ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ7733

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
18 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
529258 CV 10-1787
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.M.M. Hoogland-Kelkboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onvoldoende wilsovereenstemming bij overeenkomst tussen exploitant en gedaagde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 18 mei 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser en een gedaagde. De eiser, vertegenwoordigd door mr. P.L.J.M. Guinee, vorderde betaling van een bedrag van € 1.813,55 van de gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst waarbij de eiser diensten had verleend aan de gedaagde, die eerder gratis op een website vermeld stond. De eiser had de gedaagde telefonisch benaderd met de mededeling dat er kosten verbonden zouden zijn aan de vermelding op de website, en vroeg of de gedaagde op de site vermeld wilde blijven. De gedaagde had aangegeven dit niet te willen, maar ontving later een fax met een offerte die hij ondertekende en terugstuurde. De gedaagde stelde echter dat er geen wilsovereenstemming was, omdat zijn intentie was om de vermelding te beëindigen en niet om een overeenkomst aan te gaan.

De kantonrechter oordeelde dat aan de ondertekende offerte niet het vermoeden van wilsovereenstemming kon worden ontleend. De rechter concludeerde dat de eiser had moeten begrijpen dat de gedaagde de overeenkomst niet wilde aangaan, gezien de omstandigheden van het geval. De wijze waarop de offerte was gepresenteerd, met kleine lettertjes en een nadruk op minder relevante informatie, leidde de gedaagde mogelijk tot misleiding. De rechter oordeelde dat het vertrouwen van de eiser in de aanvaarding van de offerte niet gerechtvaardigd was, en dat de overeenkomst niet tot stand was gekomen door het ontbreken van wilsovereenstemming.

Daarom werd de vordering van de eiser afgewezen en werd hij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil werden begroot, aangezien de gedaagde in persoon had geprocedeerd zonder kosten te maken die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de noodzaak voor partijen om zich bewust te zijn van de implicaties van hun handelingen in contractuele relaties.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Lelystad
zaaknr.: 529258 CV 10-17487
datum : 18 mei 2011
Vonnis in de zaak van:
[EISENDE PARTIJ], handelend onder de naam [EISER],
wonende te [woonplaats],
eisende partij, hierna aan te duiden met [eisende partij],
gemachtigde mr. P.L.J.M. Guinee, werkzaam bij Van Arkel Gerechtsdeurwaarders, te Leiden,
tegen
[GEDAAGDE PARTIJ], handelend onder de naam [GEDAAGDE],
wonende te Lelystad,
gedaagde partij, hierna -kortheidshalve- aan te duiden met [gedaagde partij],
procederend in persoon.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- de dagvaarding
- het antwoord van de gedaagde partij
- de nadere toelichting van partijen.
Het geschil
[eisende partij] vordert de veroordeling van [gedaagde partij], uitvoerbaar bij voorraad, om aan hem te betalen € 1.813,55, waarvan € 1.371,60 in hoofdsom, € 141,95 aan rente verschenen tot 29 juli 2010, € 300,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de (verdere) wettelijke rente over voormelde hoofdsom vanaf 29 juli 2010, en om hem de proceskosten te vergoeden.
[eisende partij] heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd een overeenkomst uit hoofde waarvan hij aan [gedaagde partij] diensten heeft verleend.
[gedaagde partij] heeft verweer gevoerd, strekkende tot afwijzing van de vordering en tot veroordeling van [eisende partij] om hem te vergoeden de met het voeren van verweer gemoeide kosten ten bedrage van € 1.019,25, inclusief btw.
De beoordeling
1.
In deze procedure staat het volgende vast, omdat het door de ene partij is gesteld en door de andere partij is erkend, althans niet voldoende gemotiveerd is betwist en omdat het blijkt uit de niet of onvoldoende betwiste inhoud van de overgelegde stukken.
1.1
[eisende partij] heeft [gedaagde partij] telefonisch benaderd met de mededeling dat [gedaagde partij]
al een jaar lang gratis stond vermeld op de site www.nederlandseprovincieregister.nl, maar dat aan die vermelding helaas in het vervolg kosten verbonden zouden worden, te weten € 95,00 per maand exclusief 19% btw, en met de vraag of [gedaagde partij] op de site vermeld wilde blijven. Op het antwoord van [gedaagde partij], dat hij dit niet wilde, heeft [eisende partij] met begrip gereageerd en heeft hij [gedaagde partij] verzocht om een hem, [gedaagde partij], nog toe te sturen fax te ondertekenen en te retourneren, waarna [gedaagde partij] uit het klantenbestand zou worden geschreven.
1.2
[gedaagde partij] heeft vervolgens van [eisende partij] een faxbericht ontvangen, met het briefhoofd van [eiser]. Linksonder het briefhoofd staat in kleine, vetgedrukte letters “offerte”. Daaronder staat in grote vetgedrukte letters “Nederlandse Provincieregister”.
