ECLI:NL:RBZLY:2011:BR1585
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- W.F. Bijloo
- M.D. Moeke
- Rechtspraak.nl
Stopzetting persoonsgebonden budget in verband met schuldsanering
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 19 mei 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de stopzetting van een persoonsgebonden budget (pgb) voor een verzoeker die in een schuldsaneringstraject (Wsnp) zit. Verweerder, het zorgkantoor, had op 30 december 2010 besloten het pgb van verzoeker per 28 februari 2011 stop te zetten, omdat verzoeker in het Wsnp-traject zat. Dit besluit werd in bezwaar ongegrond verklaard, waarna verzoeker op 6 april 2011 beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 10 mei 2011, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder werd vertegenwoordigd door A. Gerritsen. De rechtbank overwoog dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van verzoeker zwaarder wogen dan die van verweerder, aangezien de stopzetting van het pgb verzoeker in een kwetsbare positie zou brengen.
De rechtbank concludeerde dat verweerder ten onrechte het pgb had stopgezet en dat de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit niet in stand konden blijven. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat verzoeker per 28 februari 2011 recht heeft op het pgb en dat het besluit van 30 december 2010 herroepen moest worden. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoeker. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, maar de rechtbank oordeelde dat de belangenafweging niet correct was uitgevoerd door verweerder, wat leidde tot de vernietiging van het bestreden besluit.