1. [gedaagde] zal gebieden om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis een rectificatie per email te zenden aan alle personen tegenover wie hij zich in woord en/of geschrift negatief over eisers heeft uitgelaten, alsook een rectificatie te doen plaatsen in Trouw, het AD, het Parool, Tubantia, het Financieel Dagblad, de Telegraaf, die luidt als volgt, althans luidt zoals de Voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren:
“RECTIFICATIE
De Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad heeft mij, [gedaagde], bij vonnis veroordeeld om mijn beledigende, onrechtmatige en/of bedreigende uitlatingen over WinPlus B.V. en [eiser] te rectificeren, omdat deze niet juist zijn. Ten onrechte heb ik WinPlus BV en [eiser] in diskrediet gebracht door onrechtmatige uitlatingen mijnerzijds. Hiervoor bied ik mijn oprechte excuses aan.”
2. zal bepalen dat de rectificatie per email dient te worden voorzien van het onderwerp: “Rectificatie over Winplus en [eiser]” en zal bepalen dat de rectificatie, zowel per email als gepubliceerd in dagbladen, geen aanvullende, dan wel begeleidende tekst mag bevatten;
3. zal bepalen dat [gedaagde] binnen 48 uur na betekening van het vonnis aan WinPlus c.s. een lijst met namen en emailadressen ter beschikking stelt aan wie [gedaagde] zijn onnodig grievende uitlatingen over WinPlus c.s. heeft gedaan;
4. [gedaagde] zal verbieden om met onmiddellijke ingang na betekening van het door u te wijzen vonnis, publicaties, dan wel iedere andere vorm van geschriften, waaronder ook begrepen digitale geschriften, te verschreiden onder de titel, kop, tekst of (soortgelijke) vermelding:
i. “Van WinPLUS naar WinMIN”;
ii. “De belangengemeenschap stelt zich ten doel de bestuurlijke aansprakelijkheid van [eiser] en/ of zijn dochterbedrijven WinPlus BV, Dirext BV, WIN I BV, WIN II BV, WIN III BV, WIN IV BV, WIN V BV en [plaats] Incasso BV aan te tonen in deconfiture van [Naam] Bakkerijmachines BV te [plaats], dat binnen 1 jaar na de doorstart volledig leeggeplunderd tenonderging en nieuwe zaken waarin hij of een van zijn berdrijven een rol speelt, die wellicht dubieus kan worden, aan de kaak te stellen.”;
iii. “[eiser], eigenaar en enig medewerker van Winplus BV, Win I BV, Win II BV, DirextBV, [naam] Beleggingen BV, Win III BV, Win IV BW, Win IV BV, [eiser] Holding BV, Stichting Administratiekantoor Win V BV en [plaats] Incasso BV samen met nog 14 andere bloeiende bedrijven waarop hij via zijn competente medewerker [naam] invloed heeft, die allemaal gevestigd zijn in het voormalige pand van [Naam] Bakkerijmachines BV aan d[plaats], waar de voordeur altijd gastvrij gesloten is en de telefoon heel klantvriendelijk niet beantwoord wordt. De heer [eiser] staat met dit uiterst transparante netwerk het Nederlandse bedrijfsleven terzijde, vooral bedrijven in financiële problemen, die hij op genereuze en sociale wijze weer op het goede spoor zet. Hierbij verstrekt hij leningen tegen het vriendentarief van minimaal 17,5% en hypotheken met een percentage van 15%, met verpandingen tot het tienvoudige van de leningen, zodat deze bedrijven weer uiterst gezond worden, waarbij vreemd genoeg korte tijd later toch weer curatoren in beeld komen die meestal niet gelukkig met hem zijn.
1. (Zie ondermeer de faillissementsverslagen Light Service [plaats], Printin’Motion Group, Uden, Argo Druk, [plaats], [Naam] Bakkerijmachines BV (VK BV)”;
5. zal bepalen dat de verboden en/of geboden bij het ten deze te wijzen vonnis op te leggen, alsmede de door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad in haar vonnis van 12 juni 2009 tussen partijen gewezen, met zaak- en rolnummer 158009 / KG ZA 09-264, reeds opgelegde verboden en/ of geboden, uitvoerbaar zijn bij lijfsdwang, althans
6. subsidiair zal bepalen dat [gedaagde] een dwangsom verbeurd van € 25.000,-- per keer dat [gedaagde] niet aan het ten deze te wijzen en het reeds op 12 juni 2009 gewezen vonnis, en iedere veroordeling op zich, voldoet, en voorts op straffe van een dwangsom van € 25.000,- per dag of gedeelte daarvan dat de overtreding van het ten deze te wijzen vonnis en het reeds op 12 juni 2009 gewezen vonnis voortduurt;
7. zal bepalen dat de termijn gedurende welke de lijfsdwang ten uitvoer kan worden gelegd, negen maanden bedraagt;
8. [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van deze procedure.