ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ2957

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
26 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
520467 CV 10-6542
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en gefixeerde schadevergoeding in arbeidszaak

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 26 april 2011, staat de vraag centraal of het ontslag op staande voet van de werknemer, [eisende partij], door de werkgever, [gedaagde partij], gerechtvaardigd was. De werknemer had zijn dienstverband opgezegd en was van plan om bij een concurrent, FKM Lichtstraatsystemen B.V., in dienst te treden. Voor zijn vertrek heeft hij echter vertrouwelijke informatie over een product, de spindel, van [gedaagde partij] aan FKM verstrekt. Dit gebeurde zonder toestemming van zijn werkgever, wat in strijd is met de verplichtingen van een goed werknemer. De werkgever heeft de werknemer op 8 april 2010 op staande voet ontslagen, wat de werknemer betwistte en leidde tot deze rechtszaak.

De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet terecht is verleend. De rechter wijst erop dat de werknemer had moeten beseffen dat het delen van vertrouwelijke informatie met een concurrent niet alleen onethisch was, maar ook schadelijk voor de belangen van [gedaagde partij]. De rechter benadrukt dat de werknemer, ondanks zijn eerdere werkervaring bij een andere concurrent, had moeten begrijpen dat het delen van deze informatie in strijd was met zijn plichten. De kantonrechter concludeert dat de werkgever recht heeft op de gefixeerde schadevergoeding van € 2.351,00, en wijst de vordering van de werknemer af. Tevens wordt de werknemer veroordeeld in de proceskosten van de werkgever.

