ECLI:NL:RBZLY:2011:BU2102
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onjuiste partijaanduiding en incidentele vordering in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, is een incidentele vordering aan de orde gesteld door [A], die betoogde dat de eiser, Rotra Forwarding B.V., niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in haar vordering. Rotra Forwarding had [A] gedagvaard, maar stelde later vast dat in de dagvaarding de verkeerde vennootschap als eisende partij was opgenomen. De eiser verzocht om rectificatie van de partijaanduiding, omdat volgens haar de bedoeling was dat Rotra Air & Ocean als eisende partij zou optreden. De rechtbank oordeelde dat de vordering tot rectificatie niet kon worden toegewezen, omdat de dagvaarding geen gebrek vertoonde in de zin van artikel 45 Rv. De rechtbank stelde vast dat de naam van een bestaande vennootschap was opgenomen en dat er geen reden was om aan te nemen dat [A] op de hoogte was van een vergissing in de dagvaarding.
De rechtbank verduidelijkte dat het onderscheid tussen processuele en materiële verweren van belang is voor de beoordeling van de incidentele vordering. De stellingen van [A] werden als inhoudelijke geschilpunten beschouwd die in de hoofdzaak aan de orde moesten komen, en niet in het kader van de incidentele vordering. De rechtbank wees de incidentele vordering van [A] af en bepaalde dat de zaak weer op de rol zou komen voor verdere behandeling in de hoofdzaak. Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug en openbaar uitgesproken op 28 september 2011.