ECLI:NL:RBZLY:2011:BU3519
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- M. Zomer
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een concurrentiebeding in een arbeidszaak met betrekking tot interieurontwerp
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 7 november 2011 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werkneemster en haar voormalige werkgever. De werkneemster, die in het kader van haar opleiding Interieurontwerp een arbeidsovereenkomst had gesloten voor de duur van één jaar, verzocht de rechter om schorsing van een concurrentiebeding dat haar verbiedt om binnen een jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst werkzaamheden te verrichten in een vergelijkbaar segment. De werkgever, een besloten vennootschap, voerde aan dat de werkneemster het concurrentiebeding had geschonden door een eigen bedrijf te starten en activiteiten te ontplooien die in concurrentie zouden kunnen zijn met die van de werkgever.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkneemster na beëindiging van haar arbeidsovereenkomst een bedrijf heeft ingeschreven en zich richt op de maritieme markt, een segment waarin de werkgever niet actief is. De rechter oordeelde dat het concurrentiebeding te vaag en te veelomvattend was geformuleerd, waardoor het de werkneemster onbillijk benadeelde in haar mogelijkheden om een inkomen te genereren. De rechter heeft de vordering van de werkneemster om het concurrentiebeding te schorsen toegewezen, met de voorwaarde dat zij zich uitsluitend op de maritieme markt zou richten.
De rechter heeft ook geoordeeld dat de werkgever niet voldoende bewijs had geleverd dat de werkneemster schade had veroorzaakt door haar activiteiten. De vorderingen van de werkgever om de werkneemster te veroordelen tot betaling van een voorschot en andere vorderingen zijn afgewezen. De werkgever is veroordeeld in de proceskosten van de werkneemster, die in totaal € 571,33 bedragen. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om duidelijke en billijke concurrentiebedingen op te stellen, rekening houdend met de belangen van werknemers die aan het begin van hun carrière staan.