ECLI:NL:RBZLY:2010:BP0017
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.A. Versteeg
- J.N. Bartels
- G. Neppelenbroek
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met mensensmokkel
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 30 november 2010 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen [verdachte A]. De rechtbank heeft [verdachte A] veroordeeld tot betaling van €30.000,- aan de Staat, als ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit voordeel was verkregen door [verdachte A] die uit winstbejag een Roemeen hielp bij het verkrijgen van verblijf in Nederland, terwijl hij wist dat dit verblijf illegaal was. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte A] gedurende de periode van 1 oktober 2003 tot en met 27 november 2005 voordeel heeft genoten van zijn handelen. De officier van justitie had een vordering ingediend voor een bedrag van €48.500,-, maar de rechtbank heeft deze vordering verlaagd naar €30.000,-, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak.
De rechtbank heeft in haar overwegingen de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel kritisch bekeken. De verdediging van [verdachte A] voerde aan dat de periode vóór januari 2005 niet in aanmerking genomen mocht worden en dat het aantal gewerkte uren door de Roemeen naar beneden moest worden bijgesteld. De rechtbank heeft de berekening van het voordeel aangepast op basis van de beschikbare gegevens, waarbij ook rekening is gehouden met rust- en etenstijden. Uiteindelijk heeft de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op €36.452,85, maar door de overschrijding van de redelijke termijn is dit bedrag verlaagd naar €30.000,-.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. G.A. Versteeg en de rechters mrs. J.N. Bartels en G. Neppelenbroek. De griffier W.F. Grotenhuis was aanwezig bij de uitspraak. De zaak is behandeld in een openbare terechtzitting, waarbij [verdachte A] werd bijgestaan door zijn advocaat mr. E.G.J. Hendriksen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen, maar met een aanpassing van het bedrag, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak.