ECLI:NL:RBZLY:2010:BO8989
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot opheffing van derdenbeslag in kort geding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, is op 28 december 2010 een vonnis gewezen in een kort geding. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.S.J. Bruijn, heeft een vordering ingediend tegen de besloten vennootschap Winplus B.V. en een tweede gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.J. Schras. De vordering van de eiser betreft de opheffing van een executoriaal derdenbeslag dat onder de gemeente is gelegd. De eiser stelt dat de deurwaarder hem onterecht in gijzeling heeft genomen en dat de overbetekening van het beslag niet op het juiste adres heeft plaatsgevonden.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de vordering tot opheffing van het derdenbeslag niet kan worden toegewezen. De rechter heeft overwogen dat de deurwaarder, zoals gebruikelijk, de GBA heeft geraadpleegd en dat de overbetekening op 24 september 2010 op het juiste adres heeft plaatsgevonden. De eiser was ingeschreven op het adres waar de overbetekening heeft plaatsgevonden, waardoor er geen grond is voor opheffing van het beslag.
De rechter heeft ook de proceskosten gecompenseerd, aangezien beide partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk zijn gesteld. De vorderingen van de eiser zijn afgewezen, en de proceskosten blijven voor rekening van iedere partij. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. T.R. Hidma.