. van der Lem, advocaat te Deventer, die heeft verklaard daartoe uitdrukkelijk te zijn gemachtigd.
De officier van justitie, mr. G.C. Pol, heeft ter terechtzitting gevorderd dat:
- het ten laste gelegde bewezen wordt verklaard;
- verdachte ter zake van deze feiten wordt ontslagen van alle rechtsvervolging omdat verdachte ontoerekeningsvatbaar is;
- verdachte overeenkomstig het bepaalde in artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van één jaar zal worden geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis;
TENLASTELEGGING
De verdachte is ten laste gelegd dat:
(volgt tenlastelegging)
De rechtbank verbetert in de tenlastelegging een aantal kennelijke schrijffouten. De verdachte wordt blijkens het onderzoek ter terechtzitting daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
BEWIJS
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte ten laste is gelegd, met dien verstande dat:
hij in de periode van 10 maart 2010 tot en met 19 maart 2010 in de gemeente Deventer wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van (slachtoffer), met het oogmerk die (slachtoffer) vrees aan te jagen, immers heeft verdachte zich meermalen opgehouden in de omgeving of nabijheid van de woning van die (slachtoffer)) en daarbij op een of meer verschillende tijdstippen een fles tegen de ramen heeft gegooid en een stenen hond vernield en een pot mosterd en een pot verf tegen de rolluiken gegooid en een koffiebeker tegen een rolluik gegooid en een soepkom tegen de achterzijde van de woning gegooid;
en
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 10 maart 2010 tot en met 19 maart 2010 in de gemeente Deventer telkens opzettelijk en wederrechtelijk een stenen hond en een kozijn en rolluiken en een scooter, toebehorende aan (slachtoffer), heeft vernield en/of beschadigd;
Van het meer of anders ten laste gelegde zal de verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
STRAFBAARHEID
STRAFBAARHEID VAN HET BEWEZEN VERKLAARDE
Het bewezene levert op:
Belaging, strafbaar gesteld bij artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht
en
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen en beschadigen, strafbaar gesteld bij artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht
STRAFBAARHEID VAN DE DADER
Omtrent de persoon van de verdachte zijn een tweetal rapportages uitgebracht, te weten:
- een Pro Justitia rapportage d.d. 13 september 2010 uitgebracht door dr. J.J. Van Egmond, psychiater, en
- een Pro Justitia rapportage d.d. 7 september 2010 uitgebracht door drs. D. Breuker, gezondheidszorg- en forensisch psycholoog.
De deskundige Van Egmond voornoemd heeft geconcludeerd dat verdachte ten tijde van het tenlastegelegde leed aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens die in diagnostische zin is te omschrijven als schizofrenie, gedesorganiseerd type.
Van Egmond heeft op grond van het vorenstaande geconcludeerd dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde te beschouwen is als ontoerekeningsvatbaar en heeft geadviseerd om verdachte in een forensisch psychiatrische kliniek te plaatsen middels artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht.
De deskundige Breuker voornoemd heeft eveneens geconcludeerd dat verdachte ten tijde van het ten laste gelegde leed aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van schizofrenie van het paranoïde type en afhankelijkheid van cannabis en speed. Voorts is er volgens de deskundige Breuker bij verdachte sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens door de aanwezigheid van een verstandelijke beperking.
Breuker heeft op grond van het vorenstaande geconcludeerd dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde (indien bewezen) te beschouwen is als ontoerekeningsvatbaar en heeft geadviseerd om verdachte een gedwongen behandeling in een (verslavings) forensische psychiatrische afdeling (FPA) op te leggen in het kader van een artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank neemt de conclusies op de in de rapporten genoemde gronden over en maakt dit oordeel van de deskundigen tot het hare.
Op grond van voormelde rapportages is de rechtbank van oordeel dat verdachte ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van het plegen van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank zal verdachte derhalve ontslaan van alle rechtsvervolging.
OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt, mede gezien het gevaar dat verdachte voor anderen en voor de algemene veiligheid van personen of goederen oplevert, alsmede op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
De deskundige Van Egmond heeft geconcludeerd dat het risico bestaat dat psychotische verschijnselen en bizar agressief gedrag opnieuw zullen opvlammen bij discontinuering van de antipsychotica en/of druggebruik. Van Egmond stelt dat dagelijkse observatie en medicamenteuze begeleiding noodzakelijk zijn om te voorkomen dat recidive van het ten laste gelegde als gevolg van psychotische fasen en/of bizar gedrag bij verdachte optreden. Verdachte heeft een rustig jaar gehad gedurende zijn verblijf met rechterlijke machtiging op de opnameafdeling Rielerenk Dimence te Deventer. Met het beëindigen van de gedwongen opname aldaar recidiveerde betrokkene binnen een paar weken met een nieuw delict.
De deskundige Breuker heeft geconcludeerd dat zonder (medicamenteuze) behandeling van de psychiatrische stoornis en het middelengebruik, de kans op herhaling groot zal zijn. Een toename van innerlijke onrust en een verhoogd spanningsniveau (bijvoorbeeld door het ontbreken van een dagbestedingsprogramma, of een geschikte woonplek) kan een psychotische decompensatie en agressieve impulsdoorbraak versneld in de hand werken. Er is bij betrokkene geen ziekte-inzicht en hij weigert daarom antipsychotische medicatie en behandeling.
In voormelde rapportages wordt geadviseerd tot plaatsing van verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar. De rechtbank neemt het advies van de deskundigen op de in het rapport genoemde gronden over en maakt dit oordeel van de deskundigen tot de hare. De rechtbank komt op grond van deze rapportages tot het oordeel dat verdachte niet alleen gevaarlijk is voor anderen, maar ook voor zichzelf. De tenlastelegging illustreert immers hoe het gedrag van verdachte bij anderen angst kan inboezemen. Tevens bestaat naar het oordeel van de rechtbank voor verdachte zelf het gevaar dat zijn inadequate en bizarre gedrag bij anderen agressief gedrag jegens hem zal oproepen.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank voorts nog rekening gehouden met:
een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 17 augustus 2010;
een de verdachte betreffend voorlichtingsrapport d.d. 28 mei 2010 uitgebracht door Reclassering Nederland;
De oplegging van straf of maatregel is, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 37, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het ten laste gelegde is bewezen zoals hiervoor aangegeven en levert de strafbare feiten op, zoals hiervoor vermeld.
Het meer of anders ten laste gelegde is niet bewezen en de verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
De verdachte is ter zake van het bewezen verklaarde niet strafbaar. De rechtbank ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
De rechtbank gelast plaatsing van verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar.
Aldus gegeven door mr. A.J. Louter, voorzitter, mrs. F. Koster en H.J. Buijsman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 oktober 2010.
Mr. Buijsman, voornoemd, is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.