ECLI:NL:RBZLY:2010:BP0194
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over beëindiging huurovereenkomst en betalingsverplichtingen
In deze huurzaak tussen de vennootschap onder firma [F] en de gedaagden [gedaagde partij 1] en [gedaagde partij 2] staat de beëindiging van de huurovereenkomst en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen centraal. De huurovereenkomst voor een bedrijfs-/winkelruimte werd op 1 december 2008 aangegaan, maar er is geen schriftelijke overeenkomst opgesteld. De gedaagden hebben de huur tot en met juli 2009 voldaan, maar betwisten de verplichting om huur te betalen voor de periode van augustus 2009 tot en met maart 2010. De kantonrechter oordeelt dat de huurovereenkomst niet op of omstreeks 1 juli 2009 is beëindigd en dat de gedaagden niet tijdig de sleutels hebben ingeleverd. De kantonrechter stelt vast dat de gedaagden inconsistent zijn in hun verklaringen over de opzegging van de huurovereenkomst en de inlevering van de sleutels. De kantonrechter concludeert dat de gedaagden over de maanden augustus 2009 tot en met maart 2010 huur verschuldigd zijn, en wijst de vordering van de eisende partij toe. De gedaagden worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 13.370,07, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 mei 2010. De kosten van de procedure worden eveneens aan de gedaagden opgelegd.