De uitspraak benadrukt het belang van geheimhouding en de verantwoordelijkheden van werknemers ten opzichte van hun werkgevers, vooral in sectoren waar concurrentiegevoelige informatie een cruciale rol speelt. De rechter stelt dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden en de schade die de werkgever kon lijden door het handelen van de werknemer.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Zwolle
Zaaknr. : 520467 CV EXPL 10-6542
Datum : 26 april 2011
Vonnis in de zaak van:
[eisende partij],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
verder te noemen [eisende partij],
gemachtigde mr. B.M. van Kerkvoorden,
tegen
de besloten vennootschap [gedaagde partij],
gevestigd te [vestigingsplaats],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
verder te noemen [gedaagde partij],
gemachtigde mr. M.P. van Berlo.
Verloop van de procedure
De volgende stukken bevinden zich in het dossier en daaruit blijkt het procesverloop:
- dagvaarding
- conclusie van antwoord/eis in reconventie
- tussenvonnis
- proces-verbaal comparitie na antwoord
- de brief namens [eisende partij] van 24 maart 2011.
Het vonnis is op vandaag bepaald.
Geschillen in conventie en in reconventie
Partijen vorderen van elkaar de gefixeerde schadevergoeding van artikel 7:677 lid 4 juncto 7:680 lid 1 BW, door hen beide begroot op € 2.351,00 en te vermeerderen met rente en proceskosten. [eisende partij] vordert tevens vergoeding van incassokosten ad € 357,00 en de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW.
Beide partijen hebben verweer gevoerd en geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van de tegenpartij, met veroordeling van die partij in de proceskosten.
1. Vaststaande feiten in conventie en in reconventie
1.1
Tussen partijen staat het volgende vast.
[eisende partij], geboren 8 juli 1970, is op 1 januari 2007 bij [gedaagde partij] in loondienst getreden. Het dienstverband is door [eisende partij] op 31 maart 2010 ingaande 1 mei 2010 opgezegd omdat hij per die datum in loondienst kon treden bij FKM Lichtstraatsystemen B.V. (verder aan te duiden met: FKM). Zijn functie bij [gedaagde partij] was planner/werkvoorbereider. Het salaris bedroeg € 2.785,00 bruto per maand exclusief 8% vakantietoeslag.
1.2
[gedaagde partij] vervaardigt en verkoopt nokkensystemen voor stallen. Om de nokken te kunnen openen en sluiten wordt gebruik gemaakt van een elektrische spindel. Vanwege de (vochtige) atmosfeer in de stallen zijn elektrische spindels storingsgevoelig. Samen met de firma [H], bij wie [eisende partij] tot 1 september 2006 in loondienst heeft gewerkt, heeft [gedaagde partij] door middel van ‘trial and error’ uitgevonden welke spindel het meest geschikt is voor het nokkensysteem in stallen.
1.3
FKM brengt eveneens nokkensystemen op de markt.
1.4
Op 31 maart 2010 heeft [eisende partij], nadat hij het dienstverband met [gedaagde partij] had opgezegd, aan de firma [H], de heer [B], de volgende e-mail verzonden:
Goedemorgen,
Heb je een aansluitschema voor mij?
Met vriendelijke groet,
[G] [eisende partij]
[B] heeft hem dezelfde dag nog het aansluitschema betreffende de spindel per e-mail toegezonden.
1.5
Op 7 april 2010 te 16.01 uur heeft [eisende partij] aan FKM de volgende e-mail gezonden:
Goedemiddag,
Bij deze de spindel die beter bestand is tegen vocht.
Met vriendelijke groeten,
[G] [eisende partij]
FKM Spionage
1.6
Dezelfde dag te 16.06 uur is door [W] namens FKM aan [eisende partij] gemaild:
Toppie,
Met vriendelijke groet,
[W].
Deze e-mail heeft [eisende partij] enkele minuten later beantwoord met:
oke.
1.7
Nadat [gedaagde partij] met deze informatieverstrekking bekend was geworden heeft zij [eisende partij] op 8 april 2010 op staande voet ontslagen. Op 8 juni 2010 heeft [eisende partij] hiertegen geprotesteerd.
2. Beoordeling in conventie en in reconventie
2.1
De vraag die partijen verdeeld houdt is de vraag of het verstrekken aan FKM van de informatie omtrent de door [gedaagde partij] gebruikte spindel het ontslag op staande voet wettigt. Partijen zijn het erover eens dat de partij in wiens voordeel deze vraag wordt beantwoord recht heeft op de gefixeerde schadeloosstelling van, in dit geval, € 2.351,00.
De door [eisende partij] gevorderde wettelijke verhoging over dit bedrag kan nimmer worden toegewezen omdat het om schadevergoeding gaat en niet om loon.
2.2
De kantonrechter is van oordeel dat het ontslag op staande voet mocht worden verleend. Daarbij is vooral gelet op de volgende feiten en omstandigheden.
a.
[eisende partij] heeft informatie aangaande de spindel doorgespeeld naar zijn toekomstige werkgever, hoewel hij niet om toestemming aan [gedaagde partij] heeft gevraagd. Het zonder toestemming toespelen door een werknemer van informatie aangaande producten (hier: onderdelen) die door de werkgever in het productieproces worden benut is in beginsel in strijd met hetgeen een goed werknemer betaamt. Hij dient jegens derden, ook zonder uitdrukkelijk verbod daartoe, geheimhouding te betrachten, te meer indien die derde, zoals hier, eveneens nokkensystemen vervaardigt. Niet relevant is dat [eisende partij], zoals hij heeft aangevoerd, niet bekend was met de periode van ‘trial and error’. Het is overigens weinig aannemelijk dat hij die wetenschap niet had. Hij heeft tot 1 september 2006 bij [H] gewerkt en vanaf 1 januari 2007 bij [gedaagde partij].
b.
[eisende partij] had kunnen en behoren te vermoeden dat [gedaagde partij] niet wilde dat de informatie bij FKM terecht zou komen omdat die daarmee haar voordeel kon doen door in voorkomende gevallen eveneens de minst storingsgevoelige spindel aan haar (potentiële) klanten aan te bieden. [eisende partij] heeft aldus bewerkstelligd dat FKM profiteert dan wel kan profiteren van informatie die [gedaagde partij] samen met de firma [H] heeft vergaard. Van belang is dat ook FKM nokkensystemen vervaardigt. De door [eisende partij] verstrekte informatie maakt het haar makkelijker goed werkende nokkensystemen voor de veehouderij te vervaardigen dan wel te gaan vervaardigen.
c.
De informatie was FKM (dan ook) welkom nu zij [eisende partij] vrijwel direct na de ontvangst van de informatie heeft bedankt met de woorden ‘Toppie’. Ook al zou FKM, althans volgens [eisende partij], geen directe concurrent van [gedaagde partij] zijn omdat FKM zich op de industriële markt richt en [gedaagde partij] op de rundveehouderij, FKM was wél met de informatie ingenomen. De actie van [eisende partij] was dan ook minder onschuldig dan hij ingang wil doen vinden.
d.
De door [eisende partij] in zijn e-mail aan FKM gebezigde woorden ‘FKM Spionage’ zijn om voor de hand liggende redenen door [gedaagde partij] niet als grap opgevat ook al heeft [eisende partij] ter zitting verklaard dat het om een grap ging. De woorden duiden aan dat [eisende partij] heeft beseft dat wat hij deed niet door de beugel kon. Anders gezegd: in elk geintje zit wel een seintje.
e.
[gedaagde partij] had, gegeven de actie van [eisende partij], een in rechte te respecteren belang informatie aangaande haar producten, productieproces en andere bedrijfsgegevens tegen eventueel (verder) weglekken door [eisende partij] te beschermen en het is te billijken dat zij vanaf 8 april 2010 haar vertrouwen in [eisende partij] heeft verloren.
f.
De arbeidsovereenkomst was reeds door [eisende partij] opgezegd en die overeenkomst zou daardoor ingaande 1 mei 2010 eindigen, zodat de gevolgen van het ontslag op staande voet beperkt zijn gebleven.
g.
Niet van belang is dat de technische gegevens betreffende de spindel via het internet zijn op te vragen. Het gaat erom dat déze spindel het meest geschikt is om in stallen te gebruiken en gesteld noch gebleken is dat ook díe informatie op het internet vrij beschikbaar was. En zelfs al zou dat zo zijn, dan nog stond het [eisende partij] niet vrij die informatie zonder toestemming aan zijn toekomstige werkgever door te spelen. Hij was in dienst van [gedaagde partij] en niet van FKM.
2.3
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de vordering van [eisende partij] dient te worden afgewezen en die van [gedaagde partij] dient te worden toegewezen.
[eisende partij] dient als verliezende partij in de proceskosten te worden veroordeeld, waarbij in reconventie geen salarispunt zal worden toegekend omdat conventie en reconventie volkomen spiegelbeeldig zijn en de reconventie niet tot noemenswaardige werkzaamheden heeft geleid.
Beslissingen in conventie en in reconventie
De kantonrechter:
1.
veroordeelt [eisende partij] tegen bewijs van kwijting aan [gedaagde partij] te betalen € 2.351,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 april 2010 tot de dag van de algehele voldoening;
2.
veroordeelt [eisende partij] in de proceskosten, tot op heden aan de kant van [gedaagde partij] begroot op € 350,00 voor salaris gemachtigde (2 punten à € 175,00);
3.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.
wijst de vordering van [eisende partij] af.
Gewezen door mr. C.H. de Haan, kantonrechter, en in het bijzijn van de griffier uitgesproken in de openbare terechtzitting van 26 april 2011.