De fax luidt -voorzover hier relevant- als volgt:
Geachte heer/mevrouw,
Naar aanleiding van het telefoongesprek met onze buitendienstmedewerker waarbij u belangstelling heeft getoond voor onze services, bieden wij u een internetvermelding aan m.b.t. Nederlandse provincieregister.nl. Wanneer u gebruik wenst te maken van deze offerte, verzoeken wij u deze overeenkomst, getekend te retourneren. Wanneer u deze offerte heeft ondertekend zal deze offerte als een opdrachtbevestiging worden beschouwd. Uw bedrijfsvermelding in Nederlandse Provincieregister.nl Aantal rubrieken:1 Periode: looptijd 36 mnd. Kosten per maand € 95,- excl. BTW.
Het lettercorps van de hiervoor weergegeven tekst is in de fax kleiner dan hiervoor weergegeven.
In een lettergrootte vergelijkbaar met die van dit vonnis staat onder de hiervoor weergegeven tekst het volgende:
Offertenummer : 41/bp
Datum : Een week na datum opdracht onder voorbehoud
Prijs : € 95,00 exclusief 19% BTW per maand
Abonnementpakket : Standaard, logo en onbeperkte update
Internetadres : www.nederlandseprovincieregister.nl
Looptijd : Minimaal 36 mnd. (automatische verlenging)
Trefwoorden : Sleutels en Sloten
Hieronder staat in een kader het volgende, vetgedrukt en in een lettergrootte vergelijkbaar met die van dit vonnis:
Onze Ref. : 41/bp
T.a.v. : Dhr. [De K]
Naam : [gedaagde]
Adres : [adres]
Postcode : [postcode]
Plaats : [woonplaats]
Telefoon : [tel. Nr.]
Fax :[fac. Nr.]
Email : n.o.g.
Website : n.o.g.
Doorhalen wat niet van toepassing is
Niet vetgedrukt, maar in grotere letters staat hieronder:
Overeengekomen is: Wel / Geen automatische verlenging.
Wel is doorgehaald.
[gedaagde partij] heeft zijn naam en de datum op de fax ingevuld en de fax ondertekend.
1.3
Enkele dagen nadat [gedaagde partij] de hiervoor bedoelde fax ondertekend had teruggestuurd, werd hij gebeld door [eisende partij], die hem in hoog tempo de offerte voorlas en eindigde met de vraag of [gedaagde partij] op de hoogte was van de inhoud van de offerte. [gedaagde partij] heeft hierop bevestigend geantwoord.
1.4
Op 20 november 2009 heeft [gedaagde partij] een factuur ontvangen voor een totaal te betalen bedrag van € 1.356,60 voor het eerste jaar. Ervan uitgaande dat dit een vergissing was heeft hij [eisende partij] gebeld die hem meedeelde dat het geen vergissing was en dat hij, [gedaagde partij], maar beter had moeten lezen.
1.5
De webpagina van www.nederlandseprovincieregister.nl vermeldt naam, adres en telefoonnummer van het bedrijf van [gedaagde partij].
1.6
Op de site van Tros Radar staan 5 forums die betrekking hebben op [eisende partij] en zijn bedrijven, te weten:
www.uwondernemers.nl van Media Source Nederland,
www.nederlandseprovincieregister.nl van C&E Consultancy,
www.nederlandseondernemerssite.nl van E&S Consultancy.
In deze forums worden een paar honderd meldingen gemaakt van exact dezelfde werkwijze van [eisende partij] als die hiervoor omschreven.
2.
Het primaire en meest verstrekkende verweer van [gedaagde partij] is, dat wilsovereenstemming voor de totstandkoming van de overeenkomst waarop de vordering is gegrond ontbrak. Zijn wil was er juist op gericht te tekenen voor beëindiging van vermelding op de site van [eisende partij].
3.
De vraag die ter beoordeling voorligt, is of aan de getekende en teruggezonden offerte het vermoeden kan worden ontleend dat er sprake was van wilsovereenstemming, die ingevolge artikel 3:35 Burgerlijk Wetboek vereist is voor de totstandkoming van een overeenkomst.
4.
In beginsel kan aan het tekenen en terugzenden van de offerte, die immers was een aanbod tot het aangaan van een overeenkomst, het vermoeden van wilsovereenstemming worden ontleend. Maar, op grond van het hiervoor aangehaalde artikel is die overeenkomst niet tot stand gekomen indien [eisende partij] had moeten begrijpen dat de overeenkomst niet in overeenstemming was met de wil van [gedaagde partij]. Of [eisende partij] dat had moeten begrijpen dient te worden beoordeeld naar de omstandigheden van het geval.
5.
