ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ5074
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Voorschot op schadevergoeding na schot hagel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 16 februari 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagde. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Knobben, vorderde een voorschot op schadevergoeding van EUR 4.292,60 van gedaagde, die werd bijgestaan door advocaat mr. M. van der Burg. De vordering was het gevolg van een schietincident op 4 maart 2010, waarbij eiser door gedaagde met een schot hagel werd geraakt, wat leidde tot aanzienlijke lichamelijke schade en meerdere operaties.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang aan de zijde van eiser, ondanks het verweer van gedaagde dat er al een bodemprocedure aanhangig was en een strafzitting gepland stond. De rechter oordeelde dat het enkele feit dat een strafzitting gepland staat, niet uitsluit dat eiser zijn recht op schadevergoeding kan geldend maken. Bovendien is de onrechtmatigheid van gedaagdes handelen voorshands vast komen te staan, aangezien hij niet betwist heeft dat hij op eiser heeft geschoten.
De rechter heeft geoordeeld dat eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij materiële en immateriële schade heeft geleden door het handelen van gedaagde. De gevorderde schadevergoeding werd toegewezen als voorschot, inclusief wettelijke rente vanaf de datum van de onrechtmatige daad. Gedaagde werd tevens veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiser zijn begroot op EUR 977,81. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.