ECLI:NL:RBZLY:2011:BU3299
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens onvoldoende bewijs van woninginbraak
In de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van woninginbraak met geweld, heeft de rechtbank op 4 oktober 2011 uitspraak gedaan. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 20 september 2011. De verdachte werd ten laste gelegd dat hij op 5 december 2008, samen met anderen, een woning in Deventer had overvallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie was ontvankelijk in de vervolging en er waren geen redenen voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank heeft de bewijsvoering kritisch beoordeeld. De verklaringen van de aangever en getuigen waren niet voldoende om de verdachte te identificeren als de dader van de overval. De aangever kon geen signalement van de overvallers geven en de getuigenverklaringen waren inconsistent. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De verklaringen van de getuigen waren niet eenduidig en er waren tegenstrijdigheden in hun verklaringen, wat de betrouwbaarheid van het bewijs ondermijnde.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij het ten laste gelegde feit had begaan. De verdachte werd vrijgesproken van alle beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de Rechtbank Zwolle-Lelystad, onder leiding van voorzitter mr. A.P.W. Esmeijer, en de rechters mr. L.J.C. Hangx en mr. A.J. Louter. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier mr. S.J. Verheij-de Vries.