ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ9474
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen aandeelhouders van een besloten vennootschap
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 24 juni 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een besloten vennootschap en haar gewezen statutair bestuurder. De verzoekende partij, aangeduid als [verzoekster], heeft het verzoek ingediend omdat er onvoldoende draagvlak was voor de voortzetting van de arbeidsrelatie. De werknemer, aangeduid als [verweerder], had sinds november 2005 geen werkzaamheden meer verricht voor de vennootschap en er waren geen afspraken nagekomen over zijn rol binnen het bedrijf. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer en de bestuurder van de vennootschap, de heer [K], broers zijn en dat er een complexe relatie bestond tussen hen, die de voortzetting van de arbeidsovereenkomst bemoeilijkte.
De kantonrechter heeft overwogen dat de bevoegdheid om het verzoek te behandelen bij de kantonrechter ligt, ondanks het verweer van de werknemer dat de kantonrechter niet bevoegd zou zijn. De rechter heeft geconcludeerd dat het aandeelhoudersbesluit tot ontslag van de werknemer als bestuurder niet automatisch leidde tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst, omdat partijen anders waren overeengekomen. De langdurige afwezigheid van de werknemer en het feit dat hij onverminderd zijn salaris ontving, werden als bevestiging van de voortzetting van de arbeidsovereenkomst gezien.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat er onvoldoende basis was voor een voortzetting van de arbeidsovereenkomst, gezien de langdurige afwezigheid van de werknemer en het gebrek aan samenwerking tussen de broers. De arbeidsovereenkomst is ontbonden per 1 juli 2011, zonder toekenning van een billijke vergoeding, en de proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.