ECLI:NL:RBZLY:2010:BO1249
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Moorman
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschil over bewoning van pastorie door afgezette predikant en de gevolgen van kerkelijke rechtsgang
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 31 augustus 2010, staat de bewoning van een pastorie door een afgezette predikant centraal. De Gereformeerde Kerk Kampen Noord heeft de predikant, die sinds 1990 aan de kerk verbonden was, op 20 oktober 2006 afgezet. De kerk vorderde dat de predikant de pastorie zou ontruimen, waarbij de kerk zich beroept op de uitkomst van een kerkelijke rechtsgang die oordeelde dat de pastorie geen dienstwoning is en dat de predikant geen huurbescherming toekomt. De kantonrechter oordeelt dat de kerkelijke uitspraak bindend is, tenzij deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. De rechter concludeert dat er geen feiten zijn die deze onaanvaardbaarheid kunnen onderbouwen, waardoor de predikant verplicht is de pastorie te ontruimen.
Daarnaast vordert de kerk een vergoeding voor het gebruik van de pastorie op basis van ongerechtvaardigde verrijking, aangezien de predikant de woning zonder titel bewoont. De rechter oordeelt dat de kerk recht heeft op een vergoeding, die is vastgesteld op basis van de gebruikelijke huurprijs voor vergelijkbare woningen. De kantonrechter wijst de vorderingen van de kerk grotendeels toe, inclusief de proceskosten, en verklaart dat er geen huurovereenkomst bestaat tussen de partijen. De gedaagden worden veroordeeld tot ontruiming van de pastorie en tot betaling van de verschuldigde bedragen aan de kerk.