ECLI:NL:RBZLY:2011:BU8613
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W. Miltenburg
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het belang van de verzorging en opvoeding
In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming op 14 december 2011 een verzoekschrift ingediend tot machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna aangeduid als [naam kind]. De kinderrechter heeft op dezelfde dag een voorlopige beschikking gegeven, waarin de gezinsvoogdij-instelling de machtiging kreeg om [naam kind] uit huis te plaatsen in een pleegzorgvoorziening van 14 december 2011 tot 28 december 2011. De ouders van [naam kind], de moeder en de vader, zijn als belanghebbenden aangemerkt, evenals de gezinsvoogdij-instelling, vertegenwoordigd door Bureau Jeugdzorg Overijssel.
Tijdens de zitting op 19 december 2011 heeft de kinderrechter de situatie van [naam kind] beoordeeld. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er twijfels bestaan over de vaardigheden van de ouders om [naam kind] adequaat te verzorgen en op te voeden. De ouders hebben persoonlijke problemen die hun in de weg staan, en er is onvoldoende duidelijkheid over hun bereidheid en vermogen om samen te werken met derden. De kinderrechter heeft daarom besloten dat [naam kind] op een neutrale plaats bij derden moet verblijven, totdat er meer duidelijkheid is over de situatie van de ouders.
De kinderrechter heeft de Raad opgedragen om een onderzoek in te stellen naar de opvoedingsvaardigheden van de ouders. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] verlengd tot 9 maart 2012, met de mogelijkheid tot terugplaatsing indien de ouders in staat blijken om [naam kind] adequaat te verzorgen. De kosten van de plaatsing zijn voor rekening van de ouders, conform het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.