Vaststaat de hierboven onder 1 beschreven wijze waarop het aanbod tot het aangaan van de overeenkomst is gedaan. [eisende partij] heeft [gedaagde partij] telefonisch benaderd en heeft hem expliciet gevraagd of hij een vermelding op zijn internetsite, die tot dan toe gratis was geweest, wilde voortzetten tegen betaling van € 95,00 per maand, exclusief btw. Ook staat vast dat [gedaagde partij] te kennen heeft gegeven de vermelding op internet niet tegen betaling te willen voortzetten. Voorts staat vast dat [eisende partij] in reactie daarop heeft meegedeeld dat hij [gedaagde partij] een fax zou sturen om de uitschrijving te bevestigen, met het verzoek of [gedaagde partij] die fax ondertekend wilde retourneren.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eisende partij] onder deze omstandigheden uit de ondertekening van de hierboven onder 1 beschreven fax niet mogen begrijpen dat [gedaagde partij] het aanbod tot vermelding tegen betaling alsnog aanvaardde. Sterker nog, gelet op de wijze waarop [eisende partij] de fax heeft opgesteld, heeft [eisende partij] er klaarblijkelijk op gespeculeerd dat in het geval [gedaagde partij] de kleine lettertjes gemakshalve voor gezien zou houden hij zou tekenen voor iets wat hij niet wilde. In de fax wordt niet alleen de aandacht getrokken naar de in een kader geplaatste, vetgedrukte nietszeggende tekstgedeelten in normale lettergrootte, terwijl de essentialia klein en niet vet zijn gedrukt, maar ook lijkt de te maken keuze -wel of geen automatische verlenging- te verwijzen naar het telefoongesprek waarin is gevraagd of [gedaagde partij] de gratis vermelding wel of niet tegen betaling wilde voortzetten.
Hierbij komt nog dat tegenover geen of althans een zeer geringe inspanning van [eisende partij] en nagenoeg zonder kosten voor [eisende partij] een maandelijks door [gedaagde partij] te betalen bedrag van maar liefst € 95,00 exclusief 19% btw zou staan en dat gedurende drie jaar.
Als al niet geconcludeerd zou moeten worden dat sprake is van een bewuste poging tot misleiding door [eisende partij], dan moet onder de omstandigheden de gevolgtrekking in elk geval zijn dat het vertrouwen van [eisende partij], dat [gedaagde partij] zijn offerte had aanvaard, niet gerechtvaardigd was. Hieraan kan niet afdoen dat [eisende partij] in een tweede telefoongesprek de offerte nog eens heeft voorgelezen, nu ook vaststaat dat hij dat in hoog tempo heeft gedaan. [gedaagde partij] had geen aanleiding te veronderstellen dat [eisende partij] hem iets anders voorhield dan in het eerste telefoongesprek. Dat hem de essentie van het voorgelezene is ontgaan kan hem daarom niet euvel worden geduid.
Ten slotte kan niet onvermeld blijven dat in deze procedure ook vaststaat dat over de hier beschreven werkwijze van [eisende partij] vele klachten zijn, die ook openbaar zijn gemaakt. [eisende partij] heeft niet gesteld dat hij met die klachten onbekend is. Daarom moet van het tegendeel worden uitgegaan. Niettemin hebben al die klachten niet tot aanpassing van zijn werkwijze geleid. Te minder kan het vertrouwen van [eisende partij] daarom gerechtvaardigd worden geacht.
De conclusie dat [eisende partij] niet gerechtvaardigd op wilsovereenstemming heeft mogen vertrouwen, sluit in zich de conclusie dat aan de vordering van [eisende partij] niet de gestelde overeenkomst ten grondslag ligt. Die overeenkomst is door het ontbreken van wilsovereenstemming immers niet tot stand gekomen. Bijgevolg moet de vordering van [eisende partij] als ongegrond worden afgewezen en hoeven de minder verstrekkende weren van [gedaagde partij] geen bespreking meer.
6.
[eisende partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moeten dragen. Voorzover aan de zijde van [gedaagde partij] gevallen zullen deze kosten worden begroot op nihil, nu [gedaagde partij] in persoon heeft geprocedeerd en niet is gesteld, noch is gebleken, dat hij dusdoende kosten heeft gemaakt die op grond van de wet voor vergoeding in aanmerking komen. De wet biedt slechts grond om de wederpartij van degene die zonder gemachtigde procedeert in geval van ongelijk te veroordelen tot vergoeding van noodzakelijke reis-, verblijf- en verletkosten van de in het gelijk gestelde partij. De door [gedaagde partij] gevraagde vergoeding van kosten die zien op de voorbereiding van zijn verweer komen niet voor vergoeding in aanmerking. Het zijn kosten die een in het gelijk gestelde partij die met bijstand van een gemachtigde procedeert ook maakt en zelf moet dragen, immers moet die partij haar gemachtigde voorzien van de noodzakelijke informatie en onderliggende stukken om te kunnen procederen.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering van [eisende partij] af;
- veroordeelt [eisende partij] in de kosten van de procedure, tot hiertoe aan de zijde van [gedaagde partij] begroot op nihil.
Aldus gewezen door mr. C.M.M. Hoogland-Kelkboom, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 18 mei 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.