ECLI:NL:RBZLY:2011:BW1438
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Wraking
- H.C. Moorman
- J. van der Hulst
- A.M. Koene
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in een familiezakenprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 12 augustus 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. [A], die als kinderrechter optrad in een procedure betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige. Het verzoek tot wraking werd mondeling gedaan tijdens de terechtzitting op 21 juli 2011, waar de vader van de minderjarige, verzoeker, aanwezig was. Tijdens deze zitting had mr. [A] al een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, wat leidde tot de wrakingsaanvraag van verzoeker. De rechtbank heeft vastgesteld dat mr. [A] reeds uitspraak had gedaan op het moment dat het verzoek tot wraking werd ingediend. De wet staat niet toe dat een wrakingsverzoek wordt ingediend nadat de rechter een einduitspraak heeft gedaan. De rechtbank concludeerde dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk was, omdat het doel van wraking, het voorkomen van verdere bemoeienis van de gewraakte rechter, niet meer kon worden bereikt. De beslissing op het wrakingsverzoek werd dan ook zonder mondelinge behandeling afgewezen.