ECLI:NL:RBZLY:2010:BO8565

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
23 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
179992 / KG ZA 10-609
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing gijzeling ex artikel 585 Rv

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 23 december 2010, is een kort geding aan de orde waarin de eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.S.J. Bruijn, een vordering heeft ingediend tegen de besloten vennootschap Winplus B.V. en een tweede gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.J. Schras. De eiser verzocht de voorzieningenrechter om de ten uitvoer gelegde lijfsdwang met onmiddellijke ingang op te heffen, en om diverse andere maatregelen te treffen, waaronder het aanwijzen van een dwangvertegenwoordiger en het opheffen van een executoriaal derdenbeslag.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling overwogen dat de voortzetting van de gijzeling niet gerechtvaardigd is, gezien de omstandigheden van de eiser, waaronder zijn toezegging om zich niet meer grievend over de gedaagden uit te laten, de reeds ondergane gijzeling van acht dagen, en de naderende feestdagen. De voorzieningenrechter heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke situatie van de eiser, die op de dag van de uitspraak de negentigste verjaardag van zijn moeder vierde.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de eiser ontslagen uit de gijzeling, het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen aangehouden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. T.R. Hidma, die de zaak heeft behandeld.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
Locatie Zwolle
zaaknummer / rolnummer: 179992 / KG ZA 10-609
Vonnis in kort geding van 23 december 2010
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats],
eiser,
advocaat mr. I.S.J. Bruijn te Zwolle,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WINPLUS B.V.,
gevestigd te Boxtel,
2. [gedaagde sub 2],
wonende te [plaats],
gedaagden,
advocaat mr. G.J. Schras te Spijkenisse.
Partijen zullen hierna [eiser] en Winplus genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van Winplus.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Het geschil
2.1. De vordering van [eiser] strekt ertoe dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. de ten uitvoer gelegde lijfsdwang met onmiddellijke ingang zal opheffen, althans deze staakt totdat vonnis is gewezen en [gedaagde sub 2] en Winplus veroordeelt al die rechtshandelingen te verrichten welke hiertoe noodzakelijk zijn, op straffe van een dwangsom van € 2.500,- per dag of gedeelte van een dag dat zij daarmee in gebreke blijven;
2. op de voet van artikel 3:300 lid 1 BW een dwangvertegenwoordiger zal aanwijzen die voormelde (rechts)handelingen namens [gedaagde sub 2] en Winplus zal verrichten indien zij niet aan het gebod onder 1 voldoet;
3. het executoriaal derdenbeslag onder de gemeente [plaats] opheft;
4. [gedaagde sub 2] en Winplus hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, veroordeelt in de kosten van dit geding.
2.2. Winplus voert verweer.
3. De beoordeling
3.1. De voorzieningen ziet aanleiding om op het onder 1. gevorderde reeds te beslissen in die zin dat [eiser] uit de gijzeling zal worden ontslagen aangezien naar voorshands oordeel van de voorzieningenrechter het belang van Winplus en [gedaagde sub 2] voortzetting van de gijzeling niet rechtvaardigt (vgl. artikel 600 aanhef en onder e Rv). Bij dit oordeel is in het bijzonder van belang:
1. de toezegging van [eiser] zich niet meer onnodig grievend over Winplus en [gedaagde sub 2] te zullen uitlaten;
2. de omstandigheid dat [eiser] reeds acht dagen gegijzeld is geweest;
3. de naderende feestdagen en zijn verklaring dat zijn moeder vandaag negentig is geworden;
4. de omstandigheid dat [eiser] zich thans laat bijstaan door een raadsvrouw die hem ter zitting heeft gewezen op en heeft toegezegd te zullen blijven wijzen op de strekking en inhoud van de eerder gewezen vonnissen;
5. [eiser] er in belangrijk meerdere mate dan bij vorige zittingen heeft laten blijken het onbetamelijke van zijn handelwijze in te zien.
3.2. De voorzieningenrechter zal voor het overige iedere beslissing aanhouden.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter
4.1. ontslaat [eiser] uit de gijzeling, zoals bedoeld in artikel 600 Rv,
4.2. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.3. houdt overigens iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.R. Hidma en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2010.